Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De grote stilte (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De grote stilte
Afbeelding van De grote stilteToon afbeelding van titelpagina van De grote stilte

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

Scans (3.93 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De grote stilte

(1977)–Dirk Ayelt Kooiman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 85]
[p. 85]

[7]

Op de dag af een week later gebeurde er het volgende. Ik was naar een concert gegaan dat gegeven werd door een wereldberoemde pianist. En tijdens het tweede programma-onderdeel, een sonate met treurmars, had ik een ogenblik de gewaarwording te ontwaken uit een lichte sluimering: een minieme wankeling van mijn bewustzijn die waarschijnlijk maar een fraktie van een sekonde geduurd had. Een schok voer door mijn leden, zo hevig dat het mezelf voorkwam dat hij met een knal gepaard ging. Ik keek in verwarring om me heen. Een gedempt verlichte zaal vol mensen, stil en levenloos als kadavers, een door schijnwerpers verlicht podium, waarop een kleine man die met voor mij onzichtbare handen een vleugel bespeelde. Hier

[pagina 86]
[p. 86]

bevond ik me dus? Ik hield mijn adem in. Het was een makaber, apocalyptisch visioen, waarin ik was teruggekeerd, een kollektief droombeeld, waar ik één moment was buitengetreden maar nu weer deel van uitmaakte. Ik spande mijn spieren. Want, wist ik stellig, deze zeepbel kon ieder moment uiteenspatten, er was iets gaande, er lag iets op de loer, er kookte iets en de ketel zou barsten. Het plafond zal naar beneden komen, de lamp boven de pianist raakt los van de draad, een ontploffing, brand, de wereld vergaat... Er was een spanning, en die spanning werd te hoog opgevoerd, de snaar werd te strak aangedraaid en zou springen... Plotseling viel het me in dat ik het zou kunnen zijn. Misschien was ik de zwakste schakel, misschien zou deze tot het uiterste gespannen onwerkelijkheid in mij verbroken worden! Het was alsof het grondvlak onder me begon te deinen; mijn oren suisden. Mijn handen klampten zich rond de armleuningen van de stoel. Niet opstaan! Blijven zitten! Ik kneep mijn ogen dicht, bewoog mijn tenen op en neer in mijn schoenen op de maat van de muziek, klemde mijn tanden op elkaar - alles om weerstand te bieden tegen de ondraaglijke prikkel: op te staan en te schreeuwen. Nooit werd een slotakkoord met meer opluchting begroet.

In de pauze liet ik, de onderzoekende blik van mijn spiegelbeeld vermijdend, overvloedig water over mijn polsen stromen. Het is de grootst mogelijke onzin, ver-

[pagina 87]
[p. 87]

maande ik mezelf. Zo erg kan het immers nooit geweest zijn, zo hysterisch ben ik toch zeker niet! En om daarvoor het bewijs te leveren verbrak ik mijn heilige voornemen om na de pauze te verdwijnen. Met goed gevolg.

Later op de avond kwam ik een vrouw tegen die ik een tijd tevoren een keer in gezelschap had ontmoet en op wie ik toen even, zonder zelfs maar kennis met haar te hebben gemaakt, gemeend had verliefd te zijn, of tenminste zonder moeite te kunnen worden. Ze verliet juist het café dat ik binnen wilde gaan, en we stonden in de deuropening een moment verward lachend tegenover elkaar. Ik stelde voor elkaar een momentje gezelschap te houden; een voorstel dat herhaald moest worden want ze bleek een Amerikaanse te zijn. Het verbaasde me dat ze me herkend had en zelfs nog de omstandigheden wist waarin we elkaar indertijd gezien hadden.

Hoe het met me ging? Slecht, ik kon niet anders zeggen. Het bekende verhaal. Ik wilde zeggen dat ik het gevoel had dat er iets in me was losgeschoten, maar wist niet hoe ik dat in het Engels uit moest drukken. In plaats daarvan deed ik haar verslag van mijn ervaring tijdens het concert. Zo vreemd is dat niet, zei ze. Ik weet tenminste precies wat je bedoelt. Ik realiseerde me daarop dat het een en ander mogelijk toch niet zo exklusief was als ik me wel voorstelde.

Jij ziet er anders ook niet uit als het toppunt van vro-

[pagina 88]
[p. 88]

lijkheid, merkte ik op. Ze vertrouwde me toe dat ze op het punt stond jarig te worden. Over tien minuten, om precies te zijn. Hoe oud? Vierendertig. Ik zei met oprechte verbazing dat ik dat bijna niet geloven kon; ik had nota bene gemeend veel ouder te zijn dan zij, en me achteraf verbeeld dat dát me ervan weerhouden had een poging te ondernemen aan haar voorgesteld te worden. Ze was nog getrouwd ook, althans nog niet gescheiden, en in het bezit van twee kinderen. Maar die had ze in lang niet gezien, want ze verbleef al bijna een jaar onafgebroken in onze stad.

Toen de wijzer van de klok de twaalf bereikt had, kuste ik haar op beide wangen. Gefeliciteerd. Ze omhelsde me op mijn beurt, waarbij ze op haar tenen moest staan. Vind je me aardig? vroeg ik in een opwelling. Is dat een probleem voor je? Dat is een probleem voor me. Wel, ik vind je aardig. Very sweet. (Geen reden het onvermeld te laten.) Dat komt dan mooi uit, zei ik. Ik ben namelijk je verjaardagscadeau. En dat klonk me helemaal niet belachelijk in de oren, maar eerder als het meest vanzelfsprekende dat er op dat moment door mij gezegd kon worden.

Ze zei: laten we hier weggaan.

We liepen door de nachtelijke stad en ik hield mezelf voor dat ik domweg de eerste bekende moest zijn geweest die ze die avond tegen was gekomen. Dat denkbeeld stemde me tevreden. Zo eenvoudig blijken de dingen te kunnen liggen.

[pagina 89]
[p. 89]

Ze woonde in een monumentaal huis, een met torens en terrassen verlucht paleis, waarvan de aanblik me, altijd wanneer ik het passeerde, had aangezet tot dagdromen - maar nooit dat ik het nog eens onder deze omstandigheden zou betreden. Ik volgde haar op mijn tenen door een stelsel van trappen, overloopjes en gangen, waarbij steeds het licht van de etappe die voor ons lag ontstoken werd, en die van de achter ons liggende gedoofd; er diende de grootst mogelijke stilte in acht genomen te worden en ik vroeg me af welke leeftijd men moet hebben om een dergelijke tocht zonder heimelijkheid te mogen ondernemen. Iedereen slaapt al, verduidelijkte ze ongevraagd. Ze opende een deur en we betraden een ruime zolderkamer die geheel leeg was op wat koffers en kisten na, en een bed, dat kleumerig midden in de kamer stond. Alles is al ingepakt. Ze zou de volgende dag weer naar haar vaderland terugkeren.

Ze ging op een kist zitten en zei op een toon alsof ze het al vele malen eerder gezegd had, tegen iedereen die voor het eerst de kamer had betreden: hier sliep vroeger het personeel. Toen begon ze, met haar jas nog aan, zonder aankondiging of waarschuwing, geluidloos te huilen.

Ik ging op mijn hurken bij haar zitten, sloeg mijn arm om haar heen. Je bent jarig, het is feest, fluisterde ik. Je zult je kinderen weer zien. Je bent mooi - en dat soort dingen meer. Ze droogde haar tranen en zei,

[pagina 90]
[p. 90]

zonder me aan te kijken: Ik weet niet of ik je precies op het goede of precies op het verkeerde moment ben tegengekomen. Op het goede, zei ik. Laten we gaan slapen.

We kleedden ons uit en kropen in het smalle bed. Haar lichaam was zo zacht en vrouwelijk dat ik het gevoel had dat ik zweefde.

Na een paar uur ontwaakte ik uit een diepe, droomloze slaap. Ik strekte mijn arm uit, maar ze lag niet meer naast me. Ik keek de kamer in, waar het vroege ochtendlicht alles koel en onaantastbaar maakte, draaide me om. Ze lag voor het bed in een slaapzak op de vloer. Een luid tikkende wekker stond ter hoogte van haar oor.

Ik kleedde me geruisloos aan, hurkte bij haar neer en kuste haar voorzichtig op haar voorhoofd. Ze opende haar ogen en keek me zonder verbazing aan. Ik fluisterde dat het me verstandig leek om naar huis te gaan. Dan hoeven we morgen geen afscheid van elkaar te nemen. Ze knikte. Ik zei: we moeten elkaar beloven dit niet te vergeten. Het was het enige wat ik op dat moment kon bedenken.

Ik sloop de trappen af en stond buiten. Prikkelende, frisse lucht; ik realiseerde me dat het niet meer dan een paar uur tevoren was geweest dat ik uit de concertzaal was gekomen - het leek me oneindig lang geleden.

De stad was moeizaam bezig over te gaan tot de orde

[pagina 91]
[p. 91]

van de dag. Rumoerige melkauto's, een rioolzuiger, krantenbezorgers, straatvegers op gemotoriseerde driewielers, en hier liep ik, op weg naar huis.

Ik kwam langs een muurautomaat en trok er een blikje vruchtenlimonade uit. Ik stak het in mijn jaszak, me voornemend het pas halverwege leeg te drinken. Maar toen ik het, inderdaad vrijwel halverwege, met een gelukzalig gebaar open wilde trekken brak het lipje af. Verbijsterd staarde ik van de zinloze huls in mijn ene hand naar het belachelijke metalen ringetje rond de wijsvinger van mijn andere hand. Mijn mond was droog, mijn keel gloeide in verhevigde mate. Het blikje op de hand wegend met de bedoeling het zo ver weg te gooien als ik kon, bedacht ik opeens dat ik de begeerde inhoud thuis door middel van een blikopener in een wipje bereikbaar zou kunnen maken. Ik stak het weer in mijn zak en liep verder, tevreden over deze vindingrijkheid, tevreden over een dorst die pas gelest zou worden op het hoogste punt van ondraaglijkheid.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken