Mijn leven

Mevrouw Bosch, te Utrecht.
Zwolle, 9 Maart.

Beste Mevrouw!

Och, help mij nog eens! Gij strijdt, even als ik, voor de verbetering van het lot onzer kunstenaren, en gij gelooft nog misschien dat de mannen van de Amsterdamsche pers eerlijk waren in hunne bedoelingen, toen zij ‘intrigeerden’ (een woord van de Brieder!) om concessies en geld? Ziehier het bewijs van het tegendeel.

.........................

(Zie pagina 173)

Wilt gij mij het genoegen doen deze geheele correspondentie een plaats in het Utrechtsch Dagblad in te ruimen, dan zal ik u en den Heer Bosch recht dankbaar zijn voor uwe hulp.

Is mijn oorlog u wat te heftig, wil dan s.v.p. de goedheid, hebben mij het hierin gesloten épistel terug te zenden, dan zal ik het op een andere manier bekend maken, liefst zoo spoedig

[p. 184]

mogelijk, daar de heeren van 't tooneel reeds in verscheiden dagbladen op 't engagement van Elize gebluft hebben.

.........................

Mina Krüseman.