Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eerlycke tytkorting (1634)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eerlycke tytkorting
Afbeelding van Eerlycke tytkortingToon afbeelding van titelpagina van Eerlycke tytkorting

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.62 MB)

ebook (22.60 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eerlycke tytkorting

(1634)–Jan Harmensz. Krul–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio A1r]
[fol. A1r]

Kracht der devghden: Bestaende in de overwinninghe van tegen-strydende minne-lusten, tusschen Prophyrus, en Rozette.



illustratie

t'Amstelredam, Ghedruckt by Pieter Iansz. Slyp, Boeck-drucker op de Nieuwe-zijds achter Borch-wal, inde Goude Knoop. 1634.

[Folio A2r]
[fol. A2r]

Voor-reden.

NIet min ist waerachtigh als gemeen, dat Eer gaet boven goed, aengesien de rijckdommen so seer valsch als verganckelijck zijn. Hoe waerachtigh dat het selfde zy bewijst ons het verhuysen des Ziels uyt den Lichaem, wanneer de vlugghe tijdt ons brosse levens-draed ten eynde ghereckt heeft. Yemandt sijnde van de Fortuyn des Werelds mildelijck begaeft met tijdelijcke Eere, Lof, ende Rijckdom, dervende de Deught, Naem ende goede Faem; Ruymende dese wereldt, wat kennen die selfde baten? In der waerheyt, zy ghetuyghen selfs, dat sy ymmer so valsch ofte valscher zijn als verganckelijck. Valscher door reden deses: Sy schijnen der Menschen leven met beloften als oock machten die zy hebben van wellust, eer, ghemackelijck leven te behagen. Ondertusschen, men neemt haer beloften aen; men ghebruyckt haer gaven: Noodsakelijcke oeffeningh der deughde werter door vermindert. Eyndelijck, de dood doet de Ziele desen kercker des lichaems ruymen. Onse Eere is ten eynde. Onse glory is te niet. Onse wellust is verdweenen. Somma, 't is daer mede alles ghedaen. Seght my eens, sijn wy niet onderworpen vele miserien, ellendigheden van eeuwighe tormenten. Ick sorghe Ia, indien 't saecke is dat de Heylige Schriftuure by redelijcke Christenen plaets hebben mach. Ter contrary, de Deughde dervende de gaven des Fortuyns, ofte tijdelijcke Rijckdommen, en is niet onderworpen de valscheydt der selfde. Hier omme alle deughd-lievende persoonen en Lief-hebsters der kuyscheydt, dese kracht der deughden toe-eygenende, als een Spiegel, hoe

[Folio A2v]
[fol. A2v]

standtvastigh een Eerbare Maeght behoort te strijden, om te wederstaen de aenvechtinge van geyle lusten, in onnuttigheyd van reden ofte onbehoorlijcke handelingen. Alle Minnaers leerende niet te treden buyten 't spoor van Eerlijcke vryagie, maer yeder met desen te bewegen tot alle behoorlijckheyt van dien. Vertrouwende alle Deugd-lievende mijn vermaninghe ten goeden te nemen.

Inhoudt.

 
PROPHYRVS op-ghequeeckt by Adel, en in pracht:
 
(Ghetreen tot hooghe staet, by veelen groot gheacht)
 
Ghevoelt een tocht des vleesch; met lusten aenghedreven,
 
Waent sijn vermoghen hem 't ghenot van lust sal gheven:
 
Ontsteecken met een brand, door 't Goddelijcke licht
 
Dat in Rozette schijnt, en straelt uyt het ghesicht
 
Op d'onverstaelde borst van Prophyro, die heden
 
Sijn geylheydt hier verthoont met Minnelijcke reden.
 
Rozette selcht van staet, in Deughden op-ghevoed,
 
In schoonheydt recht volmaeckt; doch soberlijck van goed:
 
Lijdt aenstoot van de Min; die Prophyrus voor ooghen
 
Stelt aen een swacke Maeght (sterrick in Deughts vermoghen)
 
Hy biedt sijn gaven aen; Sy slaetse van der hand.
 
Hy stoockt het vuur vast op; Sy blust de geyle brand.
 
Hy (om het Eerbaer hert met lusten te bekooren)
 
Leyt haer al wat hy weet, en wat hy kan te vooren.
 
't Bedrogh sijn's tongh vermach in 't minste niet by haer.
 
Hy (op een aer manier) leyd heur het vyer wat naer.
 
Hy siet dat vleyery haer hert niet ken verwecken:
 
Hy soeckt door gaven haer tot zijn wellust te trecken.
 
Hy thoont meer als hy wil. Hy looft meer als hy heeft:
 
Dat 's trou, die 't ontrou hert belooft, maer niet en gheeft.
 
Hy vleyt. Sy smeeckt. Hy bidt. Sy sucht. Hy klaeght. Sy schreyt:
 
Dat hy haer suyv're schoot soo valsche laghen leyt.
 
Als hy (na langh versoeck) van haer wierdt af-gheslaghen:
 
Sijn dwangh tot Vooght-Heer stelt, om boeten zijn behaghen.
 
Deughd' perst uyt haer ghemoedt een bracke Water-beeck.
 
Hy demptse met het slijck van een onkuysche treeck.
 
Doch wat hy doet, 't is niet: haer Deughd' verwint sijn trots
 
En blijft standvastich staen, ghelijck een harde rots
 
Het gillen van de Wind in 't minst niet ken bewegen,
 
So houdt haer vaste Deught sijn geyle buyen teghen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken