Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

28.
Wonder op wonder.

Aan den noordelijken oever van het Galileesche meer bevindt zich Jezus met Zijn discipelen. Zal Hij hier eenigen tijd rust vinden? De streek is eenzaam en woest; het is een geschikte plaats, om eenige dagen in afzondering door te brengen.

Maar zie! Van allen kant dagen de menschen op. De verre reis schrikt hen niet af. Hun kranken voeren ze mee. En Jezus' liefdevol hart buigt zich in ontferming tot hen neer. Hij geneest de zieken; Hij spreekt tot de scharen de woorden van het eeuwige leven.

't Wordt avond. Maar nog toeven de menschen. ‘Zend hen toch weg, Heere!’ waarschuwen de discipelen. ‘'t Wordt straks nacht; laat hen nù vertrekken, dan kunnen ze in de omliggende dorpen spijze koopen.’

‘Het is hun niet noodig heen te gaan, geeft gij hun te eten!’ antwoordt de Heere.

Verwonderd staren de discipelen Hem aan. Waar voor zoovelen brood te koopen? En hoeveel zal dat niet kosten? Ze hebben slechts vijf brooden en twee visschen, dat is al!

‘Brengt ze Mij!’ gebiedt Jezus. De scharen moeten zich neerzetten bij

[pagina 252]
[p. 252]

gezelschappen van vijftig. Nu heft Hij de oogen ten hemel; Hij zegent de spijzen; Hij breekt het brood en ... de discipelen ontvangen uit Zijn handen brood en visch, steeds weer, altijd weer ... totdat elk zijn deel heeft; totdat vijfduizend mannen, met vrouwen en kinderen, gegeten hebben en verzadigd zijn!

En verbaasd eten de scharen dit wonderbrood. Is deze niet de Profeet, die komen zou? Zullen ze Hem niet in triomf met zich voeren en Hem, den Machtige, uitroepen als koning?

Maar Jezus beveelt den discipelen, nadat ze met de overgeschoten stukken spijs twaalf manden gevuld hebben, in het schip te gaan. En Hij zelf ontwijkt de scharen in den vallenden avond en zoekt de eenzaamheid der bergen, om te bidden!

De discipelen hebben 's Heeren bevel opgevolgd; ze zijn in het schip gegaan. Maar de reis is niet voorspoedig. De wind is hun tegen. Ze komen met de grootste moeite nog bijna niet vooruit.

Reeds is het de vierde nachtwake, tusschen 3 en 6 uur in den morgen, en nog altijd gaat het even onvoorspoedig. De baren worden hooger, de wind steekt al meer op.

Wat nadert hen daar over de golven? Is dat een ..., neen dat kan immers geen mensch zijn. 't Is een spooksel! En van vrees schreeuwen ze het uit!

Kennen ze dan hun Meester niet? En gelooven ze dan niet, dat Hij ook, en Hij alleen! wandelen kan over de onstuimige zee? Hebben ze dan niet gelet op het wonder der brooden. Is hun hart zoo verhard?

‘Ik ben het,’ roept bemoedigend de Heere hun toe.

Dat geeft kalmte. Hij is het; hun Meester. ‘Indien Gij het zijt, gebied mij dan tot U te komen op het water!’ vraagt Petrus. Ja, hij gelóóft. ‘Kom!’ luidt het antwoord. En Petrus komt. Hij houdt Jezus in 't oog en ... wandelt als de Heiland op het water.

Hoor! hoe de wind huilt; hoor, hoe de zee bruist. Petrus ziet om zich heen. Hij verliest den Heiland uit het oog: ach, hij zal verdrinken! Ja, hij voelt zich zinken, wegzakken in de vreeselijke diepte. ‘Heere, behoud mij!’ krijt hij, in doodsangst. En terstond voelt hij zich door den trouwen Meester aangegrepen: ‘O, gij kleingeloovige, waarom hebt gij gewankeld?’

En veilig aan 's Meesters hand bereikt hij het schip.

De wind stilt.

Jezus is bij hen. En beschaamd over hun ongeloof, roepen ze 't uit: ‘Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon!’

[pagina 253]
[p. 253]


illustratie
‘O vrouw! groot is uw geloof......’



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken