Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Doa tuut 't (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Doa tuut 't
Afbeelding van Doa tuut 'tToon afbeelding van titelpagina van Doa tuut 't

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

Scans (7.93 MB)

ebook (3.41 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Doa tuut 't

(1998)–Wiel Kusters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Monoloog voor stem en tuba


Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

3

 
Mijn moeder weet niet meer zo goed
 
hoe het met de wereld en de woorden zit
 
 
 
daarom moet ik dit verhaal vertellen
 
een verhaal dat zij zelf niet meer kent
 
het gaat over haar
 
het zijn tekens van haar
 
 
 
ik moet mij mijn moeder herinneren
 
zoals zij zichzelf herinnerde
 
ik moet met mij staan praten
 
bij de poort van de garage
 
 
 
mijn moeder was een jonge vrouw
 
tweeëntwintig
 
 
 
van de ammoniaklucht die uit het waswater steeg
 
kreeg zij tranen in de ogen
 
 
 
zij stond over de teil gebogen
 
en waste de met vet en olie besmeurde overalls
 
uit de garage
 
 
 
met een borsteltje schuurde ze de blauwe stof
 
de zwarte plekken daarin
 
ze kneep en wrong
 
 
 
af en toe stopte ze even
 
keek weg van de teil
 
en wreef met de rug van een natte hand
 
langs haar neus
 
 
 
het hielp tegen de jeuk
 
en het gesnotter
 
maar niet tegen de reuk
 
van ammoniak
 
 
 
een binnenplaatsje in de zon
[pagina 12]
[p. 12]
 
1939
 
over twee maanden gaat ze trouwen
 
tot het zover is, werkt ze nog op een paar adressen
 
drie ochtenden bij de vrouw van de garagehouder
 
twee middagen bij een ingenieur van de Staatsmijnen
 
in Heerlen
 
naar Heerlen ging ze met de tram
 
de ingenieur was een wat enge man
 
die ‘dingen’ zei
 
 
 
‘zo Fina-meisje, de appeltjes zijn weer frisch und fröhlich’
 
‘rode wangen staan je goed’
 
 
 
bij de garagefamilie was het anders
 
 
 
ze haalde de overalls uit de teil
 
goot het vuile water in het putje
 
haalde schoon water uit de keuken
 
nu hoefde er geen ammoniak meer bij
 
de overalls moesten worden opgespoeld
 
een keer, twee keer
 
 
 
toen ze in de keuken kwam, hoorde ze
 
dat in de woonkamer de radio aanstond
 
 
 
ze verstond niet wat er gezegd werd
 
maar het klonk rauw en angstaanjagend
 
 
 
geschreeuw, applaus, geschreeuw
 
 
 
als ze zich niet vergiste, was behalve die stem
 
ook meneer in de kamer
 
 
 
toen ze bijna klaar was met haar werk
 
en de overalls aan de waslijn wilde hangen
 
kwam mevrouw naar buiten
 
 
 
‘Fina-meëdsje, de Pruse kòmme en vrèse òs òp’
 
 
 
de overall die ze vasthield
[pagina 13]
[p. 13]
 
voelde heel zwaar aan
 
alsof er nog liters water in zaten
 
hij viel op de grond
 
zij raapte hem op
 
hij was groter dan zij
 
 
 
‘de Pruse kòmme en vrèse òs òp’
 
zei mevrouw nog een keer
 
heel langzaam
 
alsof ze nadacht
 
toen ging ze weer naar binnen
 
 
 
de Duitsers hadden Polen overvallen
 
achter een huis in Spekholzerheide hing een meisje
 
blauwe overalls aan de lijn
 
 
 
meneer liep over het plaatsje
 
naar de garage
 
en kroop onder een kapotte auto
 
 
 
zou je als het oorlog werd
 
nog wel kunnen trouwen?
 
 
 
ze liep de keuken door
 
de gang in
 
en klopte op de deur van de kamer
 
 
 
‘dag vrauw Werry’ riep ze
 
‘bis mörje da, wa’
 
 
 
er kwam geen antwoord
 
 
 
aan de kapstok hing haar jas
 
ze trok hem aan maar knoopte hem niet dicht
 
wat ze anders altijd deed
 
altijd keurig alle knopen dicht
 
heel precies
 
 
 
toen stond ze op straat
[pagina 14]
[p. 14]
 
eventjes nog dacht zij achter de voordeur iets te horen
 
alsof er iemand riep
 
maar het zat in haar hoofd
 
‘d'r Pruus kunt en vrit òs òp’
 
 
 
zonder nog op of om te kijken liep ze naar huis
 
 
 
ze merkte niet dat ze onder haar jas
 
een dunne zwart-wit geruite sjaal meenam
 
die aan de kapstok had gehangen
 
 
 
de sjaal kroop langs haar rug naar beneden
 
door de bewegingen die ze maakte
 
en sleepte nu achter haar aan
 
over de grond
 
als een wimpel
 
 
 
een teken misschien
 
van wie? voor wie?
 
een teken waarvoor?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken