Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

73.
In Filippi.

Van zijn eerste reis teruggekeerd in Antiochië, vat Paulus al spoedig het voornemen op, terug te keeren en de plaatsen weer te bezoeken, die ze op dien tocht hebben aangedaan; de kleine Christelijke gemeenten te versterken in 't geloof en te vertroosten in de verdrukking.

Ditmaal is Silas zijn metgezel. Na een hartelijk afscheid van de broeders, vertrekken ze. Met goeden moed. Maar ach; 't schijnt wel, dat op hun werk geen zegen mag rusten. Ze vinden geen gelegenheid te prediken. 't Lijkt, of alle ooren voor hun woord gesloten zijn. Zoo komen ze te Troas aan, een plaatsje aan de Egeïsche Zee. Daar ziet Paulus in den nacht een gezicht: Aan de overzijde der zee wenkt en roept hem een Macedonisch man toe: ‘Kom over in Macedonië en help ons!’

Dit is een roepstem des Heeren, denkt Paulus. Dan de zee over; van Azië naar Europa. Ze landen in Filippi. Vol moed beginnen ze hier de prediking. Stroomen thans de scharen toe? Luisteren nu duizenden naar hun woord? Dagen gaan voorbij. En al hun prediken is ijdel. Niemand hoort naar hen. Tot.... eindelijk! één vrouw acht neemt op Paulus' woorden. 't Is Lydia, een purperverkoopster, afkomstig uit de stad Thyatira. Hààr hart wordt door den Heere geopend. Maar zij is ook de eenige!

Op zekeren dag worden Paulus en Silas achtervolgd door een vrouw.

[pagina 331]
[p. 331]

't Is een arme, ongelukkige dienstmaagd, die van den duivel bezeten is. De vreemde dingen, die de Satan haar vaak doet zeggen, maken haar in 't oog der bijgeloovige heidenen tot een profetes. Haar heeren trekken van haar waarzeggerij groot gewin. Zij roept Paulus en Silas na: ‘Deze menschen zijn dienstknechten van God den Allerhoogste, die ons den weg der zaligheid verkondigen!’ Vele dagen lang doet ze zoo. Tot Paulus zich op eenmaal omkeert en in Jezus' Naam den duivel uit haar uitwerpt. Hij wil de hulp des duivels niet. Wat samenstemming zou er ook kunnen zijn tusschen Christus en den Satan?

Nu is de vrouw genezen; maar.... ze is óók niet meer in staat om, zooals vroeger, te waarzeggen. Dit bemerken haar heeren tot hun groote teleurstelling. Hun gewin is weg.

Woedend hierover, beschuldigen ze Paulus en Silas voor de rechters der stad. Oproermakers tegen het Romeinsche gezag noemen ze hen. Hun leugens worden gaarne geloofd. Na bloedig gegeeseld te zijn, worden de apostelen in den ondersten kuil der stadsgevangenis geworpen, in gezelschap der grootste boeven. Opdat ze toch zeker niet zullen kunnen ontvluchten, sluit de cipier hen met hun voeten vast in een zwaar houten blok.

Zoo belasterd en mishandeld en geboeid verliezen Paulus en Silas toch hun geloof niet. Te middernacht bidden ze en zingen Gode lofzangen! Verwonderd luisteren de gevangenen naar hen!

Plotseling doet een vreeselijke aardbeving de fondamenten van den kerker schudden. Alle deuren vliegen uit de sloten. Verschrikt ijlt de stokbewaarder toe; zeker zijn alle gevangenen ontkomen. Hìj zal beschuldigd worden, dat hij zijn plicht niet gedaan heeft. Hij trekt zijn zwaard en staat op het punt, zichzelf te dooden.... als opeens de stem van Paulus klinkt: ‘Doe uzelf geen kwaad. Wij zijn allen hier!’

Nu geschiedt grooter wonder, dan ooit in Filippi had plaats gegrepen. Gods hand raakt het hart van den stokbewaarder aan en bevend valt hij voor Paulus en Silas neer, met den uitroep: ‘Lieve heeren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?’

Die nacht wordt voor hem de heerlijkste van zijn leven. Hij leert door Paulus' prediking den Heiland kennen; zìjn Heiland. En allen, hij zelf mèt zijn huisgezin, worden gedoopt in den Naam des Heeren.

Hij wascht en verbindt de wonden der apostelen. Den anderen morgen verzoeken de oversten der stad nederig aan Paulus en Silas, of ze willen vertrekken. Ze zien in, dat ze een grooten misslag begaan hebben. Paulus en Silas, die ook Romeinsche burgers zijn, hebben ze, onverhoord, in het openbaar, gegeeseld! En nimmer mocht een Romein de geeselstraf ondergaan.

[pagina 332]
[p. 332]

Dit kan hun slecht bekomen. En ze zijn o zoo dankbaar, als ze straks Paulus en Silas mogen uitleiden uit de gevangenis!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken