Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn leven (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn leven
Afbeelding van Mijn levenToon afbeelding van titelpagina van Mijn leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.91 MB)

ebook (4.25 MB)

XML (2.48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn leven

(1877)–Mina Kruseman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Mejufvrouw K. 's Gravenhage.
Brussel, 19 Maart 1868.

.........................

Van den winter ben ik bijzonder wild geweest, eigenlijk door toedoen van de buren, die mij mede hebben gesleept naar een kinder-bal-masqué en naar een menschen-bal-masqué. Op het kinderbal kwam ik naast een élégant jong vrouwtje teregt, dat met innig welgevallen haar tienjarig dochtertje in het oog hield dat in de menigte stond te huppelen. Ik volgde de rigting harer oogen en bleef een oogenblik met verbazing staren naar het smaakvolle, frissche costume van het kind. - Dat deed de moeder goed, naar het scheen, want dadelijk klampte zij mij aan.

‘Comme ces enfants s'amusent!’ begon zij. ‘Cela vous intéresse, n'est ce pas, Madame? Vous aussi, vous êtes contente de voir combien tous ces petits êtres sont heureux!’ Zoo ging zij voort, en van het eene op het andere komende, kreeg ik eindelijk alle mogelijke confidences, haar dochtertje betreffende. Het kind was niet sterk, hoestte tusschenbeide, had allerhande kleine kwaaltjes, groeide zelfs een weinig scheef en moest toch binnen kort naar een pensionnat gezonden worden voor hare éducatie. Daar scheen de arme ziel vreeselijk over te tobben. Natuurlijk was ik tegen het pensionnat, voor haar eenig kind, dat toch al niet sterk was. Ons discours was vrij geanimeerd, en op het laatst waren wij zoo in de kinderen verdiept, dat zij mij op eens heel ernstig vroeg: ‘Et combien de vos enfants sont ici, Madame?’

‘Oh! Moi, je n'en ai pas ici, ce soir!’

‘Ils sont probablement trop petits encore.’

Het goede mensch reutelde gelukkig zóó door dat ik niet behoefde te antwoorden. Mevr. F. zat intusschen aan mijn andeten kant te schateren. Toen kwam de man op het tapijt. Hij was er niet, maar ik zag hem haast voor mij staan, zoo natuurlijk beschreef zij hem. Eerst de éloges en daarna de klagten. Zij

[pagina 101]
[p. 101]

hield zoo dol van dansen, dat zij naauwelijks stil kon blijven zitten gedurende het kinderbal: ‘Aussi, je pars de suite après le bal d'enfant, je ne veux pas voir danser les grandes personnes, car la tentation serait trop grande pour moi!... Vous ne dansez pas, Madame?’

‘Non, Madame, jamais. J'ai beaucoup dansé autre fois, maintenant je n'y tiens plus.’

‘Comment, vous n'y tenez plus! Oh, moi, j'y tiens! j'y tiens beaucoup même; c'est mon mari qui n'aime pas que je danse! Autrefois, il dansait lui-même à tous les bals, mais depuis notre mariage, il n'a plus voulu aller au bal, ni m'y conduire non plus.’

‘Est-il jaloux, Mr. votre mari?’

‘Jaloux!... Jaloux!... Il n'a jamais été jaloux, il me semble. Mais... cependant...’

Ik kreeg een duw van Mev. F. die mij lagchend toefluisterde: ‘Taisez-vous donc! Vous mettrez le feu aux quatre coins du ménage, en lui parlant ainsi!’

‘Ah! vous aussi,’ begon mijn andere buurvrouw weer, ‘vous êtes comme moi peut-être, et ce n'est que pour être agréable à votre mari que vous renoncez au plaisir de la danse?’

‘Moi? Oh, mon Dieu non! Je vous assure que le bonhomme n'y est pour rien!’

Die oneerbiedige phrase, mijn echtgenoot betreffende, sloeg haar zoo uit het veld, dat het goede menschje wel tien minuten bleef stilzwijgen, mij tusschenbeide schuins aankijkende met een gezicht alsof zij zeggen wilde: ‘Arme man! Wat zal die sukkel te lijden hebben!’

Gisteren kwam zij mij tegen met Papa, toen zag zij mij met zoo'n verstomming aan, dat wij er eindelijk beide over in den lach schoten!

.........................

 

Mina.

21 Maart.

Gisteren is uw brief mij juist à propos in den mijne komen storen en nu ga ik u allen eens gaauw féliciteren met het engagement van **. Wij hopen van harte dat hij regt gelukkig in zijn huwelijk zal zijn, en dat hij in zijne vrouw al die goede eigenschappen zal vinden, welke vooral in Indië zoo onontbeerlijk zijn, wil men la vie à deux eene zekere tint van poëzie en nieuwheid laten behouden.

.........................

Basta nu voor van daag; daar komt *** om te zingen. O ja, ik heb Rubinstein ook gehoord van den winter, na Dupond en Brassin, en toen beviel hij mij niet. Ik geloof omdat Brassin mij nog altijd in de ooren klonk. Het heerlijke spel van dien goeden stoffel heeft mij zoo betooverd, dat het compleet eene

[pagina 102]
[p. 102]

révélatie voov mij geweest is. Ik wist niet dat er zulke toonen uit eene piano te halen waren, en geloof ook niet dat een ander ze er uit halen kan. Voor mij staat dan ook geen enkel pianist gelijk met Brassin. Het publiek heeft Rubinstein met frénésie geapplaudisseerd, vier malen achtereen teruggeroepen! De portretten werden in de concertzaal zelve verkocht! En de muzijk die hij speelde bij honderde exemplaren uit de winkels gehaald! Van den zomer worden er zonder twijfel Rubinstein-mantels en Rubinstein-hoedjes gedragen. Mogelijk zullen daarna les patés et les glaces à la Rubinstein verschijnen!

Op het menschen bal masqué ben ik tegen den kapitein aangeloopen. Ik was geheel in het wit gekleed en gemaskerd. Hij zag mij aan, zeide ‘Pardon’, keek nog eens om, herkende mij niet, en ging verder. Ik lachte in mijn vuistje en maakte dat ik weg kwam. Toen kon ik mij voorstellen hoe iemand zich gevoelen moet die dood is, en en esprit terug komt, alles ziet, alles hoort, alles weet, elkeen kent en toch voor de menschen is alsof hij niet was. Mooije balgedachten!

Als ik u alles schrijven wilde dan schreef ik morgen nog over ‘Roméo en Juliette,’ den Béarnais, een merkwaardig soiréetje dat wij hier aan huis gehad hebben, en honderd kleine dwaze dingen meer. Maar *** wacht met taai geduld.

.........................

 

Mina.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over B.P. Korteweg

  • over D.A. Thieme

  • over Jacob Haspels

  • over P. Haverkorn van Rijsewijk

  • over August Josef Cosijn

  • over Jan Versluys

  • over Jan ten Brink

  • over W.J.A. de Witt Huberts

  • over J.N. van Hall

  • over Catharine F. van Rees

  • over Julius Vuylsteke

  • over J.M.E. Dercksen

  • over Willem Doorenbos

  • over Gualtherus Kolff

  • over Jérome Alexandre Sillem

  • over J. P. Revers

  • over Martinus Nijhoff

  • over Carel Vosmaer

  • over W.I.C. Rammelman Elsevier, jonkheer

  • over Multatuli

  • over Mimi Douwes Dekker

  • over Betsy Perk

  • over Lucie Baart

  • over Elize Baart

  • over Antoine le Gras


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 19 maart 1868

  • 21 maart 1868