Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

60.
Simson.

Gideon is gestorven. Nieuwe richters heeft God verwekt. Een gansche rij: Thola, Jaïr, Jefta, Ebzam, Elon, Abdon.

En weer verlaat het volk zijn God. Weer dient het de afgoden. En weer geeft God het over in de hand der vijanden. Die vijanden zijn de Filistijnen; een klein, maar een dapper volk.

Maar tegelijk zorgt de Heere ook voor een verlosser. In de stam van Dan woont Manoach met zijn vrouw. Kinderen hebben zij niet. Maar nu wordt hun door den Heere een zoon beloofd. En welk een zoon! Hij zal beginnen zijn volk te verlossen uit de macht der Filistijnen. Hij zal zijn leven moeten wijden aan God: hij zal een Nazireër zijn. Wijn noch sterken drank zal hij ooit drinken; en nimmer zal zijn haar mogen afgesneden worden. Dat lange hoofdhaar zal hemzelf en anderen er steeds aan herinneren, dat hij een dienstknecht is van den Allerhoogste!

God vervult Zijn belofte: aan Manoach wordt de beloofde zoon geboren. Simson is zijn naam. De geweldige. De sterke. Want sterk is hij; wonderlijk sterk. Sterk boven alle menschen. Die sterkte verleent hem de Heere. En die sterkte moet hij besteden tot heil van zijn volk; tot eer van zijn God.

Als hij tot een man is opgegroeid, kiest hij zich een Filistijnsche vrouw. Terwijl hij met zijn vader en moeder er heen gaat, om nader kennis met haar te maken, ontmoet hem, brullend, een jonge leeuw. Zijn ouders zijn op dit oogenblik niet in de nabijheid. Ze zien niet, wat er geschiedt.

Simson wijkt niet voor den leeuw. Onvervaard grijpt hij hem aan, en ... scheurt hem in tweeën. Het doode dier werpt hij ter zijde van den weg, waar het spoedig verdroogt. En in dit verdroogde lichaam nestelen zich de bijen. Eenige dagen later wandelt Simson denzelfden weg. Hij vindt... honing in den dooden leeuw. Hij neemt er een paar druipende raten uit, eet er van en geeft ook zijn vader en moeder. Zóó ging spijze uit van den eter, den leeuw; zoo zoetigheid van den sterke!

Op het bruiloftsmaal in Timnath geeft hij aan zijn dertig Filistijnsche metgezellen een raadsel op: indien ze het raden kunnen, zal hij hun dertig lijnwaadskleederen en dertig wisselkleederen geven. Maar indien niet, dan moeten zij hèm die geven. Goed, zeggen ze.

En hij geeft zijn raadsel op: ‘Spijze ging uit van den eter, zoetigheid

[pagina 103]
[p. 103]


illustratie
Simson in Dagon's tempel.


[pagina 105]
[p. 105]

van den sterke. Raadt gij nu: welke spijze; welke zoetigheid; wie is de eter; wie is de sterke?’

Maar dat kùnnen ze niet raden. Nooit. En nu komt hun haat aan het licht. Wat zullen ze straks tot Simson moeten zeggen; wij weten het niet? Tot dien verachten Israëliet? Ze moèten het raden. En als zij het tòch niet kunnen, dreigen ze Simsons vrouw met den dood, indien deze niet zorgt, achter het geheim te komen en het hùn mede te deelen. Dan wordt de jonge vrouw bevreesd. En in plaats van Simsons hulp in te roepen tegen die trouwelooze mannen, houdt ze zóó lang bij hem aan, dat hij haar de geschiedenis van den leeuw verhaalt. Nu weten de dertig het ook spoedig.

Op den gestelden dag smalen ze: Och, wat is zoeter dan honing; wat is sterker dan een leeuw?

Simson is verraden; hij begrijpt het. Maar hij zal zich wreken. Zeker, ze zullen hun wisselkleederen hebben. Zie maar, daar gaat hij den weg op naar de Filistijnsche stad Askelon: de Geest des Heeren wordt vaardig over hem en hij slaat dertig Askelonieten dood. Hun kleederen zendt hij aan de verraders te Timnath.

Het is zijn eerste slag onder de Filistijnen. Want God heeft hem er aan herinnerd, dat hij zijn volk moet verlossen. Hij alleen. Zonder leger; alleen door de kracht des Heeren.

Simsons naam is spoedig bij de Filistijnen geducht. Herhaaldelijk slaat hij hen: éénmaal zelfs duizend man op één dag. En zijn wapen was slechts een verdroogd ezelskinnebakken, dat hij daar vond liggen aan den weg!

Israël erkent hem als Richter! Twintig jaar lang strijdt hij voor zijn volk en verlost hen uit het geweld der vijanden. Zijn reuzenkracht is het schild, dat Israël beschermt. Maar ... die kracht zal hem alleen baten, als hij zijn God getrouw blijft!

En ... dat doet Simson niet. Een schoone, maar slechte Filistijnsche vrouw, Delila, verleidt hem tot zonde. En aan háár maakt hij het geheim van zijn kracht bekend, als ze hem er dag aan dag toe prest. Want 5500 zilverlingen kan ze er mee verdienen, indien ze hem aan zijn vijanden overlevert. ‘Indien mijn haar werd afgesneden, zoo zou ik zwak wezen als al de menschen, want ... ik ben een Nazireër Gods!’

't Is zoo. Delila heeft haar zilverlingen verdiend. Terwijl hij slaapt, snijdt een man de zeven haarlokken van zijn hoofd af. De vijanden naderen ... hij wil zich op hen werpen ... Ach! hij wordt overmeesterd, gebonden; zijn oogen worden hem door de wreede vijanden uitgestoken en als een ellendige slaaf, met koperen ketenen geboeid, moet hij in de gevangenis den zwaren molensteen draaien.

[pagina 106]
[p. 106]

Hij heeft God verlaten! Nu is hij verlaten van God.

Maar ... Simson zoekt vergeving. Simson belijdt zijn zonde. En God hoort hem. En het haar van zijn hoofd groeit weer aan. Ja, hij zal nog eenmaal Richter zijn!

In het huis van hun god Dagon vieren duizenden Filistijnen hun overwinningsfeest. Hem eeren zij met offeranden en gebeden. Dan moet Simson, de vroeger gevreesde, maar nu smadelijk verachte, in hun midden komen. Hij komt. En hun hoongelach klinkt hem in de ooren. Hun spotten met hèm; met den Heere, zijn God!

‘Gedenk mij, mijn God!’ zoo fluisteren zijn lippen, ‘en sterk mij alleenlijk ditmaal!’ Voor de eere Gods! Voor het heil van zijn volk!

Opeens omvatten zijn armen de twee middelste pilaren, waarop het dak en de galerijen rusten, waar drieduizend mannen en vrouwen zich bevinden. ‘Mijn ziel sterve met de Filistijnen!’ roept hij. En hij buigt zich met kracht; de pilaren kraken: de tempel van Dagon stort inéén!

Een vreeselijk angstgegil stijgt op ... duizenden Filistijnen sterven in een oogenblik. Simson heeft zijn leven opgeofferd, om zijn volk te verlossen; want hij heeft in zijn sterven méér vijanden gedood dan in zijn leven!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken