Lezen doet je goed. Leerjaar 6c

[p. 30]

Les 8 Het kind in me

Ik zie hem nog
levendig
in mijn herinneringen,
die kleine jongen
van een jaar of tien.

Zo klein als hij was,
kon hij je toch
heel Paramaribo laten zien.
Hij kende alle paadjes en steegjes
en soms
waagde hij zich
ook op de autowegen.

Hij had steeds
het geluk

[p. 31]

 

met zich mee

 

en ging onbezorgd

 

door het leven.

 

 

 

Maar voordat je dacht

 

waren zijn kinderjaartjes

 

vervlogen.

 

 

 

De volwassenheid

 

kwam de pret bederven.

 

Zoveel verantwoordelijkheden;

 

soms maakte dit

 

hem behoorlijk moe.

 

 

 

Ik denk vaak

 

terug aan die jongen,

 

aan het begin van mijn leven.

 

Aan zijn gulle lach

 

en pretlichtjes

 

in zijn ogen.

 

En dat geeft mij

 

weer levenskracht.