Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anathema's 3 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anathema's 3
Afbeelding van Anathema's 3Toon afbeelding van titelpagina van Anathema's 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (24.51 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anathema's 3

(1971)–Rudy Kousbroek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 166]
[p. 166]

Gedroomd paardrijden

Een microfoon, zo gevoelig dat men er een vlieg mee kan horen lopen - wie als kind het boek Jongens en elektriciteit heeft gelezen zal deze woorden in het geheugen gegrift staan. Zo iemand zou het instrument zelf ook uit duizenden herkennen; heeft hij er vroeger niet zelf een gemaakt, van koolstaafjes uit oude zaklantaarn-batterijtjes?

Hoe is het zo iemand te moede als hij in een museumvitrine opeens een dergelijke microfoon ziet staan? Het antwoord is voordehandliggend: het is hem te moede of hij een vlieg hoorde lopen.

Een uitstekende vindplaats voor zulke auditieve hallucinaties is Teylers Museum in Haarlem, één van de weinige musea in Nederland die gewijd zijn aan de adembenemendste kunstvorm die er bestaat: de wetenschap. Daar, in een glazen kast, tussen allerlei andere wondermooie kunstvoorwerpen, daar staat hij, de

Mikrophoon naar hughes - Een aan weerszijden spits toeloopend gaskoolstaafje is met beide uiteinden in een uitgehold stukje kool geplaatst, evenwijdig aan een verticaal staanden klankbodem. Bij de geringste trilling verandert de druk en de weerstand in de contacten, waardoor veranderingen in den stroom ontstaan. hughes kon hiermee een vlieg hooren loopen, die in het metaalgazen kooitje, op de mikrophoon geplaatst, gevangen zat.

Het lopen van die vlieg - footsteps in the sands of time - wordt in oude natuurkundeboeken wel beschreven als herinnerend aan ‘het hoefgetrappel van een dravend paard’.

Teylers museum moet voor dit gedroomd paardrijden wel de beste plek ter wereld zijn. Het is om zo te zeggen een museum van virtuele geluiden. Als alle apparaten die er staan in werking waren zou de ruimte gevuld zijn met de meest uiteenlopende geluiden: het knetteren van vonken, het suizen van pluimontladingen, het wegstervend ratelen van elektrische bellen onder de klok van een luchtpomp, het tikken van de valmachine van Atwood, het zin-

[pagina 167]
[p. 167]

gen van de zingende vlammen van Schaffgotsch, de hoefslag van dravende vliegen, ja zelfs het dreunen van vallende koeien, dit alles resonerend in de negentien resonatoren van Helmholtz.

Maar het is er doodstil. Het is of al die geluiden plotseling zijn opgehouden, in het midden zijn afgebroken. Dat komt omdat in Teylers' de tijd stil staat. Geluiden zijn diachroon: zet de tijd stil en alles wat er van overblijft, zie onder mikrophoon, is luchtdruk.

Dat de tijd in Teylers museum stil is blijven staan is ook aan allerlei andere dingen te merken, en zelfs het punt waarop hij stil is blijven staan kan nauwkeurig worden vastgesteld: 1784. In dat jaar kwam de zg. ovale zaal gereed, pièce de résistance van het 18e-eeuwse gedeelte van het museum. Aan die zaal zelf, en aan de inrichting ervan, is sindsdien vrijwel niets meer veranderd. Teylers' is niet alleen het oudste museum van Nederland (en, ter vergelijking, bv. tien jaar ouder dan het Parijse Conservatoire des Arts et Métiers), maar het heeft ook nog zijn oorspronkelijke interieur.

Dit feit kan worden vastgesteld aan de hand van een schilderij, van Wybrand Hendriks, dat de ovale zaal voorstelt, kort na haar voltooiing. Het enige verschil met de nu bestaande situatie is dat er wat meer losse instrumenten in de zaal verspreid staan, en dat de grote elektriseermachine van Van Marum verdwenen is.

Dit gevaarte, bij mijn weten nog altijd de grootste wrijvings-elektriseermachine ter wereld, staat nu in het 19e-eeuwse gedeelte van het museum (bijgebouwd in 1880). Dat is dus eigenlijk niet zijn plaats, maar het staat daar omgeven door allerlei bijbehorende apparatuur waarvoor in de ovale zaal geen ruimte zou zijn, o.a. een imposante batterij Leidse flessen nog door Van Marum zelf gebruikt. Als de batterij was opgeladen ‘kon haar ontlading een koe doden’.

De grote wrijvings-elektriseermachine van Martinus van Marum is voor een toeschouwer van nu nog steeds indrukwekkend, op de manier waarop dat het geval zou zijn met een grammofoon zo groot als een draaimolen. Als een twee eeuwen oude draaimolen, bovendien. Wat zo vertederend is, zoals bij alle oude machines, is de architectuur van het instrument, uitgevoerd in de Dorische orde, maar met alle zuilen van glas, om tevens dienst te doen als isolatoren.

Vanaf zijn ingebruikneming in december 1784, hebben allerlei

[pagina 168]
[p. 168]

Europese geleerden de weg naar Haarlem ingeslagen om het monster te zien, o.a. Hans Christiaan Oersted op zijn Europese reis van 1801, en zelfs gekroonde hoofden: Napoleon in 1811. Van Marum schreef van het keizerlijk bezoek een verslag, waaruit opgemaakt kan worden dat de grote machine niet goed wilde functioneren, en dat dit niet erg in de imperiale smaak viel. De redenen dat de machine slecht werkte zullen dezelfde geweest zijn als die men beschreven vindt in W.F. Hermans' onvergetelijke verhaal ‘De Elektriseermachine van Wimshurst’, d.w.z. vooral de vochtigheid van de lucht. De machine werkte alleen goed bij droog vriezend weer. Nu, met centrale verwarming, is dat niet meer nodig, en daarom is het jammer dat er niet aan de machine gedraaid kan worden. Er zijn helaas maar weinig wetenschapsmusea waar men de apparaten mag laten werken, voor zover zij al intact genoeg zijn om te functioneren. De grote vonken van Van Marums machine moet men er nu zelf maar bijdenken. Ik heb het door niets bevestigde gevoel dat die vonken trouwens ook onder optimale omstandigheden niet waren wat men ervan verwachtte. Van Marums motieven om over een jumbo-elektriseermachine te beschikken waren van dezelfde orde als die waarmee men nu steeds grotere deeltjesversnellers bouwt, i.e. het verkrijgen van goed meetbare resultaten. Van Marum gebruikte zijn machine o.a. om aan te tonen dat er geen verschil is tussen statische en ‘gewone’ elektriciteit, de elektriciteit van Alessandro Volta (die al in 1782 naar Nederland was gekomen om Van Marum te ontmoeten). Maar met een minder kolossale machine zou het ook gekund hebben en een veel kleinere versie van hetzelfde apparaat (te zien in het Rijksmuseum voor de Geschiedenis der Natuurwetenschappen in Leiden) was voldoende om het bewijs te leveren dat elektriciteit water kon ontleden in zuurstof en waterstof (1789).

Aan de collectie in Teylers museum zijn nog de hele 19e eeuw lang instrumenten toegevoegd. De eerder beschreven microfoon van Hughes is een voorbeeld: tussen Van Marums koe en Hughes' vlieg ligt een volle eeuw, en op het huidige ogenblik is het hoefgetrappel van deze laatste ook al weer haast een eeuw oud. Maar zo traag draaide tot voor zeer kort het raderwerk, dat boekwerken waarin zulke dingen als nouveautés werden beschreven nog circuleerden tijdens de laatste oorlog, in ieder geval als kinderlectuur.

[pagina 169]
[p. 169]

De voorwereldlijke natuurkundeboeken die ik als kind verslonden heb! Waar kwamen ze vandaag? Het zonderlinge is dat ik me niet kan voorstellen dat iemand echt van natuurkunde kan houden die de wonderen ervan niet eerst in zulke boeken ontdekt heeft, die nooit de sfeer heeft gekend van gravure en archaïsch Nederlands, van donker mahonie en gedraaid messing. Het is of de natuur die in zulke boeken bestudeerd werd niet dezelfde is als die men nu ontmoet in bv. moderne leerboekjes voor de middelbare school. In weerwil van Van Marums proef is het bv. of statische elektriciteit inderdaad een andere, meer antieke soort elektriciteit was, die zich alleen bewegen kon door enorme messingen stangen en bollen, en slechts tot staan kon worden gebracht door reusachtige glazen isolatoren.

Vandaar dat de apparatuur er anders uitziet. Het regent schokken van herkenning als men in de glazen kasten van Teylers museum kijkt; nu denk ik nog niet eens aan zulke privé-geneugten als het vinden van elektrische klokken van Hipp en Froment (nummers 673 en 674 in de niet meer bestaande catalogus), de eerste met een vlinder-échappement uitgevonden in 1842 - er is een ander exemplaar in het Londense Science-Museum - de tweede daterend van 1855 en vermoedelijk ouder dan het exemplaar in het Conservatoire des Arts et Métiers. Daaraan denk ik dus niet, maar wel aan een rariteit als no. 911, zijnde een ‘draagbare elektrische lamp, midden 19e eeuw, bestaande uit een Bunsen element, inductieklos & Geisslerse buis’. Zou iemand anders ook weten wat ik hiervan weet: met lampen van dit type waren door Jules Verne de leden van de expeditie uitgerust, die in Voyage au centre de la terre (1864) de ingewanden van de aarde inkropen.

Ook de daar aangetroffen minerale onderwereld is in het museum rijkelijk vertegenwoordigd, vitrines vol glimmende ertsen, kristallen in kleuren als zwavelgeel, hardgroen, kobaltblauw. Niet, wat mij betreft, het boeiendste wat er bestaat: de wereld der mineralen is voor mij bv. veel uitgestorvener dan die der fossielen, aan wier uitgestorvenheid toch weinig twijfel kan bestaan. Niet tot ons nadeel, de afmetingen van sommige in het museum tentoongestelde fossiele bekken met tanden in aanmerking nemend.

Van alle fossielen in Teylers' is mij dat van de antediluviale mens ongetwijfeld het dierbaarst. Het werd gevonden door de

[pagina 170]
[p. 170]

Zwitserse geoloog Johann Jakob Scheuchzer in 1725, die dadelijk inzag dat hij te doen had met het skelet van een mens die omgekomen moest zijn in de zondvloed. Scheuchzer wijdde er gevoelige woorden aan. ‘Das betrübte Beingerüst eines alten Sünders, so in der Sindflut ertrunken.’

Overigens was het deze zelfde Scheuchzer die wist te bereiken dat er een einde werd gemaakt aan de heksenprocessen in Zürich. Hij roeide met de riemen die hij had. Het duurde tot 1811 voordat Cuvier (tegelijk met Napoleon) naar Haarlem kwam, de rest van het fossiel uit het steen hakte, en concludeerde dat de bedroefde ouwe zondaar een soort reuzensalamander was geweest.

Men kan betreuren dat Nederland niet beschikt over één groot wetenschapsmuseum, waarop het op grond van historische prestaties aanspraak zou kunnen maken, zoals ook op één groot scheepvaartmuseum.

Aan de andere kant, stel dat zo'n centraal museum tot stand gekomen zou zijn voor de oorlog, onder de auspiciën van het Bataafsche Genootschap in Rotterdam, dan zou de inhoud het lot gedeeld hebben van de collecties van dat genootschap, en er zou geen splinter meer van over zijn. En voor een ruimte zo fraai van proporties, zo redelijk van sfeer, als de ovale zaal van Teylers museum, is geen passender bestemming denkbaar. Het is ook bevredigend dat het oudste museum van Nederland een wetenschapsmuseum is. Want Voltaire zei het al: il faut avouer que les inventeurs des arts mécaniques ont été bien plus utiles aux hommes que les inventeurs des syllogismes.

[pagina 173]
[p. 173]

Van Rudy Kousbroek verscheen in de Meulenhoff Editie:

Anathema's 1 (vierde druk), f 9,50.
Anathema's 2 (tweede druk), f 11,50.
Het avondrood der magiërs (derde druk), f 9,50.

 

Bij Thomas Rap verscheen in de serie ‘kleine boeken’:

De aaibaarheidsfactor (vierde druk), f 6,-.
Een kuil om snikkend in te vallen, f 10,-.
[pagina 174]
[p. 174]

Renate Rubinstein | Sta ik toevallig stil.

 

Een nieuwe selectie uit de Tamarkolommen zoals die in de periode 1967-'69 bijna wekelijks in Vrij Nederland verschenen.

 

• Renate Rubinstein is oprecht, geëngageerd maar vooral intelligent. - De Stem.

• Het intrigerende bij Tamar is dat ze de moed en de beweeglijkheid heeft om vroegere soms emotionele oordelen te herzien of te wachten in haar oordeel, als voldoende informatie ontbreekt. - J. Fontijn in Het Parool.

• Renate Rubinstein is een van de political writers die ik zonder verlammende tegenzin lees, en die mij het gevoel geeft dat politieke kwesties niet alleen toegankelijker, maar ook minder onoplosbaar zouden zijn als zij op die manier benaderd werden. Waarin schuilt dat? Een van de voornaamste redenen is ongetwijfeld dat Renate Rubinstein geen enkele poging doet om iets te herleiden tot een overtuiging die bij de mensen in de smaak valt om geen andere reden dan dat veel mensen (of bijvoorbeeld ‘alle aardige mensen’) die overtuiging delen. Haar politieke geschriften gaan om zo te zeggen niet over ‘politiek’ maar over de werkelijkheid. - Ethel Portnoy in Het Algemeen Handelsblad.

[pagina 175]
[p. 175]

Alfred Jarry | Superman.

 

Voor het eerst sinds Ubu Roi een hoogtepunt uit het werk van Jarry in het Nederlands vertaald. De sporthysterie, de Americomanie, drugs, het technische inferno, de machine als angstaanjagend en tevens ‘verrukkelijk fabeldier’, het zijn allemaal elementen die deze puntgave roman een unieke plaats in de wereldliteratuur verzekerd hebben.

 

Jorge Luis Borges en Adolfo Bioy Casares |

Kronieken van Bustos Domecq.

 

H. Bustos Domecq, een door Borges en Bioy Casares gecreëerde collega-schrijver, geeft in Kronieken zijn onpartijdige kritiek op schrijvers, beeldhouwers, schilders en andere Schöngeister, die weliswaar nog niet bestaan maar die een reële kans hebben op een bestaan in de nabije toekomst als het kunstleven zich tenminste naar verwachting ontwikkelt.

Twintig kronieken vormen samen dit boekje dat een ironische aanval doet op wat algemeen vereerd, gerespecteerd, bewierookt en gevreesd wordt: het modernisme.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken