Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eerlycke tytkorting (1634)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eerlycke tytkorting
Afbeelding van Eerlycke tytkortingToon afbeelding van titelpagina van Eerlycke tytkorting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.62 MB)

ebook (22.60 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eerlycke tytkorting

(1634)–Jan Harmensz. Krul–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Echts-eer-dicht
Over de vereeninghe vanden Eersamen Jonghman Arent Harmans Krvl Ende d'Eerbare Jonghe-Dochter Anskie Bannier.

Vergadert in den Houwelijcken Staet. desen 22 Iuny Anno 1631.

 
ONlanghs was 't Cypris wicht uyt Iovis Throon gecomen,
 
En heeft van hier sijn reys op Leuwerden ghenomen;
 
Daer sijnde, vond versuft, en moedeloos ontstelt
[pagina 14]
[p. 14]
 
Een Minnaer gantsch ontmant van gunsteloos gewelt;
 
Het kleyne Goodtie gaet en druckt hem aen de handen,
 
Ick sweer u by het vuyr dat u het hert doet branden;
 
Ick sweer u by de macht die mijn mijn Moeder gaf,
 
Dat ick u dese quel, en pijn sal nemen af.
 
Daer kreegh de tonge spraeck, daer gingh het op een klaghen
 
Cupido, ach! ick ken, ick ken het niet verdragen,
 
De Min sit my in 't hert, en 't hert met Min gewondt,
 
Heb ick geoffert haer, die ick medogend vondt:
 
Maer (leyder!) 't is vergheefs, hoe vinnigh brandt mach blaecken,
 
Men siet het water ken de brandt ten eynde maecken:
 
Men siet waer liefden heerst, is ongunst veel tijt by
 
En blust der liefden brandt, soo gaet het (leyder!)my:
 
Mijn hert (met liefd' ghewond) is soo oprecht gebleecken,
 
Dat mijn geliefde my, gaf wel-genoegens teecken;
 
Maer (laes!) de bitse nijdt soo seer gehanthaaft wert,
 
Dat my een ongedult de min bandt uyt het hert:
 
Ick wil (Cupido) gaen weer na d'Hollantsche kusten,
 
En voortaen minneloos gaen leven sonder lusten,
 
Ia voeren 't eenemael de Min uyt mijn gedacht,
 
Die my in 't Dool-hof heeft van veel ellent gebracht;
 
Neen, seydt Cvpido, neen, ô neen: Ick salt soo maken
 
Dat ghy geluckelijck sult voort gaen in u saken:
 
Gheen af-gunst, noch gheen nijdt vermogen yets, daer ick
 
Tot Minnaers diensten my bereyt, en willich schick.
 
Stelt hert en sin te werck, mijn eyghen Cammeraetje,
[pagina 15]
[p. 15]
 
En geeft de Friessche Maeght noch eens een Hollants praetje:
 
Ey! kom, en gaet met mijn, ick sal het soete dier,
 
En Friessche Nimphie doen gevoelen 't Hollants vier:
 
Het vuyr, het soete vuyr dat u het hert doet sengen
 
Dat sal ick onder 't Fries te samen gaen vermengen,
 
Sie daer me, dat is gangh, hier sijn wy voor haer deur,
 
Nu Anskie doet eens op; Cupido stater veur
 
Om u geley te doen tot aen d'Hollantsche palen,
 
Daer men met vreughde sal op 't blijd'lijckst u in halen;
 
Daer men met groot verlangh, het Schip wacht aen de Wal,
 
En daer men al gelijck welkoom uytroepen sal:
 
Treedt aen dan lieve Nimph, en voeghd u om te varen
 
Daer ghy (met die u mindt) geluckelijck sult paren,
 
Daer ghy (van die u mint) in dienst, besorgh, en trou
 
Versorght werden sult deughd-lievende Juffrou,
 
Brengt (wat ghy hebt) by een, de reys dient aengenomen
 
Op dat u Minnaer mach tot sijnen dienste komen;
 
Gelegentheyt ons dient, de winden zijn ons mee,
 
Om 't Scheepjen (wel gelaen) te voeren over Zee,
 
De Baaren, en de stroom die schijnen 't te behagen
 
Dat sy soo soeten vracht na Holland sullen dragen:
 
Na Holland, daer 't vermaeck van vrundelijck vergaer,
 
Verselschapt sullen sijn ter eeren van dit paer:
 
Nu dan ick sie ghy wilt ghy wilt u minne thoonen,
 
Op Amstellantsche Ieught, en wilt de bruyt nu Croonen,
 
Roept al te samen uyt, (na langh geleden druck)
 
Heer bruydegom, en bruyd, God geef u veel geluck;
 
Heer bruydegom, en bruyd, nu is mijn tijdt verloopen
[pagina 16]
[p. 16]
 
Dies ick u beyde wensch 't geluck, dat ick soud' hoopen
 
d'Algever mildelijck u gunnen sal op aert,
 
Dat is geluck, wiens vreught u d'Eeuwige vreugde baert,
 
Haet twist, mint deughd', lieft vree, soeckt eendracht tot vermaecken,
 
Soo vindt ghy altijdt rust, in onrustige saecken:
 
Om korticheyt des tijts, en segh ick nu geen meer,
 
Maer wensch, en gun u luck gezegent vanden Heer.

EYNDE.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken