Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Doa tuut 't (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Doa tuut 't
Afbeelding van Doa tuut 'tToon afbeelding van titelpagina van Doa tuut 't

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

Scans (7.93 MB)

ebook (3.41 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Doa tuut 't

(1998)–Wiel Kusters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Monoloog voor stem en tuba


Vorige Volgende
[pagina 20]
[p. 20]

7

 
(Leest)
 
‘De dichter is een mijnwerker: met een woord
 
op zijn voorhoofd.’
 
 
 
Nikolaj Kuntsjev
 
mooi hoor
 
 
 
zo'n dichter weet het toch maar mooi te zeggen
 
over zichzelf
 
met zo'n woord op z'n kop
 
met zo'n woord als een lamp
 
 
 
(Leest)
 
‘Vandaag, mijnwerker, heb 'k aan jou gedacht,
 
want mijn deel is zo duister als jouw deel en
 
woorden zijn eender wapens als houwelen,
 
en alle kamers eenzaam als jouw schacht.
 
 
 
Hoe moeizaam drijven onze handen hier
 
houweel door steen en woorden op papier’
 
 
 
Han G. Hoekstra
 
mooi hoor
 
 
 
ja dat is allemaal heel mooi
 
maar je moet toch ook wel een beetje gek zijn
 
om te denken
 
dat met een pen op papier zitten pielen
 
net zoiets is als je adem horen piepen
 
 
 
mijn opa zit in een rieten stoel
 
met hoge armleuningen
 
bij het open raam
 
dag en nacht
 
 
 
soms hijst hij zich op aan het tafeltje
 
dat voor hem staat
 
dan staat hij daar
[pagina 21]
[p. 21]
 
voorover
 
met zijn handen houdt hij de zijkanten vast
 
van het tafeltje
 
en dan hoest hij
 
hoest hij
 
hard en lang
 
vanuit de diepte
 
 
 
als hij weer gaat zitten
 
is dat bijna een vallen
 
 
 
oma houdt hem vast
 
 
 
soms is de kamer ijzig
 
dan is het winter
 
misschien kan hij zijn adem in de kou een beetje zien
 
 
 
's nachts rust hij zo goed en zo kwaad als dat kan
 
met zijn hoofd op dat tafeltje
 
waarop dan een beddekussen ligt
 
 
 
opa en oma woonden boven
 
wij beneden
 
 
 
tegenover het raam
 
dat ook 's nachts openstond
 
stond op enkele meters
 
een hoge muur
 
 
 
‘dui miech die moer um, iech krie jing lòf’
 
 
 
boven onze hoofden klonk het hoesten
 
soms hoorde ik het getik van een stok
 
het kloppen om hulp
 
als hij even alleen was
 
en voelde dat hij dringend moest gaan staan
 
 
 
de stok waarmee hij klopte had een zilveren kruk
 
hij was een spaarzame man
 
en in zijn goede jaren
[pagina 22]
[p. 22]
 
een hard werkende man
 
 
 
‘inne sjtaatse man’, zei mijn moeder
 
 
 
hij was afkomstig van Kohlscheid
 
in 1914 had hij gedaan of hij doof was
 
hij werd dus geen soldaat
 
van een van zijn zwagers wist mijn moeder
 
dat die in de Eerste Wereldoorlog gek geworden was
 
en daaraan gestorven
 
een andere zwager werkte in een teerfabriek
 
en was voor zijn dood
 
langzaam donkerbruin geworden
 
 
 
mijn opa was van boerenafkomst
 
als jonge man kwam hij 's zondags te paard de grens over
 
naar Simpelveld
 
om te vrijen met het meisje
 
dat mijn oma werd
 
 
 
ik heb nog een foto van hem
 
daar sta ik ook op
 
ik ben drie of vier
 
en sta links van hem
 
met een nichtje aan de hand
 
terwijl ik met die hand
 
tegelijk even door mijn ogen wrijf
 
 
 
de rechterhand van mijn grootvader rust op een stok
 
vermoedelijk die met de zilveren kruk
 
de linkerhand heeft hij in een zak van zijn colbertje gestoken
 
hij draagt een streepjesbroek
 
maar een jasje in een effen tint
 
er hangt iets als een pochette uit
 
anders dan zijn schoonzoons
 
waarvan er ook een paar op de foto staan
 
draagt hij geen stropdas
 
 
 
maar de kraag is gesloten
[pagina 23]
[p. 23]
 
hij is groot en fors
 
 
 
zoals iedereen op alle foto's
 
ademt hij heel
 
heel langzaam
 
 
 
zijn stok was een stok voor het leven
 
na elke wandeling
 
op zondagmiddagen in de jaren twintig
 
werd de zilveren kruk van die stok
 
door hemzelf of de liefste van zijn kleine dochters
 
glanzend opgepoetst
 
hij was niet rijk
 
maar stelde prijs op zijn eer
 
 
 
‘inne sjtaatse man’
 
 
 
hij werkte in het stof
 
maar liep rechtop
 
 
 
daarvan was die stok
 
een teken
 
 
 
toen mijn opa stief, werd mijn vader tweeënveertig
 
zelf hoestte hij nog weinig toen
 
 
 
waar mijn vader later een sterfbed had
 
in het ziekenhuis
 
had mijn opa een tafeltje
 
thuis
 
 
 
die tafel was een oppervlak
 
daaronder stonden zijn benen
 
 
 
als hij op zijn tafel zou kloppen
 
vlak voor hij stikte
 
zou hij zich horen
 
 
 
maar er lag een kussen op

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken