Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Letterbak. Moeles van de sjalevaeger (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger
Afbeelding van Letterbak. Moeles van de sjalevaegerToon afbeelding van titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (13.54 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

(1999)–Wim Kuipers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 21]
[p. 21]

Volkplantingen

De kennis van regionale verschillen binnen het Nederlands taalgebied is niet bijster groot. Eind vorige eeuw eerst werd in Nederland het onderzoek naar de vaderlandse dialecten serieus aangepakt. En hoe. Taalkundigen dachten dat dit onderzoek haarfijn zou leren waar heel vroeger Friezen gewoond hebben, waar Franken en waar Saksen. De eerste vragenlijsten werden dan ook rondgestuurd door het Aardrijkskundig Genootschap. De historicus en taalkundige Jacob Jongeneel, die we al ontmoet hebben, heeft het in zijn werk Dorpsspraak van Heerle uit 1884 (het eerste Limburgse dialectwoordenboek) over ‘een nieuwe tak der taalwetenschap (...), te weten: de aardrijkskundige taalverspreiding’, en die ‘steunt de navorschingen der geschiedkundigen omtrent de woonplaats van aloude stammen, de aanwezigheid van vroegere volkplantingen, de grenzen van menig voormalig rechtsgebied, den invloed van andere volken of stammen op de oude landzaten.’

Daar is niets van gebleken, maar het ‘aardrijkskundig’ onderzoek heeft met name voor Limburg resultaten opgeleverd waarvan de eerste onderzoekers niet durfden dromen. Nergens binnen het Nederlandse taalgebied zijn er zulke verschillen als in Limburg. De dialecten van Vaals en Venray verschillen misschien meer van elkaar dan Nederlands en Fries. Alleen: al die verschillen zeggen niets over volkeren die er vroeger gewoond hebben. Grenzen tussen taalverschillen, bijvoorbeeld de grens tussen sjlaope en slaope, die tussen sjoon en schoon, lopen grillig en zo te zien willekeurig. Er is geen verband aan te tonen met vroegere volkeren, bisdommen, graafschappen of wat dan ook. Duidelijk is slechts dat veel kenmerken zich in noordwestelijke richting verspreid hebben vanuit het culturele centrum Keulen, en dat de Peel, eertijds een ondoordringbaar moeras, een hindernis was voor verdere opmars. Westelijk en noordelijk van de Peel is het gedaan met het echte Limburgs. Het is een over-

[pagina 22]
[p. 22]

gangsgebied naar Brabants en het Nedersaksisch. Daar ga je niet naar hoes maar naar huus. Tegenwoordig worden de dialecten ten noorden van de lijn Horst-Arcen tot het Kleverlands gerekend: de taal van een groot gebied rond Kleef of Kleve.

In dat gebied werd een anderhalve eeuw geleden nog Nederlands gesproken. De Nederlandse overheid echter is nooit op het idee gekomen enige steun te verlenen aan die Nederlandstaligen. Je kon er tenslotte niets mee verdienen.

 

Terug naar Keulen. Vanuit dat middeleeuwse cultuurcentrum zijn enkele kenmerken van het Hoogduits noordwaarts doorgedrongen. In het kort: in de zesde of zevende eeuw zijn in het zuiden van Duitsland een aantal medeklinkers veranderd. Een k (van kaoke, koken, Engels to cook) werd midden in een woord een ch, de t een s (eten - essen), en er verschenen wat f's, in Pferd, Apfel en laufen. Deze zogeheten Hoogduitse klankverschuiving stopte in wat nu het zuidoosten van Limburg is. De grens loopt iets westelijk van Vaals over Simpelveld naar (noordelijkste punt) Rimburg. Kerkrade valt volledig binnen die grens, die de Benrather Linie heet. Had de bisschop van Keulen in 1288 (Slag bij Woeringen) geen pak slaag gekregen van Hertog Jan van Brabant en diens bondgenoten, dan was - veronderstellen taalkundigen - het woord ich waarschijnlijk tot voorbij het huidige Tilburg opgerukt.

Dat is niet gebeurd, en je kunt zeggen dat ten noorden van de Benrather Linie weinig Hoogduitse kenmerken voorkomen. Water is er nergens waoser of zoiets, koken geen kaoche.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken