Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met de poppen gooien (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met de poppen gooien
Afbeelding van Met de poppen gooienToon afbeelding van titelpagina van Met de poppen gooien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.49 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met de poppen gooien

(2001)–Guus Kuijer–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

Jan-Willem is brutaal

‘Wil jij even naar de winkel?’ vraagt Jan-Willems moeder. ‘Ik ben een paar dingen vergeten.’

‘Goed,’ zegt Jan-Willem. Dat vindt hij niet erg. Boodschappen doen. Als hij maar een lijstje mee krijgt.

‘Kijk,’ zegt zijn moeder. ‘Hier staat alles op.’ Ze heeft een papiertje in haar handen. ‘Twee ons ham, een kilo aardappels en een kilo appels.’

Jan-Willem pakt het lijstje en leest het.

‘Staat alles er precies op?’ vraagt hij.

‘Ja,’ zegt zijn moeder. ‘En hier heb je vijf gulden. Dat is meer dan genoeg.’

Jan-Willem krijgt een tas en daar gaat hij.

De winkel is niet ver. Een paar minuten lopen.

Het is een hele grote winkel. Een supermarkt.

Hij gaat naar binnen. Hij pakt een wagentje. Zo hoort het.

Je kan niet álles zelf pakken. Bij de groenten staat een juffrouw. Bij het vlees staat een meneer.

Hij gaat het eerst naar de juffrouw. ‘Een kilo aardappelen,’ zegt hij.

‘Welke?’ vraagt de juffrouw.

Wat nou welke? denkt Jan-Willem. Hij krijgt een kleur van schrik.

‘Gewoon aardappelen,’ zegt hij.

‘Ja maar,’ zegt de juffrouw, ‘we hebben drie soorten.’ Ze geeft een knipoog naar een mevrouw. Alsof ie een klein kind is dat niks weet.

[pagina 56]
[p. 56]

‘Kijk,’ zegt de juffrouw. Ze wijst op drie kisten. ‘We hebben deze, deze en die.’

‘Geeft u die maar,’ zegt Jan-Willem. Hij wijst op de grootste soort. Hij probeert gewoon te kijken. Maar eigenlijk is hij helemaal in de war. Waren dat wel de goeie aardappelen?

De juffrouw neemt een grote schep. Ze schept de aardappelen op de schaal van de weegschaal. Ze weegt ze. Dan stopt ze de aardappelen in een papieren zak. ‘Wat nog meer?’



illustratie

‘Een kilo appels,’ zegt Jan-Willem. ‘Die.’ Hij wijst op rooie appels.

De juffrouw weegt de appels. ‘Mag het iets méér zijn?’ vraagt ze.

‘Wat zegt u?’ vraagt Jan-Willem. Hij begrijpt er niks van.

‘Of het iets méér mag zijn,’ zegt de juffrouw ongeduldig.

Jan-Willem wordt er warm van.

‘Wat mag meer zijn?’ vraagt hij benauwd.

‘De appels,’ snauwt de juffrouw. ‘Het is iets méér dan een kilo.’

Ze kijkt om zich heen. Er staan nog meer klanten te wachten.

‘Ja, goed,’ zegt Jan-Willem haastig. ‘Doet u maar.’

Met een zucht pakt de juffrouw de appels in.

Jan-Willem gaat er gauw vandoor met zijn wagentje.

[pagina 57]
[p. 57]

Bij de slager is het erg druk.

De meneer die de mensen helpt staat achter een glazen toonbank.

Jan-Willem komt er net met zijn ogen boven uit.

Hij moet lang wachten. Iedereen gaat voor zijn beurt.

Jan-Willem durft niks te zeggen.

Eindelijk ziet de slager hem.

‘Wat wil jij mannetje?’ vraagt hij.

‘Twee ons ham,’ zegt Jan-Willem.

‘Hoe?’ vraagt de slager. ‘Gesneden, in blokjes of moet het héél blijven?’

Allemensen, hoe kan hij dat nou weten? Daar staat niks van op het lijstje! Hij moet bijna huilen.

‘Gesneden,’ zegt hij maar. Zijn stem bibbert.

Hij krijgt de ham. Hij stopt het in zijn wagentje. Hij rijdt naar de kassa.

Als ie maar niet te weinig geld bij zich heeft! Hij legt zijn boodschappen neer voor de juffrouw van de kassa. Zijn vijf guldens legt hij er naast.

‘Vijf gulden en vierentwintig cent,’ zegt de juffrouw.

Zie je nou wel. Daar had je het al. Te weinig geld! Wat moest ie doen?

‘Ikke, ik heb, ik heb maar vijf, maar vijf gulden,’ stottert hij. O, wat erg. Hij voelt zich zó klein. Hij zou weg willen rennen en zich verstoppen. Maar hij durft niet.

‘Breng die vierentwintig cent straks nog maar even,’

[pagina 58]
[p. 58]

zegt de juffrouw vriendelijk. Ze stopt de boodschappen in Jan-Willems tas.

‘Dag,’ zegt ze. ‘Tot straks.’

Jan-Willem rent naar huis. Hij bibbert, zó naar voelt hij zich.

‘Hier!’ schreeuwt hij als hij thuis is. Hij slingert de tas de keuken in.

‘Ik had vierentwintig cent te weinig. Maar ik ga niet terug.’

‘Wat is er met jou?’ vraagt zijn moeder verbaasd.

‘Ga zelf maar,’ schreeuwt Jan-Willem. ‘Ik doe het nooit meer!’

Hij is heel boos. Hij kan er niks aan doen. Hij kan het niet tegenhouden.

‘Wat ben jij brutaal zeg,’ zegt zijn moeder. ‘Natuurlijk breng je die vierentwintig cent even.’

‘Nee!!’ brult Jan-Willem.

Nu wordt zijn moeder boos. ‘Schiet op!’ schreeuwt ze. ‘Naar boven. Jij met je brutale mond!’

Jan-Willem rent naar boven. Hij laat zich op zijn buik op zijn bed vallen. Hij slaat met zijn vuisten in zijn kussen. Hij doet het niet. Hij doet het niet! Het is niet eerlijk! Dan maar de hele dag voor straf op zijn kamer.

Niks aan te doen. Hij doet het niet!



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken