Leiden en Westelijk Rijnland
(1944)–E.H. ter Kuile– Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||||
Alkemade.Watermolens.Verspreid over de gemeente een aantal watermolens, te weten:Ga naar margenoot+
| |||||||||||||||||||||
De Kaag.DE HERVORMDE KERK is een gebouw van 1873 tot welks inventarisGa naar margenoot+ behooren: Twee eenvoudige koperen lezenaars, één op den preekstoel en één op hetGa naar margenoot+ doophek, beide vermoedelijk XVIII. Koperen doopbekkenhouder, wellicht XVIII. Twee koperen kaarsenkronen, elk met twee rijen van acht armen. Eén van | |||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||||
de kronen is voorzien van drie schilden die ondersch. het wapen- van Wassenaar met hartschild-Alkemade, een zeilschip en het opschrift ‘Johannes Huybertse van Daale’ vertoonen. Ga naar margenoot+ Klok van 67 cM. middellijn met engelfries en opschrift: TEMPORIS EXTREMI TUM MEMOR ESTO TUI. P. HEMONY ME FECIT AMSTELODAMI Ao 1675. | |||||||||||||||||||||
Oud Ade.Ga naar margenoot+ DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van den H. Bavo is een modern gebouw. De statie werd in 1630 gesticht. Tot den inventaris van de kerk behooren: Ga naar margenoot+ Schilderstuk, de Aanbidding der Herders (pl. II no. 2). Paneel, 156 × 155, door Pieter de Grebber. Get. op de kribbe: P. DG, 1633. Schilderstuk, Beweening van den Christus (pl. II no. 3). Doek, 160 × 82, door Anthonie (de) Grebber. Get. rechts onder: A. Grebber Ao 1651. Portret van Antonius van der Plaat, eersten pastoor van Oud Ade 1630-1678 (pl. III no. 4). Doek, 81 × 65, get. rechts: Adr. Hanneman f. An. 1656. Portret van Johannes Walterus Eelkens, derden pastoor van Oud Ade 1710-1714. Borstbeeld naar rechts in geschilderd ovaal met een gebedenboek in de hand. Rechts tafel met rood kleed waarop een crucifix. Op den achtergrond twee rijen boeken. Boven en links-achter een gordijn. Doek 85 × 67. Portret van Johannes van der Mey, vierden pastoor van Oud Ade 1714-1748 (pl. III no. 5). Op den boog van den achtergrond gevierendeeld wapen: in II en III telkens drie kruisen, 2, 1; de andere vierendeelen en het hartschild onduidelijk. Rechts daarvan: Aet. XLV. Paneel 44 × 35. Get. links: H. van Velthoven Anno 1735. Portret van Hermanus van Westerloo, achtsten pastoor van Oud Ade 1770-1780. Heupstuk van voren gezien, zittend aan een tafel, waar hij met den rechterarm op rust terwijl de linkerhand op borsthoogte een brevier houdt. Op de tafel een gesloten boek. Rechts uitzicht op een kerk met toren. Van boven naar links afhangend een rood gordijn waarop wapen: gevierendeeld, het derde kwartier gekanteeld; I: In goud drie vogels van zwart, II: in goud een roode leeuw met barensteel van zwart, III: in rood drie zwarte zuilen, IV: in groen drie visschen van zwart, 2, 1. Wapenspreuk: Robure en Constantia. Miniatuurportret van Vincentius Martinus van der Valck, twaalfden pastoor van Oud Ade, 1807-1844. Rond borstbeeld van 5,5 cM. middellijn, door G.J. van den Berg. Get. V.D.B. 1806. Portret van Debera Lyklas, geb. 17 Juni 1687 te Roelofarendsveen, kniestuk. De vrouw is weergegeven op middelbaren leeftijd, zittend in een vertrek, van voren gezien, links leunend op een tafel met kruisbeeld, enkele boeken en een open gebedenboek. XVIIIb, paneel, 42 × 35. | |||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||
Monstrans van verguld zilver. De voet is versierd met gedreven voorstellingenGa naar margenoot+ van de Lijdenswerktuigen. Aan weerszijden van den glascylinder beeldjes voorstellende de H.H. Johannes en Anna met Maria, in den top een beeldje van de H. Maagd. De nodus is modern. Hoog 57 cM. Geen merken zichtbaar, XVII A. Vier koperen kandelaars op driezijdige voeten, waarvan twee 53 cM. en deGa naar margenoot+ twee andere 51 cM. hoog zijn. Midden XVII. Twee ronde koperen kandelaars, hoog 39 cM., XVII. Een koperen kandelaar op driezijdigen voet, hoog 65 cM., XVIII. | |||||||||||||||||||||
Oude Wetering.DE HERVORMDE KERK is gebouwd in 1691 nadat de gemeente in 1655 wasGa naar margenoot+ gesticht. In 1843 is de kerk vergroot (J. Brouwer, De formatie van de Gereformeerde gemeente van Oude- en Nieuwe Wetering in 1655, Oudshoorn 1905). Aanvankelijk had het gebouw een rechthoekigen plattegrond met één van de lange zijden naar den weg gekeerd. In 1843 is een T-vorm ontstaan, doordat aan de wegzijde een nieuwe vleugel met ingang werd toegevoegd. Het kerkgebouw is heel sober van gedaante en wordt verlicht door vensters met halfronde bogen. Uit het dak rijst een houten klokketorentje. De ruimten worden overdekt door houten gewelven.
Tot den inventaris van de kerk behooren:Ga naar margenoot+
Preekstoel en doophek van eikenhout, sober, nu geverfd, dagteekenend uit den tijd van den bouw van de kerk in 1691. Op het klankbord prijkt het wapen- van Wassenaar met hartschild-Alkemade. De preekstoel is voorzien van een koperen doopbekkenhouder en een koperen lezenaar. De voorzangerslezenaar op het doophek is zeer sierlijk bewerkt en draagt het opschrift: Vereert bij Lambert Teering 1696. Twee psalmborden met gesneden ranken, omstreeks 1700. Klok van 65 cM. middellijn, geheel glad, met opschrift: OUDE WETERING 1776.
DE REMONSTRANTSCH-GEREF. KERK is een sober gebouwtje, dagteekenendGa naar margenoot+ van 1645. De gemeente was in 1632 gesticht. Het rechthoekige zaalkerkje, met een van de korte zijden naar den weg gericht, vertoont aan dezen kant een halsgevel en een uitspringend portaal in de vormen van omstreeks 1800. De zijmuren zijn gepleisterd en voorzien van spitsboogvensters, tegen den achterkant bevindt zich een kerkeraadskamer. Het inwendige wordt gedekt door een houten tongewelf dat op klossen is overgekraagd. Tot den inventaris behooren: Preekstoel van 1748 met koperen lezenaar en doopbekkenhouder.Ga naar margenoot+ | |||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||
Doophek met balusters en koperen doopboog alsmede eenige eenvoudige bijbehoorende banken en een voorzangerslezenaar, alles XVIII A. Twee psalmborden, 1791. Twee koperen kaarsenkronen elk met twee rijen van 6 armen, wellicht XVII. Ga naar margenoot+ Twee zilveren avondmaalsbekers, hoog 16,5 cM., versierd met gegraveerde ranken en vogels. De eene beker is gemerkt: Leiden, jaarletter G(?), meesterteeken: een schild met drie staven, 1, 2. De andere, een grove navolging, is gemerkt: Rotterdam en een gothische minuskel p. Beide XVII.
Ga naar margenoot+ WOONHUIS even ten Noorden van de Herv. kerk, genummerd A 111. Deftig huis van twee verdiepingen met lagen zijvleugel en aan de straatzijde driezijdig uitgebouwde kamer. Twee dakvensters met rococo-snijwerk. Vermoedelijk is het huis gebouwd in of omstreeks 1774, welk jaartal voorkomt in een muur van het zomerhuis achter het groote huis. | |||||||||||||||||||||
Rijpwetering.Ga naar margenoot+ DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van O.L. Vrouwe Geboorte is een neogothisch gebouw van 1860. Tot den inventaris behooren:
Ga naar margenoot+ Monstrans van verguld zilver, bestaande uit een 17de eeuwschen voet (pl. III no. 6) en een veel lateren bovenbouw (XIX A). De voet prijkt met gedreven voorstellingen van Abraham en Melchisedech, Abrahams Offer, het Joodsche Paaschfeest en het Laatste Avondmaal. Merken: Antwerpen, meesterteeken van Jan Moermans (driehoek met een I en een M), jaarletter O (1670/1671). De schijfvormige luna wordt geflankeerd door palmzwaaiende figuren en overhuifd door een overmatig groote kroon. Hoog 73 cM. Kelk van verguld zilver (pl. IV no. 7). De zeszijdig kegelvormig oploopende voet is versierd met gedreven voorstellingen: Ecce Homo, Geeseling, Jezus voor Pilatus, Jezus in den hof van Gethsemane, laatste Avondmaal en Kruisiging. De cuppa vertoont drie medaillons met voorstellingen van de H.H. Petrus, Willebrordus en Bonifacius. Hoog 17 cM., XVII A. Bij de kelk behoort een lepeltje met voluutvormigen steel. Godslamp van gedreven zilver met voorstellingen van de Drie-eenheid, omstreeks 1700. | |||||||||||||||||||||
Roelof-arendsveen.Ga naar margenoot+ DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK, gewijd aan St. Pieters Banden, is een neogothisch gebouw. De statie werd in 1659 gesticht (Bijdragen Bisdom Haarlem IV, blz. 313). Tot den inventaris van de kerk behooren:
Ga naar margenoot+ Communiebank van eikenhout, bestaande uit vijf vakken, waarvan de beide | |||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||
uiterste grove toevoegingen zijn. Het middenvak bevat een voorstelling van Saulus voor Damaskus, links daarvan Mozes water uit de rotsen slaande, rechts Petrus' verlossing uit den kerker. Omstreeks 1700. Preekstoel van eikenhout. De voet vormt een gebeeldhouwde voorstelling van den kerker, waaruit St. Petrus door een engel naar buiten wordt geleid. Het klankbord stelt een draperie voor, gehouden door engeltjes. Omstr. 1800. Monstrans van verguld zilver (pl. IV no. 9). De zeslobbige voet vertoont in drijfwerk den Gekruisigden Christus en de Lijdensemblemen met daartusschen drie engelkoppen. Links van den glascylinder beeld van den H. Augustinus, rechts van den H. Ambrosius. Daarboven links een pelgrimsfiguur met draak, staf en palm (H. Cyriacus v. Rome?), rechts de H. Victor van Marseille. Boven den glascylinder de figuren van den Christus en de H. Maagd. Hoog 73,5 cM. Merken weggesleten. XVII A, waarschijnlijk Zuid-Nederlandsch werk. Monstrans van verguld zilver (pl. IV no. 8). De voet is bezet met de gedrevenGa naar margenoot+ figuren van de Evangelisten met attributen, de stam wordt gevormd door de figuur van het Geloof, links en rechts van de luna Hoop en Liefde, voorts uitbeelding van de Drie-eenheid. Hoog 102 cM. Merken: Jan Moermans te Antwerpen, jaarletter G (1663/1664). Kelk van verguld zilver (pl. V no. 10). Om de cuppa engeltjes als zinnebeelden van Geloof, Hoop en Liefde. Hoog 29 cM. Merken: een gekroonde hand (Antwerpen), verder weggesleten. XVII c. Missaalbeslag van gedreven zilver (pl. V no. 11). Het middenstuk aan de voorzijde stelt de H. Maagd voor, dat aan de andere zijde de verlossing van den H. Petrus uit den kerker. Geen merken te zien. Midden XVII. Voorts twee kleine driepootige koperen kandelaars, XVII, een wijwaterbakjeGa naar margenoot+ van blauw Delftsch aardewerk, en in de pastorie een eiken archiefkast, midden XVIII. Twee schilderijen op paneel, voorstellende St. Pieter en St. Paul, cat. Tentoonstelling kerkelijke Kunst 's-Hertogenbosch 1913 nos. 17 en 18, Gedenkboek dezer tentoonstelling pl. XVI, berusten thans als bruikleenen der parochie in het Bisschoppelijk Museum te Haarlem. |
|