Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In dienst van de 'Koninklijke' (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van In dienst van de 'Koninklijke'
Afbeelding van In dienst van de 'Koninklijke'Toon afbeelding van titelpagina van In dienst van de 'Koninklijke'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (1.57 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In dienst van de 'Koninklijke'

(1974)–Gerrit Krol–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

1.2

Weys. Was ik bijna vergeten. Dat komt omdat ik hem, sinds ik met Laura was, nooit meer heb opgezocht. Al die jaren zag ik hem alleen op de gang, of op vergaderingetjes. En altijd was hij, bij die gelegenheden, vriendelijk en maakte hij verstandige opmerkingen.

Hij was oplettend. Nooit kon ik hem, in mathematicis althans, knollen voor citroenen verkopen, hoezeer ik het daar soms ook op toelegde, want ik wilde opschieten. Zo had ik er nooit enige behoefte aan om stellingen die al bewezen waren, nog eens weer op eigen kracht opnieuw te bewijzen, wat er toe leidde dat ik zelden er toe te porren was überhaupt nog stellingen te bewijzen, ook al had ik ze zelf gevonden.

Ik hield Weys voor dat de grote wiskundige Euler (1707-1783) de meeste van zijn stellingen had bewezen door ze toe te passen op allerlei numerieke voorbeelden en deze voorbeelden gewoon uit te rekenen, wat hij toevallig goed kon. Ik kon ook goed rekenen, want daarvoor had

[pagina 28]
[p. 28]

ik een computer, zei ik, tegen Weys, maar dat vond hij niet goed genoeg. Die bewijzen van hem zelf, die vond hij veel beter. Niettemin, toen ik Bochenski's Formale Logik had gelezen, een boek vooral over de geschiedenis van de logica, en hem, via het zware boek dat als een bijbel geopend lag op de lessenaar van mijn linkerhand, voorhield hoezeer het mogelijk was met de grondbeginselen van de logica te goochelen en hem zei dat de waarheid van een uitspraak, en vooral van een wiskundige uitspraak, afhing van de betékenis van zo'n uitspraak en dat de betekenis van een uitspraak afhing van degene die hem uitspreekt of leest en dientengevolge van de weersomstandigheden... toen ‘weigerde hij daaraan mee te doen’, vriendelijk en een beetje preuts ook. Hij weigerde gedoopt te worden, door mij. Nu is hij docent aan de th van Twente met als leeropdracht de beginselen van de vectoranalyse, wat hij wel goed zal doen, maar met al dat geloof van hem was ik nooit docent in de vectoranalyse geworden en waarschijnlijk ook niet iets anders en zou ik nooit hebben geweten wat de functie van de waarheid was en ook al zou Weys het mij honderd keer hebben bewezen, het toch nooit helemaal hebben geloofd. Ik had dus geen andere keus.

 

Opmerking. Er is een tijd geweest dat een schrijver het prettig vond van een bepaald boek (van hem zelf) te horen dat het heel geschikt zou zijn, niet alleen naar de inhoud, maar ook naar de vorm, om er een film van te maken.

‘Je hoeft de alinea's maar van nummers te voorzien en je hebt een filmscenario.’ Zo'n opmerking ervoer de schrijver als een pluim. Zo'n boek gold, in die tijd, als een goed boek en er zijn nog steeds schrijvers die boeken schrijven die zó verfilmd kunnen worden.

Dit boek hoort daar niet toe.

[pagina 29]
[p. 29]

Tweede opmerking. Door de uitvinding van de fotografie ontdekten de schilders dat ze in staat waren een wereld uit te beelden die niet gefotografeerd kon worden. Op ‘dezelfde’ manier brengt het mechanisme van de film een schrijver ertoe werelden te beschrijven die niet gefilmd kunnen worden. Dit is niet, zoals je misschien denkt, de onzichtbare wereld, de wereld van de geest of van de gedachte, want elk boek heeft zichtbaarheid nodig.

De boeken die ik bedoel, zijn geschreven om aan die ene, voor ons allen zichtbare wereld, een aantal regels te onttrekken die aangeven hoe elke andere zichtbare wereld eruit zou zien. Een film kan dat niet.

 

Wat een film niet kan, is: samenvatten.

 

Je hebt van die mensen die naast hun bed of zelfs onder het kussen een notitieboekje-met-potlood hebben liggen waarin ze, als ze plotseling, in hun slaap, of in hun slapeloosheid, een idee krijgen, dit idee kunnen opschrijven, opdat ze het de volgende dag niet zullen zijn vergeten en, zoals ze het noemen, kunnen uitwerken. Daarover heb ik het volgende op te merken: een idee dat vergeten wordt is - kennelijk - niet de moeite waard om te worden onthouden. Dit vergeetmechanisme zou je alle kans moeten geven, want alleen met behulp daarvan komt wat belangrijk is of vitaliteit heeft, bovendrijven. Bovendien zul je al lang hebben ontdekt dat de kracht van een idee door de zogenaamde uitwerking ervan alleen maar wordt verzwakt. Immers, als je door een idee wordt getroffen dan, mag je aannemen, wordt de lezer het ook.

Daaruit volgt dat de kracht van een idee bepaald wordt door de formulering ervan. Daaruit volgt dat je zo'n idee maar één keer beschrijft, of helemaal niet.

 

Met deze ervaring, als schrijver van ideeën, lukt het je in

[pagina 30]
[p. 30]

te zien dat het geen voordeel geeft waarde te hechten aan de dingen van het dagelijks leven en allerlei nukken te hebben.

 

Een mol ben je, een mol in de Sahara, die elke keer weer uit het zand te voorschijn komt en wie de kracht, in de aarde opgedaan, in staat stelt boven de aarde een geweldige snelheid te ontwikkelen, met de voetzolen achterover over de duinen te scheren en, door de vaart, desnoods de lucht in te gaan - hoe heerlijk elke keer weer je leven als één geheel te zien.

Opperste wijsheid dergenen die over mij waren gesteld: om mij tot rijpheid te laten komen. Al die jaren gewacht, opkijkend als er iemand binnenkwam, bereid tot elk gesprek, maar onbewust van de waarschuwing die op mijn voorhoofd geschreven stond: niet storen.

 

Het was, in dat verband, verdomd goed dat ik zoveel over me zelf nadacht en over mijn positie. Er zijn mensen, vooral in technische beroepen, die alleen maar nadenken over het werk dat ze zullen doen, deze mensen worden specialist genoemd. Een specialist moet er rekening mee houden dat hij, net als een vrouw, gevraagd wordt. Enige introspectie kan hem leren, omdat de waarde van zijn onderzoek de waarde is die een ander er aan toekent, zich niet te zeer met het onderzoek te vereenzelvigen. Echter, op het ogenblik dat hij dat ontdekt, is hij voor dat onderzoek verloren. Als hij veel houdt van het werk dat hij altijd heeft gedaan, doet het pijn het te moeten verliezen; als hij veel van zich zelf houdt, zal de zelfbeschouwing die daarmee synoniem is er voor zorgen dat hij dat werk verliest.

Op een dag liep ik door het kantoor waar ik al vijf jaar lang door gelopen had. Ik had helemaal niets meer te doen. Mijn werk was opgeheven. En een maand later had ik nog

[pagina 31]
[p. 31]

niets te doen. En toch werd ik niet ontslagen. Waarom niet? Ik had een zekere waarde gekregen. Een waarde die men zéker niet toekende aan mijn werk. Aan mijn persoon dan? Een aardige ontdekking.

Nu had ik al eens eerder in zo'n situatie verkeerd: in militaire dienst, toen ik, eenmaal afgekeurd als officier, drieëneenhalve maand ‘in depot’ gelegen heb, drieëneenhalve maand op een zolder in de Prins-Hendrikkazeme in Nijmegen met een boekje in een hoekje, volkomen vergeten. Misschien was ik, daar aan de deftige Carel van Bylandtlaan, in mijn witte overhemd en met mijn kortgeknipte hoofd, ook wel vergeten, wie weet. Maar wat gaf dat? Het belangrijkste was dat ik van mijn mathematisch-filosofische werk af was. In het wijde perspectief van die dagen kwam dat werk mij voor als de laatste wagon van een zich pijlsnel verwijderende trein. Blij dat ik was uitgestapt en kon zien hoe klein de ruimte was waarin ik al die jaren had geleefd.

 

Je leven staat, van dag tot dag, bloot aan de meest toevallige gebeurtenissen. Gebeurtenissen die soms aan de andere kant van de aardbol plaatsvinden.

Op het moment dat werd ontdekt dat mr. Anderson, wonende in Caracas, een geregelde handel dreef in us-dollars, waarvoor hij 30% meer Venezolaanse bolivars ontving dan hij er bij een bank voor zou hebben gekregen, had hij nog vierentwintig uur om het land te verlaten. Toen hij zesendertig uur na dit ultimatum met zijn vrouw en zeven kinderen totaal berooid in Den Haag aankwam, zat ik op de kamer van de personeelchef (omdat ik geen andere chef had), die mij meedeelde dat de plaats die mr. Anderson zo schielijk had ontruimd, zou worden ingenomen door mij, en een aantal woorden wijdde aan de mate waarin dit, voor mij, een uitdaging moest zijn.

Laura, toen ik haar 's avonds het grote nieuws vertelde,

[pagina 32]
[p. 32]

begon te dansen onder het uitroepen van Spaanse conversatiezinnetjes. Voor het eerst sinds maanden trok ze weer eens een jurk aan, we gingen uit eten. Spaans eten. Voor het eerst in mijn leven at ik langostinos en voor het eerst van mijn leven ervoer ik wat het betekent op de maatschappelijke ladder te staan. Ik stond, met mijn vliegtickets in de zak, op de onderste trede weliswaar, maar wát een verschil met de begane grond!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • Groningen


landen

  • Venezuela

  • Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk