Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eerlycke tytkorting (1634)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eerlycke tytkorting
Afbeelding van Eerlycke tytkortingToon afbeelding van titelpagina van Eerlycke tytkorting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.62 MB)

ebook (22.60 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eerlycke tytkorting

(1634)–Jan Harmensz. Krul–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio A1r]
[fol. A1r]

Pastorel
Bly-eyndend-spel, van Cloris en Philida.

Op de sin,

 
Een Maeght die voor haer kuyscheydt strijdt
 
Noyt af-breck in haer Eere lijdt.


illustratie

t'Amstelredam, Ghedruckt by Pieter Iansz. Slyp, Boeck-drucker op de Nieuwe-zijds achter Borch-wal, inde Goude Knoop. 1634.

[Folio A2r]
[fol. A2r]

Spels-inhouvdt.

CLoris zijnde een Hovelingh: (komende op seecker tijdt met den Koninck ter jacht) verlieft aldaer op een Harderin ghenaemt Philida, welcke Harderin, door haer bevalligh singhen, als schoonheyt, ende and're aentreckelijckheden des natuers, den Koninck in ongheoorlofde minne-lusten doet ontsteken: den Koninck (om daer van gheen vermoeden aen Cloris te gheven) veynst, verfoeyende de Minne, gaet met Cloris wederom ten Hove.

Cloris (verlieft zijnde op Philida) versmaet alle Hoofsche eer, doet van hem Swaert, en Wapens, neemt aen een Harders ghewaedt, begheeft sich te Lande, om sijn Liefde aen de Harderinne Philida oprechtelijck te bewysen.

Cloris komende by Philida vint haer veynsende Philander te beminnen, Cloris gaende (om Philander tot afstant van de Liefde tot Philida te beweghen) komt Philander mistrostich in 't Bosch hem teghen, beklaeght aen Cloris t verlies van sijn Lerinde, met beloften noyt Liefde tot eenighe Vrouwen ter werelt meer te draghen, maer sich in eensaemheyt, uytlandigh te begheven.

Lerinde, na dat sy veel vryicheydt en Liefde met Philander ghepleeght hadd', ontseyt Philander haer wederminne, ende Trout met Thirsus, welcken Thirsus, na dat hy op Harders maniere met sijn gheliefde Lerinde, ten offer ghebracht heeft, eenighe bloem-kranskens, de Goddinne Venus ter eeren ghemaeckt, dese wereldt komt te overlyden.

[Folio A2v]
[fol. A2v]

Cloris zijnde by Philida, krijght toe-seggingh haers wederminne, ondertusschen komt den Koninck af-gedwaelt van eenighe Adel op de Iacht, ter plaetse daer hy Cloris en Philida vindende, haer aenspreeckt, ontsteecken in Minne-lusten tot Philida, veynst voor Cloris hem om eenighe Land-saecken, een tijdt langh uyt het Hof te moeten begheven: versoeckt aen Cloris, alsoo hy (langh ten Hoof verkeert hebbende) de gheleghentheydt van dien wel wetende, het ghebieden soo langh aen wil nemen; 't welck Cloris na eenighe weygheringhe, den Koninck toe-seyt.

Cloris, afscheydt nemende van zijn gheliefde Philida, reyst na 't Hof, daer komende werdt in heghtenisse ghestelt, den Koninck sich kledende in schijn van Cloris, reyst na Philida, veynsende hem Cloris te wesen, ende soeckt door soodanighen middel sijn onkuysse lusten aen Philida te volbrenghen, de welcke met alle redenen sulcx soeckt te ontlegghen, tot de tijdt sy wettelijck met Cloris mochte getrout zijn.

Den Koninck met gheen smekingh tot sijn begheerte komende, soeckt met dwangh haer kuysheyt te schaken: doch wert verhindert door Philander die in vremt ghewaet (van Cloris komende) die hy inde gevanckenis ghesproken hadde, den Koninck door zijn komste vreesachtich maect, en doet vluchten, verhalende Philida, in wat manier hy Cloris ghevanckelijck ghesproken hadt.

Philida, op 't spoedichst, kleedt haer in Manne kleedingh, reyst met Philander ter plaetse, daer sy den Koninck voor de ghevanckenis by Cloris vint, de welcke zijn voor ghenomen lusten ontdeckt hebbende, den Harder om vergiffenis bidt: 't welck Cloris in sulcker voeghen aenneemt,

[Folio A3r]
[fol. A3r]

dat soo sijn Philida onbeschadicht in haer kuysheydt waer ghebleven, soude het hem vergeven zijn.

Philida vermomt zijnde, bestraft den Koninck over zijn voorghenomen Godtloosheydt, doch eyndelijck haer bekent makende, breeckt Cloris de gevanckenis, omhelsende sijn gheliefde, versoeckt aen haer den Koninck zijn misdaet te vergheven, 't welck gheschiedende, werden te samen ghetrout.

Lerinde vermomt van kledingh, komt by haer, veynst haer vreemt, vraghende na Philander: Philander haer niet kennende, vraeght door wat oorsaeck.

Ontdeckt eyndelijck dat het gheschiet uyt Liefde, die sy wel eer tot Philander ghedraghen hadde; nu weder-gesint was na de Doodt van Thirsus, aen hem, op 't hooghste te bewijsen.

Philander vreemt toehoorende, en Lerinde in zijn hert beminnende, vraeght oft het seecker is, dat Lerinde hem noch Mint, waer op Lerinde haer bekent maeckende, wert van Philander ontfanghen, ende tot zijn beminde Bruyt aenghenomen, ende ghetrout, hier mede eyndight het Spel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken