Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn leven (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn leven
Afbeelding van Mijn levenToon afbeelding van titelpagina van Mijn leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.91 MB)

ebook (4.25 MB)

XML (2.48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn leven

(1877)–Mina Kruseman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Mej. Mina Krüseman.
Woensdag avond.

.........................

Vosmaer schrijft: ‘De voordracht was lief en fijn. Ze reciteerde mooi de stukken uit Vorstenschool, goed begrepen, fatsoenlijk hoog. Zaturdag was ik naar Amst. gegaan om haar te zien. De fraaie zaal was eivol, er was spanning, een zeer goed publiek. Zij speelde zeer mooi, haar spel is anders als dat der school-

[pagina 294]
[p. 294]

actrices, ze is ook daar natuurlijk, maar blijft altijd edel en bevallig. Haar spraak is beschaaft, lief, een klein indisch accentjeGa naar voetnoot1 dat wel lief doet. Ze zag er soms zeer mooi uit, goede poses, fraaie wendingen en gebaren, tragieke oogenblikken. Jammer en duizendmaal jammer dat dit alles werd bedorven door de kompositie van 't stuk. Nauwlijks heeft ze tijd den toeschouwers in zijn gemoed te pakken of... 't fluitje gaat en de scherm valt.’

En dan dat 't publiek zoo vijandig was, en dat 't zoo toejuichte toen Stevens de borden kapot sloeg en dat jij daarbij zoo edel was.

En dan dat-i daarna niets van je gehoord heeft, van je verder optreden ook niet. Dat komt toch van 't zwijgen van die couranten.

.........................

 

Mimi.

Voorwoord.Ga naar voetnoot2

Ik heb tegenwoordig in mijn Vaderland een zwaren stijd te strijden, - een strijd dien ik begonnen ben bij mijn eerste optreden, als artiste en dien ik vol zal houden tot mijn dood.

Ik sta alleen tusschen Publiek en Kritiek - alleen tusschen een Publiek dat niet weet en een Kritiek die misleidt, - alleen tusschen een oprecht en eerlijk Publiek dat bedrogen wordt en een lage gemaskerde Kritiek, die zich gedraagt als een sluipmoordenaarGa naar voetnoot3

 

Eenige jaren geleden trad een geniaal man in Nederland op met een meesterstuk.

Meester Kritiek, zich van zijn minderheid bewust, noemde dien man een dronkaard en verklaarde zijn meesterstuk zedeloos.

Het Publiek geloofde Meester Kritiek, die, betaald om te weten, ook weten moest. Het gevolg hiervan was dat een groot man optrad voor een klein publiek en dat geldgebrek hem noodzaakte te zwijgen en de leege zalen te verlaten, die hij niet betalen kon.

Sedert zijn jaren verloopen. De man heeft gebrek geleden in den vreemde en zijn meesterstuk slaapt.Ga naar voetnoot4

 

Eenige dagen geleden trad een vreemdeling in Nederland op met een engelsch drama, dat hij voordroeg in 't duitsch voor een

[pagina 295]
[p. 295]

nederlandsch publiek. Meester Kritiek, zich zijne schoone, belanglooze roeping ten volle bewust, verklaarde hier niemand dronken en niets zedeloos, maar gebood het publiek, op straffe van beschuldigd te zullen worden van wansmaak, patriotisme of onpartijdigheid, zich naar de voordrachten van den heer Linde te begeven.

Denk niet, Publiek, dat ik iets wil afdingen op het talent van den heer Linde; eere wien eere toekomt, en hèm komt eere toe. Maar waarom wordt een duitscher, die de meesterstukken van een engelschman voordraagt, in Nederland reeds vóór zijn optreden door Meester Kritiek verheerlijkt, terwijl een nederlander, die zijn eigen meesterstukken voordraagt, door dienzelfden Kritiek stelselmatig vermoord wordt?

Ik bedoel hier Multatuli en zijn Vorstenschool.

Ons tooneel staat laag, zegt men, en te recht; maar hoe zou dit anders kunnen zijn?

Meester Kritiek, die vóór alles weten moest, is zóó fatsoenlijk, dat hij zich zelfs op zijn onwetendheid beroemt en het ‘zedeloos’ noemt, iets wat boven het gewone staat, te kennen.

De Vorstenschool bestaat sedert jaren, en nog nooit heeft een tooneeldirectie dat stuk durven opvoeren. Ik heb het op 't tooneel verlangd en mij bereid verklaard er de hoofdrol in te vervullen. Een vol jaar heb ik, op alle manieren, getracht mijn wensch verwezenlijkt te krijgen; te vergeefs. Meester Kritiek had neergeveld en ik alleen was te zwak om 't Publiek een meesterstuk te vertoonen, dat de Kritiek 't werk van een dronkaard had genoemd.

Toen heb ik zelve een stuk geschreven (dat geen meesterstuk is) een serie schetsen, anders niet, die door de mise en-scène en de Indische lokaalkleur waarde moest krijgen. Ik had gerekend op een gemachineerd tooneel, als in 't buitenland, maar ook gemachineerde tooneelen zijn hier onbekend Mijn stuk was dus zeer zwak voor Nederland, dit wist meester Kritiek, want ik had het verleden jaar in de meeste steden van ons land voorgedragen, maar... ware het een meesterstuk geweest (even als Multatuli's Vorstenschool) dan had Kritiek het vóór de opvoering vermoord, nu heeft hij 't na de opvoering gedaan.

Dank je, Kritiek! Door 't kleine tot 't groote, zeg ik nu.

Multatuli's Vorstenschool slaapt, en heeft veel te lang geslapen; de zonde van uitmuntendheid is zwaar genoeg gestraft geworden.

Publiek! help me, om Kritiek te dwingen, u op een meesterstuk te onthalen, dat 't voorrecht mist van Duitsch te zijn of van zóó zwak te wezen, dat 't ook na de opvoering gesmoord kan worden.

 

Voorgedragen te

Amsterdam, 26 November 1874.

 

Mina Krüseman.

voetnoot1
Het stuk speelt in Indië.

voetnoot2
Voorwoord bij den tweeden druk van Kunst en Kritiek. Deze Satire (volgens de orakeltaal van Meester Kritiek beneden kritiek) was binnen de veertien dagen uitverkocht. Dankje Publiek!
voetnoot3
Dit doelt ook op de recensie over mijn spelen, in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, waarin eenige letters beweren dat ik niet zingen kan. Die letters ('t masker van een gewezen dorpspredikantje P. Haverkorn van Rijsewijk) veroordeelen alweer het onbekende, want ik ben in mijn Vaderland nog niet als zangeres opgetreden.
voetnoot4
Ik nam toen Multatuli nog au sérieux, zooals men hieruit zien kan; Douwes Dekker kende ik nog niet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Multatuli

  • over Mimi Douwes Dekker

  • over Betsy Perk

  • over Lucie Baart

  • over Elize Baart

  • over Antoine le Gras

  • over J. P. Revers

  • over Martinus Nijhoff

  • over Carel Vosmaer

  • over W.I.C. Rammelman Elsevier, jonkheer

  • over Catharine F. van Rees

  • over Julius Vuylsteke

  • over J.M.E. Dercksen

  • over Willem Doorenbos

  • over Gualtherus Kolff

  • over Jérome Alexandre Sillem

  • over Jan Versluys

  • over Jan ten Brink

  • over W.J.A. de Witt Huberts

  • over J.N. van Hall

  • over Jacob Haspels

  • over P. Haverkorn van Rijsewijk

  • over August Josef Cosijn

  • over B.P. Korteweg

  • over D.A. Thieme


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Mimi Douwes Dekker