Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In excelsis (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van In excelsis
Afbeelding van In excelsisToon afbeelding van titelpagina van In excelsis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

Scans (10.96 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Illustrator

Cuno van den Steene



Genre

proza

Subgenre

verhalen
heiligenleven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In excelsis

(1947)–Albert Kuyle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 72]
[p. 72]


illustratie

Sinte Ida

NU HET ER EENMAAL STAAT. DE HEMEL MOGE HET MIJ VERGEVEN, MOET HET MAAR blijven stáán. De vele meiskes en vrouwen die Ida heten, mochten eens zijn teleurgesteld. Gravin Ida, noch maagd, noch martelares, is echter nimmer heilig verklaard. Onder haar beeld lezen we de schone titel ‘gelukzalig’ en haar leven ligt even mooi en geurig voor ons als zagen we de gulden nimbus wèl achter haar fier en moederlijk gelaat.

Dragen veel andere vrouwen de kroon op het hoofd, zij wordt afgebeeld met dat allerschoonste sieraad rond zich dat de moeder tooit: drie zonen wier namen over de wereld gingen als een wind van kracht en een kreet van moed. Ida stamt af van Karel de Grote, aan haar stamboom hangen de roemruchtste wapenschilden der geschiedenis. Als haar ouders haar,

[pagina 73]
[p. 73]

zeventien jaar oud, uithuwelijken aan de graaf van Boulogne, is zij bezield met de vaste wil óók als echtgenoot, huisvrouw en moeder God te dienen zoals zij gedaan zou hebben, wanneer haar leven achter de muren van 'n klooster zou zijn besloten.

Haar oudste zoon volgt zijn vader op in het graafschap, de tweede zal als Godfried van Bouillon zijn naam voor altijd tegen de rosse hemel van de eeuw der kruistochten schrijven, de derde wordt, na zijn broer, heerser over Jerusalem.

Verschillende dochters huwen met voorname mannen van hun tijd. Zij allen zijn door Ida zelf gevoed, verzorgd en opgevoed. Het is een tijd waarin kinderen vroeg groot zijn, en de een na de ander neemt een stuk van haar hart mee, en laat als pand slechts trouwe bezorgdheid achter. Ida vult de zalen en de gangen van haar slot met armen en met zieken. De weduwen en de wezen tot ver in het land kennen de troostende klank van haar stem en de wijde plooien van de mantel, waaronder zij haar gave verbergt.

De handen die des morgens het brood gebroken hebben onder de poort en die zacht en behulpzaam over verwonde voeten zijn gegaan, hanteren des middags de weefsels en de borduurnaald. Al haar geduld, haar zorgen en haar liefde worden kleur en bloem en rankend ornament op de gewaden die zij de priesters en hun kerken schenkt.

Zij geeft met milde hand uit haar bezit, wan-

[pagina 74]
[p. 74]

neer brand en ramp een kerk hebben vernield, of wanneer men ergens God ter eer een nieuw heiligdom wil stichten.

En onder al deze arbeid bidt zij en vast. De sterke vrouw uit het Evangelie herleeft in haar, en de heilige Anselmus, haar leidsman en raadgever, is van vreugde vervuld over de klaarheid van haar leven. In zijn brieven noemt hij haar zijn beminde zuster, zijn lieve dochter in Jezus Christus, en als hij gelegenheid heeft haar te bezoeken stijgt er een beurtzang op, vervuld van heimwee naar het hemels vaderland, waarvan beide zich bannelingen voelen. Als Ida's man sterft vallen de laatste wallen rond haar weldadige mildheid weg, en stort zij het, nu levenwekkend, geld als het ware over de bouwterreinen uit. Toren na toren klimt naar de hemel, klooster na klooster begint een zingend, biddend leven, en heel die bijenkorf van blijdschap en geestelijke ijver is gevlochten door haar hand. De stichtingsbrieven die bewaard bleven zijn ontroerend van ootmoed en liefde, en zelden gaf een rijke vrouw zó nederig en bedelend aan de poort van de Zaligheid.

Nu breken de dagen aan dat zij de kerken nog groter en kostbaarder geschenken kan zenden dan tot nu toe: Godfried van Bouillon zendt haar de eerste oogst van reliquiën uit het Heilig Land.

De onbeschrijfelijke roem van haar zoon is haar slechts reden tot nog vuriger dankgebed. Terwijl zij neerknielt voor het beeld van de Moeder

[pagina 75]
[p. 75]

Gods, wordt haar in een visioen geopenbaard dat op dat zelfde ogenblik haar zoon de muren van Jeruzalem beklimt om als overwinnaar in de Heilige Stad binnen te trekken.

Zij is drie en zeventig jaar oud als zij sterft. Haar leven is een aaneenschakeling van moed, flinkheid, offervaardigheid, vrouwelijke dienstbaarheid en overstromende liefde geweest, en de urenlange stoet van armen en verschoppelingen die haar lijkbaar volgt, vormt een betere grafrede dan de beroemste predikant van haar tijd haar geven kon.

Later zullen de haardsteden gonzen van de vele verhalen waarin zij mirakelen verricht.

Maar het grootste mirakel was haar leven, zoals het leven van iedere vrome moeder altijd weer opnieuw een troostend en blij mirakel is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken