Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn leven (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn leven
Afbeelding van Mijn levenToon afbeelding van titelpagina van Mijn leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.91 MB)

ebook (4.25 MB)

XML (2.48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn leven

(1877)–Mina Kruseman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Mevrouw C.
Brussel, 9 Februari 1865.

.........................

Uw brief van 12 pagina's heeft mij regt veel plaisir gedaan en mij op eens in het midden van Parijs gegooid alsof ik er te huis behoorde, ik voelde mij bij de beschrijving van uw vorig quartier reeds van de trappen rollen, en bij de beschrijving der opéra reeds in extase over Adelina Patti geraken. Eén ding slechts bevalt mij niets bij al wat Parijs smakelijks en bekoorlijks voor mij hebben zou, en dat ééne ding is de mooije vriendin! Hoe kan een mensch zóó leven? Lieve hemel! Ik geloof dat ik dood ging van verveling als ik altijd door zoo mooi moest

[pagina 46]
[p. 46]

wezen, en dan nog niets anders was dan dàt! Mooi en wel, en anders niet dan mooi! De onderdanige dienaresse van een verguld hoofd of een fluweelen japon te zijn! Neen, c'est trop fort! Dan nog liever in een katoentje met loshangend natuurlijk haar, met een boek of een piano op de derde verdieping van een eenvoudig huisje, dan zoo gemaltraiteerd mooi in twee loges te gelijk, om niets te hooren en door velen gezien te worden. Wat moet dat arm menschje ongelukkig worden, wanneer de oude dag eens aan zal breken, en zij een voor een al hare charmes zal zien verminderen en verdwijnen! Dan is het doel van haar leven verloren, en waarvoor dan nog geleefd? Heeft zij geene kinderen? Houdt zij van niets waarvan een gewoon mensch houdt, ook zonder kans van geadmireerd te worden? Gr. zeide gisteren ‘Je ne veux pas être riche, car la richesse donne l'ennui.’ Waarop Mme R. hem ten antwoord gaf ‘Et moi, je veux bien l'être à cette condition là.’ Mevrouw *** echter zoude mij ook haast tot de opinie van G. doen overhellen, want op die wijze rijk te zijn, dan hangt men van nog grootere nietigheden af, dan een arm mensch die werken moet voor de kost.

.........................

Een dag of veertien geleden zijn wij weder, even als verleden jaar, met Mme R. naar de opéra geweest, waar wij ‘si j'étais Roi’ gezien hebben. Jourdan was adorable, Mme M. eene stijve, vierkante klomp spek, de idole van het publiek, vond ik onverdragelijk, ofschoon zij zeer goed vocaliseerde met hare vervelende, katoenen keelstem. En Laurati (de danseuse) was à croquer! in de scène des nonnes uit den Robert. Mr. C. kwam in de pauze weder opdagen om ons op ijs te tractéren.

.........................

Hoe men een mensch kan leeren kennen! Verbeeld je, in de opéra kwam een heer in het parterre zitten, vlak vóor onze loge, zoodat wij hem net op zijn hoofd konden zien. Op eens was het hoofd verdwenen en kwamen er, als molenwieken, eenige armen en beenen voor in de plaats.

‘Oh! Mais voyez donc! Voyez Mesdemoiselles, Comme il dégringole!’ riep Mme R. in de handen klappende van vreugde. Een oogenblik later hoorden wij weder Krak! Boenk! dáár lag een ander op den grond die, niets kwaads vermoedende, op dezelfde plaats was gaan zitten.

‘Ah! Voilà le second qui s'en va! Mais nous avons vraiment une très bonne place ici! Comme c'est amusant de voir ces Messieurs qui font la culbute!’ riep Mme R. weder, verrukt over het schouwspel. In de pauze, toen C. kalm en wel met ons stond te praten, hoorden wij weer een schreeuw en een slag, daar lag de derde, C. bleef steken in zijn discours en zag eenigszins vragend rond.

‘Mon Dieu! Il est tombé! Le pauvre homme! Pourvu qu'il

[pagina 47]
[p. 47]

ne s'est pas blessé au moins!....Ha! Dieu merci, il est debout! Ce n'est rien! Il ne s'est pas blessé. Ce n'est rien; heureusement!’ riep Mme R. eindelijk gerust gesteld over het accident, waarover zij zich, ter eere van C. zoo verschrikkelijk had aangesteld.

.........................

Aanstaanden zondag gaat Nen op de crèche spelen, alwaar ik verleden week gespeeld heb, op eenGa naar voetnoot1 drolissimo piano, die geluid gaf, alsof de snaren met flanel bekleed waren, enfin ik ben er dan toch nog heelhuids doorgescharreld, en mogelijk ga ik er eerdaags nog wel eens zingen ook.

.........................

Maak nu maar dat gij gezond blijft en pas maar op met de archi-millionnaire Mevrouw***. Zulke kennissen zijn altijd gevaarlijk, is het niet voor de ziel, dan toch voor de beurs, want niet alle beurzen kunnen het eeuwige leven représentéren, al zijn zij ook nog zoo goed gevuld.

Alles welbeschouwd en alle eigenbelang op zijde gesteld, wenschte ik dat gij maar weer hier waart, n'importe hoe en waar. En vergis ik mij niet, dan geloof ik, dat gij het zelve ook wel wenschtet, is het niet zoo? Enfin, maar niet geschreeuwd vóór dat men geslagen wordt; een mensch wordt tusschenbeide zoo wonderlijk door het leven gejaagd, dat er eindelijk een oogenblik komt, waarin men niets meer begrijpt, maar slechts versuft kan goedkeuren hetgeen toch zóó en niet anders had moeten wezen.

.........................

 

Mina.

voetnoot1
Waarom levert de liefdadigheid gewoonlijk al wat zij verstrekt zoo slecht mogelijk? Ik ken vele artisten (ik behoor er trouwens zelve toe tegenwoordig) die eenvoudig weigeren zich ooit op charité concerten te laten hooren, omdat die altijd gegeven worden in slechte condities.
1877.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over B.P. Korteweg

  • over D.A. Thieme

  • over Jacob Haspels

  • over P. Haverkorn van Rijsewijk

  • over August Josef Cosijn

  • over Jan Versluys

  • over Jan ten Brink

  • over W.J.A. de Witt Huberts

  • over J.N. van Hall

  • over Catharine F. van Rees

  • over Julius Vuylsteke

  • over J.M.E. Dercksen

  • over Willem Doorenbos

  • over Gualtherus Kolff

  • over Jérome Alexandre Sillem

  • over J. P. Revers

  • over Martinus Nijhoff

  • over Carel Vosmaer

  • over W.I.C. Rammelman Elsevier, jonkheer

  • over Multatuli

  • over Mimi Douwes Dekker

  • over Betsy Perk

  • over Lucie Baart

  • over Elize Baart

  • over Antoine le Gras


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 9 februari 1865