Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Letterbak. Moeles van de sjalevaeger (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger
Afbeelding van Letterbak. Moeles van de sjalevaegerToon afbeelding van titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (13.54 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

(1999)–Wim Kuipers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Taal: het grote avontuur

Daar kun je je bij neerleggen. Waarom zou je schrijven in een nog onvolkomen en moeilijke taal als je ook het Nederlands beheerst? En daarin misschien beter schrijft? Bij het in ontvangst nemen van het advies inzake de erkenning van het Limburgs als streektaal zei deputé Martin Eurlings van taal en cultuur: ‘Dialecten moeten bloeien naast en niet in plaats van

[pagina 108]
[p. 108]

de standaardtaal. (...) Dat bloeien moet gebeuren niet in de scholen, niet in de kranten, niet in de kerken, niet in de stadhuizen en de gemeentelijke gebouwen, hoewel ze op dit soort plaatsen niet per definitie verboden zijn. Het Limburgs moet tot zijn recht komen in die situaties waar het op zijn plaats is: thuis, op straat, tijdens een feest, in het café en in andere informele situaties. In situaties dat mensen letterlijk onder elkaar zijn, daar waar gelachen en gehuild wordt.’

Geen woord over de geschreven taal. Maar wat is er tegen een (literaire) taal die voor de ietwat geoefende lezer makkelijk te lezen is? Tegen een taal die zich ontwikkelt omdat de beste gebruikers - schrijvers - er zich van bedienen, erop studeren? Tegen romans in die taal? Er is één groot argument tegen: de doelgroep is klein, je verkoopt weinig.

Elders wordt daar niet zo over gezeurd. De Baskische schrijver Bernardo Atxaga (1951) zag zijn roman Obabakoak (betekent: verhalen uit Obaba, de naam van een dorp) gekocht door één op de vier Basken. Hij vertaalde de roman zelf in het Spaans, en vertalingen in andere talen volgden. Hij kreeg vervolgens belangrijke Spaanse prijzen, plus bijna de Europese literatuurprijs. Voor een oorspronkelijk in een minderheidstaal geschreven roman.

Dat bleek overigens niet zo makkelijk, schrijven in het Baskisch. Omdat Baskische schrijvers ‘voorgeschiedenis missen, boeken waaruit wij kunnen leren hoe wij in onze eigen taal moeten schrijven’, schreef hij. Want toen hij twintig was, waren er ‘niet meer dan vijf of zes boeken in de taal waarin we wilden schrijven.’ Gelukkig waren er twee ouderen die zich inzetten ‘om ons, de jongeren, een gemeenschappelijke literaire taal te geven, het zogeheten euskara battua (...)’

En mag ik er even aan herinneren dat het IJslands, een ouderwetse taal, gesproken door veel minder mensen dan het Limburgs, een heuse Nobelprijswinnaar opgeleverd heeft: Halldór Laxness (1902-1998)? Mag ik nog even naar de (verre) buren van Laxness? Naar het grote voorbeeld dat me voor ogen staat:

[pagina 109]
[p. 109]

het Nynorsk of Nieuwnoors. Halverwege de vorige eeuw ontwierp de boerenzoon Ivar Aasen (1813-1896) een nieuwe nationale schrijftaal, op basis van het Oudnoors en de (alleen gesproken) dialecten langs de westkust. Dat gebeurde niet zomaar. In Noorwegen was Deens de (schrijf)taal, maar het nationale bewustzijn van veel Noren verzette zich daartegen. Het Nynorsk werd in 1907 officieel erkend, en ‘door een aantal goede schrijvers verfijnd en verder ontwikkeld’, zegt taalkundige Hans Joachim Störig in zijn boek Taal: het grote avontuur. Het is sindsdien de tweede taal van Noorwegen. Uiteraard wordt die op school onderwezen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken