Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

36.
De heerlijkheid gods!

In Bethanië wonen Lazarus met zijn zusters Martha en Maria. Dikwijls is de Heere Jezus hun gast. Hoe ijverig is Martha dan in de weer, om het den Heiland zoo aangenaam mogelijk te maken. Hoe stil zit dan Maria aan Zijn voeten, om de woorden der zaligheid te hooren. Hoe lief hebben zij allen den Heere!

En hoe lief heeft de Heiland hèn!

Lazarus wordt ziek. O, was nu de Heere maar bij hem. Zou Hij hem niet genezen? Maar de Heere is ver weg. Over den Jordaan.

Lazarus' ziekte wordt heviger. Martha en Maria vreezen het ergste. Ze zenden in dien nood een bode, om tot den Heere te zeggen: ‘Zie, dien Gij liefhebt, is krank!’

In het Overjordaansche land bereikt die boodschap Jezus. Haast Hij zich niet naar Bethanië? Hij blijft nog twee dagen in de plaats, waar Hij is. Dan zegt Hij tot Zijn discipelen: ‘Laat ons weer naar Judea gaan.’ En ofschoon ze vreezen voor den haat der Joden, Jezus laat zich niet weerhouden.

Hij gaat naar Bethanië. ‘Lazarus, onze vriend, slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit den slaap op te wekken.’ De discipelen begrijpen Hem niet. Slaapt hij? Is dit geen teeken van beterschap?

‘Lazarus is gestorven!’ zegt de Heiland nu openlijk. ‘Maar Ik ben blijde om uwentwil, dat Ik daar niet geweest ben, opdat gij gelooven moogt.’

De discipelen zien wel, dat Jezus vast besloten is, er heen te gaan. En al dreigen Hem en hun dan de grootste gevaren, alleen laten ze Hem niet

[pagina 270]
[p. 270]

vertrekken. ‘Laat ons óók gaan, opdat wij mèt Hem sterven!’ spreekt Thomas.

Ja, Lazarus is reeds gestorven. Vier dagen rust hij al in het graf, dat uitgehouwen is in een rots, als Jezus Bethanië bereikt. In het huis van Martha en Maria zijn vele vrienden bijeen, om de treurende zusters te troosten. Daar fluistert iemand Martha in het oor, dat Jezus is gekomen. Dadelijk gaat zij Hem tegemoet. Zij moèt Hem spreken. Ach, waarom is Hij toch niet gekomen, toen Lazarus nog leefde?

Ze vraagt het hem. En ze zegt er bij, dat ze gelooft, dat de Heere nòg alles machtig is. Dàt geloof zal niet beschaamd worden: Jezus Christus is de Opstanding en het Leven!

Nu zegt ze heimelijk tot Maria: ‘De Meester is daar, en Hij roept u!’ De Meester! Maria ijlt heen. Ja, daar is de Meester. Ze valt aan Zijn voeten neer, overmeesterd door haar smart. Haar tranen kan ze niet weerhouden. ‘Heere, als Gij hier geweest waart, mijn broeder zou niet gestorven zijn!’ roept ze, juist zooals Martha zoo even.

De vrienden zijn haar gevolgd; ze denken, dat Maria naar Lazarus' graf liep, om er te weenen.

Nu zien ze Jezus en de treurende Maria. En bij háár droefheid, zoo groot, zoo diep, weenen ze mee.

Jezus ontroert er van. O, hoe groot is toch de macht der zonde: tranen, smarten, ziekte, dood! Alle vruchten van de zonde! Maar ... Hij is gekomen, om te toonen, dat hij die macht verbreken zal.

Diep medelijden vervult Zijn ziel. Hij weent. Maar Hij kan meer, dan meeweenen. Hij kan tranen drogen. Hij alleen.

Bij het graf zijn ze aangekomen. Een rechtopstaande steen sluit als een deur de spelonk af. En achter dien steen ... in een zij-nis ingeschoven, ligt Lazarus' reeds riekende lijk!

‘Neemt den steen weg!’ klinkt Jezus' bevel.

‘Ach, Heere!’ werpt Martha tegen, ‘hij riekt nu al. Want hij heeft er nu al vier dagen gelegen!’

Jezus ziet haar aan: ‘Heb Ik u niet gezegd, Martha, dat, zoo gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods zult zien?’

Zullen ze heerlijkheid zien? Heerlijkheid, in het donkere graf?

Ja, heerlijkheid! Zie, daar heft Jezus de oogen ten hemel. En luide spreekt Hij: ‘Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt. Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd hoort. Maar om der schare wil, die rondom staat, heb Ik dit gezegd, opdat zij gelooven zouden, dat Gij Mij gezonden hebt.’

En dan, dan richt Hij de oogen op het geopende graf.

[pagina 271]
[p. 271]


illustratie
‘Lazarus / kom uit!’


[pagina 273]
[p. 273]

Ieder houdt den adem in. Wat zal hier geschieden?

‘Lazarus, kom uit!’ roept Jezus met groote stem.

Ziet nù de heerlijkheid Gods:... de gestorvene komt uit!

Voor Jezus' woord vlucht de dood. Een levende Lazarus treedt uit de grafspelonk naar buiten. Zijn vrienden behoeven niets anders te doen, dan de grafdoeken los te wikkelen, waarmee hij geheel omwonden was. Martha, Maria! ziet gij nu de heerlijkheid Gods?

Ja, zij zien haar, en velen, die aanschouwd hadden wat Jezus gedaan had, geloofden in Hem!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken