Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ruimten van cultuur (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ruimten van cultuur
Afbeelding van Ruimten van cultuurToon afbeelding van titelpagina van Ruimten van cultuur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ruimten van cultuur

(2001)–Rudi Laermans–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 175]
[p. 175]

Verantwoording

Net als de lezer(es) kan ook ikzelf alleen maar vaststellen dat de in deze bundel verzamelde essays geen afgerond geheel vormen. Het mangelt dit boek inderdaad aan een coherente visie, een rode draad, een impliciete boodschap ook. Dat heeft deels te maken met het feit dat nu eens de afstandelijk ingestelde socioloog, dan weer de betrokken burger of kunstliefhebber het woord neemt. En een derde keer spreken beide tezamen, wat voor nog meer verwarring zorgt. Misschien kenmerkt dat zigzaggen wel het gros van de essayistiek?

Ikzelf heb het genre van het essay steeds als een proeftuin zonder identiteit beschouwd. Soms primeert de argumentatie, soms de formulering; soms komt het op scherpe ideeën aan, soms valt het gezegde niet los te weken van de wijze waarop het is neergeschreven. Soms dit, soms dat: een essayist vindt in het beste geval een eigen toon of - om met Paul Valéry te spreken - een Stem.

 

Een essay is een gedachte-experiment. Je begint eraan zonder te weten waar je precies zal uitkomen (af en toe beland je zelfs nergens). Onderweg, dus al schrijvende, tekent zich misschien een traject af. Maar die singuliere lijn valt niet te veralgemenen: de keuzes die je in één enkel essay maakt, zijn niet overdraagbaar naar toekomstige stukken.

Ik ben de essayistiek van langsom meer gaan waarderen als een noodzakelijk tegengewicht voor systematiek en ernst, voor moralisme ook. Een essayist is vrijgesteld van elke vorm van maatschappelijke dienstbaarheid: hij voelt zich alleen verplicht aan zichzelf - aan de buitelingen van de gedachten in het hoofd, aan voortalige ervaringen, aan een specifieke vorm van intimiteit. Ook daarom begint hij altijd weer opnieuw, zoekt hij

[pagina 176]
[p. 176]

met ieder nieuw essay zonder kompas een weg richting uitgang. Zichzelf tegenspreken of contradictoire meningen vertolken, is het enige voorrecht waarop de essayist aanspraak maakt.

 

Vier van de in dit boek opgenomen essays verschenen eerder in Etcetera, twee in De Witte Raaf. Beide Vlaamse tijdschriften combineren de oriëntatie op één kunstpraktijk - de podiumkunsten respectievelijk de beeldende kunsten - met een meer algemene culturele, politieke en theoretische belangstelling. Precies daarom vormen ze, elk op hun manier, een dankbaar platform voor auteurs die al schrijvende hun officiële identiteitspapieren vergeten. Twee andere essays verschenen in de loop van 1998 in De Vlaamse Gids, ondertussen opgeheven maar één jaar lang eveneens een tijdschrift met mogelijkheidszin. Drie van de opgenomen teksten werden geschreven voor thematische ‘bundelboeken’, één essay werd eerder gepubliceerd in Streven.

Een essayist schrijft vaak ‘in opdracht’ of ‘op vraag’. Goed de helft van dit boek gaat dus terug op vriendelijke verzoeken - en dito aansporingen in het licht van een naderende ‘doodslijn’... - van de redactie van Etcetera of van Koen Brams, voormalig hoofdredacteur van De Witte Raaf. Ook de andere helft bevat uitgelokte teksten, essays die altijd ook een antwoord trachtten te geven op een meestal gelukkig onduidelijke vraag. Misschien is dat wel de spreekwoordelijke harde kern van alle essayistiek: een of enkele woorden - ‘provinciestad’, ‘Fabre’, ‘kritiek’... - ontvouwen en openplooien door ze te laten resoneren in een tegelijkertijd wel en niet persoonlijk gestemd universum.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken