Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

73.
Wijs en toch dwaas!

Recht en gerechtigheid deed Salomo. Dat had de goddelooze Joab ondervonden. Joab had tweemaal een gruwelijken moord gepleegd. Uit jaloerschheid had hij twee krijgsoversten, Abner en Amasa, verraderlijk vermoord. Absalom had hij, ofschoon hij vroeger diens vriend was geweest, met 3 pijlen het hart doorstoken. En toen Adonia zich koning wilde maken, had hij dien ontaarden zoon tegen David, zijn wettigen koning, geholpen.

Joab, de moordenaar, werd gedood! Niet lang daarna moest ook Adonia hetzelfde lot ondergaan, omdat hij opnieuw plannen had beraamd, zich van den troon meester te maken.

Rechtvaardig was de koning, en wijs! En rijk!

Ziet, wat prachtig paleis hij voor zich heeft doen bouwen. Daarin staat een elpenbeenen troon; daar blinkt het van goud en zilver, en daar schitterden de edelsteenen. Het goud wordt in Salomo's dagen geacht als zilver en het zilver als ijzer.

Tot in verre landen gaat het gerucht van den wijzen, rijken koning. De koningin van Scheba, in Arabië, verneemt het ook. Ze wil zelf gaan onderzoeken, of het gerucht de waarheid is.

Maar als ze in Jeruzalem is aangekomen, en Salomo's wijsheid bemerkt, en Salomo's rijkdom ziet, roept ze vol verwondering uit: ‘De helft is mij niet aangezegd!’

Welk een zegeningen schenkt de Heere aan Davids zoon! Vredevorst, zoo mag zijn naam wel zijn. Gezegende van God! Recht en gerechtigheid deed Salomo. Helaas! niet altijd! Als vele jaren zijn voorbij gegaan, begint de koning van den Heere af te wijken. Zie eens, ginds, op dien heuvel, buiten Jeruzalem! Welke tempel staat daar? Neen, dat is de tempel des Heeren niet. Dat is een tempel voor een afgod der Moabieten, voor Kamos! En dáár nog één! Dat is een tempel voor Molech, den vuurgod. En ginds een voor Astaroth, den god der Pheniciërs.

Zal Salomo deze afgodstempels in zijn land dulden? Zal hij ze niet dadelijk doen omverhalen en degenen, die ze gebouwd hebben, dooden? Ach, Salomo zèlf is de bouwer! Hij, die den heerlijken tempel des Heeren heeft gesticht, buigt zich nu óók voor de afgoden. Hoe is hij gevallen, hoe diep gevallen!

[pagina 138]
[p. 138]

Hoe het komt? Dat is een droeve geschiedenis. Vreemde, heidensche vrouwen heeft Salomo genomen. En die hebben zijn hart van God afgetrokken! En hoe gaarne heeft hij naar haar geluisterd!

Maar nu kan ook de straf niet uitblijven. Salomo trekt het volk af van den dienst des Heeren; nu zal de Heere het volk aftrekken van hèm.

Ziet ge daar dien man wandelen? Het is de oude profeet Ahia. Om de schouders heeft hij een nieuw kleed, een vierkanten doek geslagen, die zijn geheele bovenlijf bedekt. Daar nadert een andere man, jong en krachtig. 't Is Jerobeam, èèn van Salomo's knechten. Voor hèm blijft Ahia staan. Hij scheurt het nieuwe kleed, voor de oogen van den verbaasden Jerobeam, in twaalf stukken. Die legt hij voor hem neer op den grond. Dan zegt hij: ‘Neem van deze twaalf stukken er tien voor u. Want, zoo zegt de Heere, de God Israëls: Zie, Ik zal het koninkrijk van de hand van Salomo scheuren, en u tien stammen geven!’

Als Salomo hoort, wat er geschied is, zoekt hij Jerobeam te dooden; maar deze vlucht naar Egypte, en wacht daar, tot hem de tijding bereikt van Salomo's dood.

Dan keert hij terug.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken