Mannetje windwijs

[p. 7]

Mijn Nestje
(Klaagliedje)

Zang
Piano of Orgel

Mijn nest - je was in de mei - doorn heg, Ik stak het tus - sen de

do - rens weg en dacht: tis goed ge - bor- gen. Ik broed- de toen maar,

[p. 8]

dag en nacht, mijn nest - je was zo warm en zacht, ik maak- te mij geen

zor gen. En

toen kwa - men mijn eit - tjes uit. De zon die scheen, de

[p. 9]

wind was Zuid. O 't was zo'n mooi - e mor - gen.

Declamatie
(Eerst kwamen roodje, blootje, prootje en toen mijn kleine triller-nootje) Ik

vloog de he - le lan - ge dag en zorg - de toch dat nie-mand zag, waar

[p. 10]

ik ze had ge - bor gen. Toen kwam de slech - te.

wre - de kat, 't was in de nacht, het gras was nat, Die heeft het zacht ge -

piep ge-hoord en al mijn kin-der-tjes vermoord. O 't werd zo'n droeve mor - gen.