Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken 1965-2000 (2001)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.24 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken 1965-2000

(2001)–George Kool–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 44]
[p. 44]

13

Het is zondag vandaag. Vanmorgen in alle vroegte zijn er aan boord speciaal voor de bemanning twee protestantse kerkdiensten gehouden. Iedereen die op dat vroege uur niet onmisbaar was heeft er naar keuze een van mogen bijwonen. Ik heb aan boord al vaak over ‘de scheepskapel’ horen spreken. Dientengevolge heb ik steeds gedacht dat ons schip een aparte kerkruimte rijk was. Maar nu ben ik er dan achter dat die zogenaamde ‘scheepskapel’ niets anders is dan de bioscoop. Daar worden alle godsdienstoefeningen gehouden. De bioscoop is dan wel aan de godvruchtigheid van de opvarenden aangepast. Alles wat aan zijn profane bestemming herinnert is weggehaald of aan het oog onttrokken. Er zijn kerkelijke attributen in het zaaltje geplaatst.

Later op de dag zijn er ook passagiersdiensten gehouden. Deze passagiersdiensten mogen ook door de officieren worden bijgewoond. Er viel vanmorgen in de keuken bitter weinig animo voor de kerkgang te bespeuren. Als er al een mis is opgedragen zijn de Spanjaarden daar niet extra vroeg voor opgestaan. Massing is naar eigen zeggen wel gelovig, maar hij vindt het werk in de pantry al stichtelijk genoeg. De Zilverpoetser begon de Dag des Heren met een reeks extra stevige vloeken.

Niettemin heeft er de hele dag een echte zondagssfeer geheerst aan boord. Iedereen was vrolijker, meer geneigd tot een praatje.

Het is nu avond. Ik zou graag mijn pen neerleggen. Maar ik moet nog een gewichtig onderwerp aansnijden.

Ik moet een bekentenis doen. En wel deze: ik ben niet vrij meer. Ik ben een gevangene geworden. Ik ben een gevangene van het water geworden! Bij alles wat ik denk en doe voel ik de druk van die grote oneindigheid!

Niemand heeft ooit beter, indringender, over de Almacht van de Oceaan geschreven dan De Lautréamont. De onbevattelijke grootheid van het water heeft in de geheimzinnige, majesteitelijke ordeloosheid van de Zangen van Maldoror zijn meest accurate uitdrukking gevonden. Waarschijnlijk heeft de jonge Isodore Ducasse (De Lautréamont) op zijn reis naar Europa, staand aan de reling van een eenzaam koersend schip, net zo'n verpletterende ervaring opgedaan als ik. Hij moet net zo'n shock hebben opgelopen als ik aan het begin van deze reis. Maar heeft Ducasse zich toen met de Zangen van de betoverende beklemming van het water proberen te bevrijden? Nee, dat denk ik niet. De Oceaan, het water zelf, heeft door hem een zelfportret willen maken!

Ik ben sinds mijn vertrek uit Rotterdam totaal veranderd. Iemand zou kunnen uitroepen: Nee, hij is het niet. Hij is een ander geworden! Mijn besluit om aan te monsteren was destijds geboren uit mijn wens om met het verleden te breken. Ik wilde weg uit O. Ik wilde geen geëffende paden bewandelen. Maar je kunt die paden niet zomaar verlaten. Om vrij te zijn moet je eerst jezelf breken.

Toen ik nog in O. was droomde ik vaak dat ik ergens midden op de oceaan naar de golven stond te turen. En ik vroeg me dan af hoe ik me tijdens mijn reis zou voelen. Hoe zou ik dan op mijn oude leventje terugkijken? Ik hoopte dat die terugblik me meewarig zou stemmen. Ik leefde toen nog in de verwachting dat mijn leven door

[pagina 45]
[p. 45]

deze reis een zekere kosmopolitische allure zou krijgen. Maar in werkelijkheid wordt mijn leven dus beheerst door een grote dode, alles bagatelliserende watervlakte!

Het is alsof het water me mijn gevoel heeft ontnomen. Als enig teken van geest word ik soms overvallen door een tomeloze woede.

Ik ben me van deze invloed van het water pas sinds enkele dagen bewust. Pas toen we in New York aankwamen begon er iets van mijn huidige gemoedsgesteldheid tot me door te dringen. Ik had me de hele dag op de aanblik van de metropool verheugd. En toen ik vernam dat er land in zicht was ben ik direct naar het voordek gegaan. Maar zodra we de Hudsonbaai opvoeren begon ik me onbehaaglijk te voelen. En terwijl Manhattan voor mij opdoemde voelde ik mij onpasselijk worden.

New York heeft bitter weinig indruk op me gemaakt. Die geweldige gebouwen, al dat verkeersgedruis, ik kon er maar niet geïmponeerd door raken! Tijdens de ontscheping dacht ik: alweer die bedrijvigheid op een kade. Alweer af en aan rijdende auto's, overal weer lachende, huilende, elkaar omhelzende mensen. Ik heb nog geprobeerd de dynamica van de stad met het water te verzoenen. Er historische, filosofische, economische, culturologische rechtvaardigingen voor proberen te vinden. Maar dat is me niet gelukt.

Ik ben een dolende geworden. En dat zal ik de rest van mijn leven ook blijven.

 

Wat is alles onuitsprekelijk vulgair! Maar wat is het tegelijkertijd banaal om je erboven te willen verheffen. Ik zou graag een moralist willen zijn. Een soort priester van het verschrikkelijke niets. Godsdienstig kan ik niet zijn. Hoe zou ik me ooit kunnen scharen in het gezelschap van die dwazen met hun religieuze aandoeningen? Me onderwerpen aan metafysisch gekwijl? Als alles vulgair is staat je maar één ding te doen: je in het vulgaire verlustigen. Ik kan de laatste tijd mijn Spaanse hutmaten veel beter begrijpen. Sinds kort heb ik waardering voor hun dubbele moraal. In Pablo's kooi hangt temidden van de blote nimfen een fotootje van zijn vrouw en zijn twee kinderen. Het is een aandoenlijk familieportretje. In de tuin van een klein wit huis staan een mooie Andalusische en twee jongetjes hem vrolijk toe te lachen. Maar wat heeft hij daaraan? Wat kun je daar op de oceaan mee aanvangen? Het zijn herinneringen. Maar waaraan?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken