Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met de poppen gooien (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met de poppen gooien
Afbeelding van Met de poppen gooienToon afbeelding van titelpagina van Met de poppen gooien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.49 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met de poppen gooien

(2001)–Guus Kuijer–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 84]
[p. 84]

De man met het snorretje

Jan-Willem moet nieuwe kleren hebben. Een broek en een bloes.

Hij gaat naar een grote winkel. Samen met zijn moeder. Hij vindt het niet fijn. Het duurt altijd zo lang. En zijn moeder koopt nooit iets fijns.

Het is druk in de winkel. Ze moeten wachten op een meneer die helpen kan.

Jan-Willem ziet een verkoper die bezig is met een andere jongen. Het is een lange, bleke man met een dun snorretje. Hij praat tegen de moeder van de jongen.

Jan-Willem moet lachen. Want o wat moet die jongen rare kleren aantrekken! Een veel te lange korte-broek en een idiote bloes met hertjes erop. Nee, maar, hij houdt die malle kleren nog aan ook!

Daar gaan ze al naar de kassa om te betalen.

Nu is Jan-Willem aan de beurt.

De man met het snorretje buigt beleefd voor zijn moeder.

Jan-Willem wordt een beetje bang. Als dat maar goed afloopt! Het snorretje laat moeder allerlei kleren zien. Maar moeder schudt steeds van nee. Maar dan haalt de verkoper een blauw pakje te voorschijn. Er zitten witte strepen op. Een matrozenpakje.

‘O, wat schattig,’ zegt moeder, ‘is dat weer in de mode?’

[pagina 85]
[p. 85]


illustratie

‘Ja,’ zegt het snorretje, ‘dat is het nieuwste.’

Jan-Willem moet bijna huilen van schrik. Zou zijn moeder dat gekke pakkie echt willen kopen?

Dat is verschrikkelijk! Wat zullen de kinderen hem uitlachen!

‘Wat vind jij ervan Jan-Willem?’ vraagt moeder.

Jan-Willem slikt. ‘Ik vind het...’ begint hij. Maar zijn keel is dik. Het lijkt wel of ie niet meer praten kan.

‘Pás het eerst maar eens,’ zegt moeder.

Ze duwt hem naar voren. De paskamer in. Daar trekt hij het matrozenpakje aan. Hij kijkt in de spiegel. O wat erg. Wat ziet hij er gek uit! Hij voelt zich ziek van narigheid.

Zijn moeder trekt hem alweer naar buiten. Naar de verkoper met het snorretje. Jan-Willem durft niet om zich heen te kijken. Iedereen lacht hem natuurlijk uit.

‘Mooi hè,’ zegt moeder. ‘Je wilt toch kapitein worden?’

‘Piloot,’ fluistert Jan-Willem.

‘Da's bijna hetzelfde,’ zegt het snorretje.

Jan-Willem zucht. Wat een nare man was dat. Hij heeft zin om hem hard tegen zijn benen te schoppen. Maar hij durft niet.

Hij weet nog maar één manier om van dat pakje af te komen.

Liegen.

Hij haalt diep adem.

‘Een jongen op school had ook zo'n pak,’ zegt hij,

[pagina 86]
[p. 86]

‘maar dat was meteen kapot.’

‘O,’ zegt moeder.

‘Onmogelijk mevrouw,’ zegt de verkoper haastig. ‘Voelt u maar hoe stevig het is.’

Moeder voelt de stof tussen haar vingers. ‘Het is wel dun hoor,’ zegt ze.

De verkoper kijkt Jan-Willem boos aan. Zijn snorretje trilt ervan.

‘Ik geloof dat je gelijk hebt Jan-Willem,’ zegt moeder. ‘Het is erg leuk, maar niet zo sterk.’

Jan-Willem zegt niks. Maar hij is erg blij. Ze gaan terug naar de paskamer. Hij trekt snel het matrozenpak uit.

Ze kopen een gewone broek en een gewone bloes. Dat is veel beter dan dat malle matrozenpakje.

Als hij thuis is, mag hij nog even buiten spelen.

‘Hé,’ zegt Madelief. ‘Heb je een nieuwe bloes?’

‘Ach kom,’ zegt Jan-Willem, ‘die heb ik al zolang.’

Maar als Madelief hem niet gelooft, vertelt hij het hele verhaal.

‘Dat heb je slim gedaan,’ zegt Madelief na afloop. ‘Die man zal wel op zijn neus gekeken hebben.’

‘Nou,’ zegt Jan-Willem trots, ‘zijn snor wapperde ervan.’



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken