Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

75.
Wie god verlaat, heeft smart op smart te vreezen!

Uit Jerobeams paleis gaat een eenvoudig gekleede vrouw. In haar hand draagt ze een korf. Ze verlaat Thirza, de residentie des konings en slaat den weg in naar het zuiden, naar Silo.

Haar gezicht staat ernstig en bezorgd. Haar oogen zijn roodgeschreid. Wie is ze? Waarheen gaat ze?

't Is de koningin des lands: Jerobeams vrouw. Maar niemand zal haar kennen, als ze daar over den weg gaat. Ze heeft zich verkleed als een gewone, arme vrouw. Waarom?

O, welk 'n droeve geschiedenis. Haar zoon Abia, Jerobeams trots, en hoe klein ook nog, toch reeds de lust van 't volk, ligt doodelijk ziek. Geen medicijn wil baten. Zienderoogen gaat hij achteruit.

Waar hulp te zoeken? Bij de nieuwe goden, de kalveren van Bethel en Dan? Maar Jerobeam wéét, dat diè niet redden kunnen. Plotseling schiet hem de gedachte aan Ahia, Gods profeet in Silo, te binnen. Eéns heeft die hem het goede geboodschapt, toen hij hem voorspelde, dat hij koning zou worden. Wellicht kan Ahia helpen.....

Maar niemand mag weten, dat Jerobeam hulp zoekt bij den profeet des Heeren. En daarom gaat hij zèlf niet; maar hij zendt zijn vrouw. En deze heeft zich vermomd: nu zal het nooit geweten worden, dat de koning van Israël zijn eigen goden en profeten voorbijging en de toevlucht nam tot den Heere en diens profeet!

Bovendien: zijn geweten beschuldigt hem. Hij dùrft Ahia niet onder de oogen te komen!

Daar heeft de vermomde koningin het huis van den ouden profeet bereikt.

[pagina 143]
[p. 143]

Het zal niet moeilijk zijn, ook hem te misleiden. Zijn oogen staan immers stijf van ouderdom; hij kan immers niet meer zien!

Maar ..., hoe schrikt de koningin. Nauwelijks heeft ze den dorpel van Ahia's huis overschreden, of daar hoort ze zich door den profeet toeroepen: ‘Kom in! gij huisvrouw van Jerobeam! Waarom stelt gij u dus vreemd aan? Want ik ben tot u gezonden met een harde boodschap!’

't Is, als zinkt ze neer in een afgrond. O, wat zal er volgen.....

‘Ga heen, zeg Jerobeam (zoo zegt de Heere): Ik heb u gesteld tot een voorganger over Mijn volk. Maar in plaats van Mij te dienen, hebt gij andere goden gemaakt, en Mij hebt gij achter uw rug geworpen. Daarom zal uw rijk niet bestaan; uitgeroeid wordt uw huis. Die van Jerobeam in de stad sterft, zullen de honden eten; die in het veld sterft, zullen de vogelen des hemels eten: de Heere heeft het gesproken!’

Ach, ach! hoe doorboort ieder woord haar hart!

Maar het vreeselijkste moet nog volgen. Hoor: ‘Ga naar uw huis; als uw voeten in de stad zullen gekomen zijn, zoo zal het kind sterven!’

Daar gaat de koningin ... Alle hoop is vervlogen. Doodelijke angst beklemt haar hart. Zal ze dan zelfs haar zoon niet levend weerzien? Elke stap brengt haar nader ... bij zijn lijk?

Als ze haar voet zet op den dorpel van het paleis, blaast Abia den laatsten adem uit... Wat baat het haar, of ze zich luid schreiend op den doode werpt, of ze dat koude, witte gelaat nog liefkoost?

Straks wordt Abia begraven. Heel Israël beklaagt hem. Deze alléén uit Jerobeams huis komt in 't graf. Er is wat goeds voor den Heere in hem gevonden: in zijn jonge hart woonde de vreeze van God.

Gelukkige Abia!

Dwaze, ongelukkige Jerobeam! Wat zijn de vruchten der zonde bitter! Wie God verlaat, heeft smart op smart te vreezen.....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken