Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zuid-Salland (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zuid-Salland
Afbeelding van Zuid-SallandToon afbeelding van titelpagina van Zuid-Salland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.60 MB)

Scans (55.75 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zuid-Salland

(1964)–A.C.F. Koch, E.H. ter Kuile–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Raalte

Heten

ROOMS-KATHOLIEKE KERK. Tot de inventaris van deze kerk behoort een verguldzilveren miskelk in verwaterde laatgotische vormen, hoog 19 cm (afb. 336). Op de achtzijdige voet is de Kruisiging gegraveerd, het graveerwerk is evenwel zeer versleten. Op de acht ruiten van de nodus staan de letters ihsmaria. De voetreep is geheel nieuw.

 

SCHOONHETEN, ten n.o. van Heten gelegen, is een voormalige havezate.

Geschiedenis: Oorspronkelijk was de naam van de bezitting de Hof te Wormger. In 1633 verklaardenGa naar margenoot+ de Staten van Overijsel op een verzoek van Hendrik Bentinck dat zij de bezitting als een adellijke havezate zouden erkennen zodra deze naar den eis was bebouwd (Ov. Alm. 1846 blz. 143; J. Warner, Het Huis Schoonheten, in Buiten 1933 blz. 433). In 1661 werd Schoonheten een leen van de provincie. Schoonheten is tot de huidige dag in het geslacht Bentinck gebleven. In 1892 is het huis aanmerkelijk vergroot.

Het herenhuis ligt met de twee bouwhuizen op een omgracht terrein. De gracht looptGa naar margenoot+ aan de achterzijde langs de voet van het herenhuis. Met zijn voorgevel is het huis naar het oosten gericht. De bouwhuizen, welker buitengevels elkander onder een rechte hoek ontmoeten, zijn naar het voorplein kwartcirkelvormig gebogen waardoor zij een fraaie omsluiting van dat voorplein vormen. De oprit naar het voorplein bevindt zich merkwaardig genoeg niet in de as van de aanleg maar aan de rechterzijde van het voorplein, op het noorden. Het omgrachte terrein strekt zich tegenover die oprit verder zuidwaarts uit dan het eigenlijke voorplein, en omvat daar een moestuin.

Men bereikt het voorplein met een gemetselde brug van twee bogen. De flanken van de brug zijn bekleed met platen zandsteen waarin schijnvoegen zijn gegroefd. Op de brug staat een hek met hekpijlers van hardsteen. De brug met haar toegangshek en de bouwhuizen maken de indruk te dagtekenen uit begin xviii.

[pagina 102]
[p. 102]

Het herenhuis heeft een vierkante plattegrond. Het middengedeelte is over de volle diepte hoger opgetrokken dan de zijden. Een waterverftekening, getekend Schnebbelie fecit 1807 (de Engelse tekenaar Robert Schnebbelie?), die op het huis wordt bewaard, geeft het weer vóór het in 1892 werd verbouwd (afb. 304). Naar alle waarschijnlijkheid verkeerde het toen nog in de oorspronkelijke toestand behoudens verandering van vensterramen en deur. De buitenzijde van het bestaande huis toont geen oud metselwerk al zal de achtergevel, die gepleisterd is, zeker wel voor een deel 17de-eeuws zijn evenals de kern met de zaal die tegen de achtergevel ligt.

Verhoogd boven een kelder ligt in het midden van de achterzijde de zaal welke kenmerkende karaktertrekken toont voor de tijd van omstreeks 1660 in de monumentale schouw en in het vlakke houten plafond dat op zeer decoratieve wijze is beschilderd (afb. 306, 307).

In de boezem van de schouw is een portret (oude kopie) ingelaten van de Koning-Stadhouder Willem iii. Het ovale middenvak van de zoldering vertoont een allegorie op De Tijd. Op de wanden van de zaal hangt een serie familieportretten van uniform formaat, die figuren weergeven in de kleding van verschillende perioden tussen begin en eind xvii. De portretten zijn zeker niet alle originelen.

In een kleine kamer links van de vestibule bevindt zich een halfronde schoorsteen waarvan de boezem betimmerd is met een porseleinkast, alles begin-xviii (afb. 309). Op het huis worden enkele geschenken van de Koning-Stadhouder aan Hans Willem Bentinck bewaard: een Engelse staande klok gesigneerd door Thomas Tompion en een tafel en spiegel van Engels marketteriewerk (afb. 308). Voorts bevindt zich hier de eresabel die aan Wolter Jan Bentinck werd toegekend na de slag bij Doggersbank in 1781.

Raalte

DE HERVORMDE KERK, eertijds gewijd aan het H. Kruis, is een éénbeukig laatgotisch gebouw, voorzien van een jongere toren (fig. 30, afb. 311 afb. 312-315).

litteratuur Litteratuur: I.M. Nagels, Het kerspel Raalte en omstreken in Archief Aartsbisd. Utr. 1905 blz. 258; J.C. van Slee, Kerkelijk Raalte in het laatst der 16de en het begin der 17de eeuw, in Versl. en Med. o.r.g. 1919 blz. 3; Van der Aa.
geschiedenis Geschiedenis: Volgens een oorkonde die in vervalste vorm bewaard is schonk keizer Hendrik iv de kerk van Raalte in 1123 aan het kapittel van Deventer (Versl. en Med. o.r.g. 1941 blz. 8). In 1265 werd de kerk van Raalte door de ridder Engelbert van Ramele geschonken aan het klooster Marienberg, ook Zwartewater geheten, bij Rouveen (Oork.bk. iii blz. 427). Uit dit laatste is op te maken dat de vervalste oorkonde van 1123 op het punt van de schenking van de kerk van Raalte onbetrouwbaar is, òf dat, wat vrij vreemd is, het kapittel van Deventer zijn kerk van Raalte heeft vervreemd waardoor zij in lekenhanden was gekomen. In 1425 verkochten kerkmeesteren twee stukken land ten behoeve van het bouwen van de kerk (Nagels blz. 264).
Omstreeks 1580 moet Raalte sterk hebben geleden van de krijgsbedrijven. In het voorjaar van 1592 had men voor de opbrengst van een miskelk planken en leien aangeschaft om er het koor mee te dekken. Dit werk werd spoedig daarna ter hand genomen. In 1603 kwam de eerste Hervormde predikant in Raalte. In 1607 voerde men herstellingen uit aan de klokkestoel. Volgens Van der Aa is de toren in 1694 of kort daarna ingestort. Een balk boven in de toren draagt het ingesneden jaartal 1697, ongetwijfeld aangevend dat de herbouwde toren toen werd voltooid.

gedaante De kerk bestaat uit een toren, en éénbeukig schip van twee vakken dat door een vlak stucplafond met brede koof wordt overdekt, en een koor dat zijn oorspronkelijke laatgotische gewelven en bekapping in tegenstelling met het schip wel heeft behouden. De z.w. hoek van het schip is kennelijk met de toren herbouwd waaruit men kan op-

[pagina 103]
[p. 103]

maken dat dit deel van de kerk ernstig beschadigd moet zijn door het instorten van de middeleeuwse toren.

De kap van het schip ligt vlak boven de toppen van de vensterbogen. Dit wijst er op dat men in het laatst van de xviie eeuw de muren van het schip wat heeft verlaagd.



illustratie
Fig. 30. Raalte, Hervormde kerk, plattegrond en doorsneden


[pagina 104]
[p. 104]

Ga naar margenoot+ De toren en het schip zijn van baksteen gebouwd. Aan de noordzijde is het schip naderhand bepleisterd. Het koor is van buiten geheel bepleisterd. Doordat de bepleistering hier en daar afvalt kan men vaststellen dat in ieder geval een deel van de koorsluiting een uitwendige bekleding met tufsteen heeft. Tufsteen komt ook voor in de noordelijke rechtstand van de triomfboog.

De baksteen vertoont de navolgende formaten:

toren 21 × 10 × 4,5
schip 24 × 12 × 5
koor 26 × 13 × 5.

 

Ga naar margenoot+ De gewelven van het koor ontspringen op geprofileerde kraagstenen. De sluitsteen van de koorveelhoek vertoont in relief een Christuskop. Doordat de beide overige sluitstenen van het koorgewelf worden bedekt door koperen platen om de stangen waaraan de kronen opgehangen zijn is niet na te gaan of deze ook op enigerlei bijzondere wijze bewerkt zijn.

De triomfboog is ongetwijfeld naderhand verwijd, mogelijk bij gelegenheid van de herstellingswerken na het instorten van de toren. De noorderwand van het koor bevatGa naar margenoot+ een sacramentskastje bekroond door een frontaal (afb. 315). De topgevel boven de triomfboog, welke topgevel kennelijk deel uitmaakt van het koor is aan de westzijde waar hij aanvankelijk hoog boven een lager schip moet hebben uitgestoken, met tufsteen bekleed. In deze topgevel is nog een stuk van een oudere topgevel verwerkt die geheel en al van baksteen is en een 240 cm boven de zoldervloer van het schip reikt.

Even boven de plaats waar de gewelven tegen de muren van het koor aansluiten zijn dichtgezette inkassingen te zien waaruit is op te maken dat men de gewelven aanvankelijk iets hoger had ontworpen dan men ze tenslotte heeft uitgevoerd.

De kap van het koor, die zoals hiervoor al is opgemerkt nog de oorspronkelijke is al zijn er verschillende onderdelen vervangen, onderscheidt zich door standvinken op de bovenste spantjukken, welke standvinken met behulp van schoren een onderslagbalk voor de haanhouten dragen (afb. 314).

Ga naar margenoot+ De vrij rechte steek van de gewelven van het koor, de kap met de eigenaardige standvinken die een onderslagbalk dragen en de wat stugge vormen van het sacramentskastje doen ons onderstellen dat het koor uit het eind van de xiv of uit het begin van de xv eeuw moet dagtekenen. Wellicht is de bouwbedrijvigheid waarvoor men in 1425 land verkocht die van het bestaande koor.
Het schip, dat naar de topgevel van het koor uitwijst jonger moet zijn, kan in eind xv of begin xvi tot stand zijn gekomen. De gewelven, die het schip ongetwijfeld heeft gehad, zullen gedeeltelijk zijn vernield door het instorten van de toren in het laatst van de xvii eeuw en vervolgens geheel zijn gesloopt.

Ga naar margenoot+ Tot de inventaris van de kerk behoren een indrukwekkende preekstoel (afb. 313) en een drietal herebanken, alle met snijwerk versierd en de vormen vertonend van omstreeks 1700. Aan de preekstoel een geelkoperen lezenaar (afb. 316).

Een andere bank bevat eiken schotwerk uit begin xvii.

 

DE HOFSTEDE, Zwolseweg 19, tegenover het gemeentehuis, is een 17de-eeuws landhuis (afb. 309) dat volgens Van der Aa tot de havezaten werd gerekend hoewel F.A. Ebbinge Wubben het in de Ov. Alm. 1845 niet onder de havezaten opneemt. Het huis staat op een terrein dat bij de Landbouwschool hoort.

[pagina 105]
[p. 105]

Het huis, aan de straatzijde voorzien van een trapgevel met zandstenen dekstukken, toont op verschillende plaatsen overblijfselen van zandstenen kruisvensters met venstertogen. Het dagtekent volgens die aanwijzingen uit xvii a. Naderhand is het verlengd, van uitbouwsels voorzien, gewijzigd en gedeeltelijk uitwendig gepleisterd.

Het inwendige bevat niets opmerkelijks behalve een smalle kelder met gemetseld tongewelf.

margenoot+
geschiedenis
margenoot+
uitwendig

margenoot+
materiaal
margenoot+
inwendig
margenoot+
boven de gewelven
margenoot+
datering
margenoot+
inventaris

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken