Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eerlycke tytkorting (1634)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eerlycke tytkorting
Afbeelding van Eerlycke tytkortingToon afbeelding van titelpagina van Eerlycke tytkorting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.62 MB)

ebook (22.60 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eerlycke tytkorting

(1634)–Jan Harmensz. Krul–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Als ick Lasurigh blaeu het Veld]

Stemme:
En fin celle qui j'aymé tant, &c

 
ALS ick Lasurigh blaeu het Veld
 
Met dau sagh overgooten;
 
En door een Goddelijck gheweld
 
Den Hemel op-gheslooten;
[pagina 60]
[p. 60]
 
Daer 't schitt'ren van de Zon,
 
Speelt in de Bron.
 
Bron, daer een stroom van Nectar vloeyt,
 
Tot aen Yvoren palen;
 
Waer by een Purper Rosjen bloeyt,
 
Om voedsel uyt te halen,
 
Op u Albaster vel,
 
Mijn Lief Grucel.
 
Het flick'ren van den dageraet:
 
Ist schijnsel uwes ooghjes;
 
De glans die aen den Hemel staet,
 
Schuylt onder swerte booghjes;
 
De schijn van dageraet
 
Is u ghelaet.
 
Het veld dat sich met dau ververst
 
Dat zijn mijn blye sinne;
 
Als 't hert door d'ooghen traentjes perst
 
Wt Goddelijcke minne:
 
Vernieu ick (door de Min)
 
Mijn oude sin.
 
Hoe dickmaels placht ick aen de Beeck
 
't Ghedacht met min te voeden:
 
Alwaer ick in de stroompjes keeck,
 
Grucella Schaepjes hoeden,
 
Wiens schaduw' ick by dagh,
 
In 't Beeckje sagh.
 
Alwaer haer stem 't getierelier
 
Der Vogeltjes na-bootste;
 
Wiens held're kropjes scheenen schier
 
(Vermenght met d'aldergrootste
[pagina 61]
[p. 61]
 
Vreught) een soet gheluyt,
 
Te kroppen uyt.
 
Soo menigh blaetje alsser staet
 
Aen dicht bewassen Linde;
 
Soo menigh stroompje alsser slaet
 
Door 't schomm'len van de winde,
 
De dicht beboomde wal,
 
Ghetuygen 't al.
 
Hoe vaeck dat ick in 't eensaem wout,
 
Al eer de Zon sijn stralen
 
Op 't groen bekleede blader-hout,
 
Met schijnsel neer liet dalen,
 
Die vreughden heb verwacht,
 
In mijn ghedacht.
 
Maer vruchteloos was 't na die tijt,
 
Als ick van Minne klaeghde,
 
Na sy mijn meningh wist, met spijt
 
Sy menighmael my plaeghde,
 
Waer door mijn Liefdens vlam,
 
Ten eynde quam.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken