Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anathema's 3 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anathema's 3
Afbeelding van Anathema's 3Toon afbeelding van titelpagina van Anathema's 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (24.51 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anathema's 3

(1971)–Rudy Kousbroek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

Stijl

[pagina 47]
[p. 47]

Tekens (1)

Er is reden om te geloven dat de 2 CV Citroën door grote groepen mensen, in de twintig jaar dat hij bestaat, nooit begrepen is. Niet begrepen zoals een hond een foto niet begrijpt.

Het is te vrezen dat hun aantal groot moet zijn, want de fabrikant heeft over de jaren steeds meer concessies aan hen gedaan. Die concessies bestonden uit pogingen om de 2 CV - ik kan mij er haast niet toe brengen om het op te schrijven - uit pogingen om de 2 CV mooier te maken. Zou het in het verliederlijkste brein ooit opkomen om een hamer, een gloeilamp, een schaar, een hooivork, of een ladder ‘mooier’ te maken, onder het voorwendsel dat hun vorm opzichzelf lelijk is? Ja, vermoedelijk ook dat wel.

De bovenbedoelde concessies komen mij, hoe dan ook, niet alleen verwerpelijk voor om redenen van gezond verstand en opvoedkunde, maar ook uit pragmatische motieven: er is toch geen hoop om het soort mensen te bekeren dat zich maar niet voor kan stellen hoe een fabriek er bij kon komen om in ernst zoiets geks als een 2 CV op de markt te brengen. Deze mensen bestaan, zoals er ook mensen bestaan die een jaknikkend opgezet hondje voor de achterruit van hun vervoermiddel zetten, of er van overtuigd zijn dat een gepoetste auto een goede auto is, en een niet gepoetste een slechte. Zulke wezens stappen wel zonder gêne in een vervoermiddel dat er uitziet als een verchroomde moccataart, bedekt met agressieve fallische symbolen en kitschig plastic. Een huis, een boekenkast, een dressoir of een secrétaire in dezelfde stijl uitgevoerd zijn ondenkbaar. Helaas, want die zouden nu juist weer interessant zijn. Een oefening in voorstellingsvermogen: de directeurskamer van een deftige firma, waarvan het interieur volgens dezelfde esthetiek gestileerd zou zijn als de Eldorado Star Sapphire Executive Sedan van de president-directeur-generaal.

De 2 CV werd ontworpen door de Franse ingenieur Lefebvre, dezelfde die verantwoordelijk was voor de zwarte Citroën oud model bekend als traction-avant, waarvan er nog steeds een stuk

[pagina 48]
[p. 48]

of wat rondrijden; dezelfde ook die het grootste aandeel had in het ontwerp van de DS 19. De ontwikkeling van zijn 2 CV tot een 3 CV, aangekleed als een soort rijdend boudoir - de Ami 6 - heeft Lefebvre niet meer meegemaakt.

De traction ontstond in 1930, toen Lefebvre nog bij Voisin werkte, in samenwerking met Gabriel Voisin zelf. De Voisinfabriek was pas een NV geworden, en de commissarissen zagen in de traction een nieuwe extravagance, die in het belang van de firma geweerd diende te worden. Het prototype van de traction-Voisin werd verkocht aan een Belg, en Lefebvre ging met zijn ontwerp (en de zegen van Voisin) naar Citroën, waar het, tegen de heftige oppositie van de verkoopafdeling (i.e. de mensen die precies weten wat het publiek wil) in, wordt verwezenlijkt en dertig jaar in productie blijft.

De 2 CV dateert van 1937. Bij het uitbreken van de oorlog waren een twintigtal prototypes gereed, maar als gevolg van de oorlog en de daarop volgende periode van schaarste en andere moeilijkheden begon de produktie van de 2 CV pas in 1948.

Ook in Frankrijk werd de manier van denken die aan dit verbazende voertuig ten grondslag lag niet dadelijk, en ook op de lange duur nog niet door iedereen, begrepen. De gedachte dat in een auto dezelfde relatie tussen functie en vorm zou kunnen bestaan als bijvoorbeeld in een fiets, zonder concessies aan wat Voisin eens ‘de morbide mist van een misdadige sentimentaliteit’ heeft genoemd, wordt ook inderdaad door niets in onze samenleving aangemoedigd.

De vorm van een moderne personenauto wordt grotendeels bepaald door criteria die meer te maken hebben met de leeftijd waarop de koper werd gespeend en zindelijk gemaakt dan met iets anders. Als gevolg daarvan is een automobiel een soort boodschap, bestaande uit tekens - tekens van viriliteit, van macht, van bevrijding, van weelde, van sociale status, van libido. De 2 CV is arm aan zulke tekens, vandaar dat een bepaalde categorie mensen maar niet kàn begrijpen waarom iemand er een hebben wil.

Er zijn drie categorieën van auto's die in meerdere of mindere mate aan deze voorwaarde ontsnappen: sportauto's (de echte), vrachtauto's en militaire voertuigen. De reden is duidelijk: de

[pagina 49]
[p. 49]

functie is daar gespecialiseerd genoeg om dwingende eisen aan de vorm te stellen, eisen waar de ontwerper niet onderuit kan, zoals ook het geval is met fietsen en schepen.

Er is weinig belangstelling voor de esthetiek van vracht- en bestelauto's. (Dat is op zichzelf al een factor die de degeneratie tegenwerkt.) Een fraai voorbeeld is het grote model Citroën bestelwagen (ook van Lefebvre's tekentafel afkomstig) vervaardigd van gegolfd plaatijzer, bekend als HY.

Het is bekend dat de oorlog zowel een sport is als een bedrijf. Het is dus passend dat de Jeep zowel aan een sportauto herinnert als aan een vrachtwagen. Dit meesterstuk van vormgeving kon ontstaan omdat er aan het ontwerp alleen eisen werden gesteld in termen van wat het doen moest en niet wat het zijn moest. Er hoefden geen koopmotiveringen bevredigd te worden.

De grootste ramp die de techniek kon overkomen is dat de verkoopafdeling, die ‘weet wat de klant wenst’, steeds meer invloed is gaan uitoefenen op de uiteindelijke gedaante van het produkt. Het gevolg is dat veel technische gebruiksvoorwerpen het niveau hebben gekregen van een radioprogramma dat uitsluitend uit verzoeknummers bestaat. Gezien al deze sombere overwegingen is het een wonder dat de nieuwe carrosserie waarmee de 2 CV nu na negentien jaar werd begiftigd, genaamd DYANE, niet nog lelijker is uitgevallen. Sommige concessies, die in de loop der jaren aan de verkoopafdeling waren gedaan, zijn er zelfs weer wat ongedaan in gemaakt. Zo is het stuurwiel weer wat soberder geworden, al kan het nog steeds geen vergelijking doorstaan met het simpele metalen stuur waarmee de vroegere 2 CV's uitgerust waren.

Er bestaat vermoedelijk geen industriële vorm die helemaal niets betekent. Zelfs de oorspronkelijke 2 CV was niet vrij van tekens (bv. ‘ik ben functioneel,’ ‘ik ben non-conformistisch,’ ‘ik ben goedkoop’ - tekens, niet te verwarren met functionaliteit, non-conformisme en goedkoopte).

Een van de opmerkelijkste tekens van de Dyane-carrosserie is het ‘ik ben van plastic’-teken (alweer: dit is een teken, de carrosserie is in werkelijkheid van staal). Een eerste zwaluw van de zomer waarin het de mensheid gelukken zal zijn aanvaardbare vormen van plastic te maken? Zeker is dat er, in tegenstelling tot een paar jaar geleden, al toepassingen bestaan waarin plastic een ‘no-

[pagina 50]
[p. 50]

bel’ materiaal is, zoals de plastic sieraden (oorbellen, ringen van plexiglas) die een poosje in de mode zijn geweest. De nieuwe 2 CV geeft voor het eerst een idee van hoe een plastic auto er uit zou kunnen zien. Daar bedoel ik mee: bij het materiaal aangepaste vormen, in tegenstelling tot de manier waarop bv. fiberglas tot dusver in de industrie gebruikt wordt.

De oude 2 CV - i.e. met het oude stuur, met de oorspronkelijke motorkap van gegolfd plaatijzer, met de linnen kap tot beneden aan toe i.p.v. een metalen kofferdeksel en natuurlijk zonder de extra achterraampjes - is nu definitief klassiek aan het worden. Een toekomstig verzamelaarsobject, hoe onbegrijpelijk dat voor sommige mensen ook zijn kan. Toch is het heus waar, kijk maar naar de hond die voor uw achterraampje staat, hij zegt het ook: ja-ja, ja-ja, ja-ja.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken