Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het naembouck van 1562 (1945)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het naembouck van 1562
Afbeelding van Het naembouck van 1562Toon afbeelding van titelpagina van Het naembouck van 1562

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.59 MB)

XML (1.55 MB)

tekstbestand






Editeur

René Verdeyen



Genre

non-fictie
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het naembouck van 1562

(1945)–Joos Lambrecht–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Tweede druk van het Nederlands-Frans woordenboek


Vorige Volgende
[pagina XX]
[p. XX]

III. - De spelling van het Naembouck

Na het Voorbericht geeft Van den Keere eenige korte aanwijzingen over een zestal diacritische tekens, die door hem gebruikt worden voor het Frans en het Nederlands.

1)Het trema (¨) moet, zoals nu, in een reeks van twee of meer lettertekens de vocalen onderscheiden, die een nieuwe lettergreep beginnen, b.v. Fr. poësië, veüe - Ndl. memorië, moeyë.
2)Het ‘accentus acutus’ (') wijst op een hogere intonatie, een ‘scherpen of stiven opgangh van voyze’, b.v.: Fr. envië, venúë - Ndl. beuélen, recommandéren, bévaerd. Voor het Ndl. gebruikt Van den Keere hier dus een middel, dat onlangs nog in het eerste ontwerp van de spelregeling 1934 werd aanbevolen in de gevallen, waarin aan de qualiteit van de e zou kunnen getwijfeld worden.
3)Het ‘accentus gravis’ (') dient om, in het Frans, a (heeft) en la (de) te onderscheiden van à (aan) en là (daar).
4)Het afkappingsteken ('), ‘apostrophus’, aan het einde van een woord en voor een vocaal, staat in de plaats van een uitgestoten klank: Fr. trent'ans - Ndl. d'audst'oorconde.
5)Om de v van de u te onderscheiden, wordt de v gespeld ụ of û [behalve in afleidingen met be-, ge-, naar-, onder-, ont-, ver-, waarna v wordt gebruikt], en de u weergegeven door u (of u): Ndl. bouụe (boeve) - Fr. morûe (morve = snot).
6)Voor het Nederlands wordt een speciaal teken gebruikt (ę of ae) voor de minder gespannen en meer open e vóór r, die men thans nog in Oost- en Westvlaanderen horen kan, b.v.: aerdbezië, eerwaerdigh, bęrkenhaut. Alphabetisch komt deze AE na de E.

Met deze laatste tekens, die reeds in de Paludanus gebruikt worden, staat het Naembouck op een uitgesproken gewestelijk standpunt. Werpt men een blik op het woordenboek, dan blijkt dadelijk, dat de spelling onder invloed staat

[pagina XXI]
[p. XXI]

van Lambrecht's Spellijnghe. Niet alleen treft men bij Lambrecht het trema aan (de ‘dieresis’, zie Spellijnghe D7 vo), de accentus acutus (als teken voor een ‘stiven opgangh van voaize’ (A8 vo), de apostrophus (D7 vo), de voorstelling van u-consonans door ụ, de ae of ę (om een klank weer te geven als in ‘Boe, ghelijck de schapen bleaten: de aenden qwaeken’, in R: bae zegghet schaep), maar ook nog de Gentse ij in plaats van i voor ng, zoals in spellijnghe, learijnghe (C8 vo), brijnghende (B2 ro) voor spellinge, leeringe, bringende, de oude Vlaamse ou voor oe, ue voor eu, zoals in bouck voor boeck, duer voor deur.

Terloops herinneren wij er aan, dat al deze eigenaardigheden niet op rekening van Lambrecht's initiatief zijn te brengen. Prof. P. De Keyser heeft uitgemaakt, dat onze Gentenaar, bij het opmaken van zijn spelling naar de Franse voorbeelden van Louis Meigret, Peletier du Mans en Etienne Dolet heeft gewerkt. Voor meer bijzonderheden verwijzen wij naar zijn studie.

Het Naembouck heeft de Spellijnghe niet in alles gevolgd. Zo zijn niet overgenomen: de spelling ea en oa voor scherplange ee (deze wordt vaak aangeduid door eę) en oo, de deminutiefuitgang -ikin, de gestreepte (d.i. geëlideerde) e.

Ook de eigen regels - de gebruiker weze er op bedacht - worden niet altijd konsekwent toegepast.

Een gedetailleerd onderzoek van de spelling -, klank -, en dialectverhoudingen in het Naembouck valt buiten het bestek van deze uitgave. Hoofdzaak blijft vooreerst, dat het materiaal ten dienste van belangstellenden wordt gesteld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken