Les 22 De siksiyuru die in een man veranderde
Heel lang geleden was er overal op de wereld nog bos. Toen konden dieren zich in mensen veranderen. Dit gebeurde vooral in het oerwoud waar inheemsen woonden. Zo was er een siksiyuru, die graag de gedaante van een jongeman aannam.
Zo bezocht hij de inheemsen in hun dorpen. Natuurlijk kenden de mensen hem niet.
Maar het kwam wel vaker voor dat vreemden een dorp binnenliepen. De siksiyuru vertelde altijd dat zijn dorp ver weg was.
Hij zei dat hij verdwaald was tijdens de jacht en dagen had gelopen.
De inheemsen waren gastvrij. Ze gaven hem eten en drinken, en boden hem een hangmat aan om te slapen. Het leven als mens beviel de siksiyuru goed.
Laat op een middag liep hij weer eens een dorp binnen. De vrouwen van het dorp namen net een bad in de kreek. Vlak aan de kant stond een jonge vrouw. Haar roodbruine huid leek zacht in het licht van de ondergaande zon.
Hij verschool zich achter een boom. Daar werd hij weer een siksiyuru.
Zijn vleugels jeukten. Zacht wreef hij ze over elkaar.
Daarbij floot en tsjirpte hij.
Toen de vrouw de geluiden hoorde, riep ze tegen de anderen.
‘Kom, we moeten snel doen. Straks valt de avond. Horen jullie de siksiyuru niet?’
De siksiyuru bleef de hele nacht in het bos. Hij wilde niet in het donker het dorp binnenwandelen. De dorpelingen zouden denken dat hij een bosgeest was.
Pas toen de zon de volgende dag voorbij zijn hoogste punt was, veranderde hij zich weer in een mens. In het dorp vroeg hij toestemming om een paar dagen te blijven.
Na een week zei hij tegen het dorpshoofd dat hij verliefd was geworden op de jonge vrouw. Hij wilde met haar trouwen. Het dorpshoofd ging in beraad met de oudsten van het dorp en de ouders van de jonge vrouw. Die hadden geen bezwaar. Ze hadden gezien dat de jongeman niet bang was om de handen uit de mouwen te steken.
Hij had de afgelopen dagen geholpen met het herstellen van de daken van verschillende hutten.