Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De mooiste verhalen (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De mooiste verhalen
Afbeelding van De mooiste verhalenToon afbeelding van titelpagina van De mooiste verhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.20 MB)

Scans (17.31 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De mooiste verhalen

(1988)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Hard minnend hart

Het is al honderdvijftig jaar geleden; en er rest van het gelukkig echtpaar niets dan een daguerreotypie, waarop zij zijn vereeuwigd als twee stijve, knappe boeremensen. En dan is er natuurlijk het verhaal, dat ik hier ga vertellen.

Hun leven was tot hun vijftigste jaar eigenlijk tamelijk normaal verlopen. Ze woonden op een kleine Friese boerderij dichtbij Goutum, en verdienden er een moeizaam stuk brood voor hun drie zoons.

Die groeiden op tot sterke boerejongens, ze kregen kennis aan meisjes, ze trouwden. Het huisje, dat eerst stilte had gekend en daarna het gerucht van kleuters en opgroeiende kinderen, verstilde weer. Er was niets wonderbaarlijks te vertellen - of het moest dan zijn, dat Tjeerdtje en Wybe een heel gelukkig paar waren en bleven. Dat is altijd de moeite van het vermelden waard.

Hun zoons dan, waren getrouwd. Tjeerdtje en Wybe sloofden weer samen voor dag en dauw de koeien na, en hadden het druk met kippen en een varken.

Op een dag klaagde Wybe, dat hij een gekke dikke bobbel had, net onder zijn broeksband, in de middel. ‘Voel maar,’ zei hij, en hij

[pagina 14]
[p. 14]

nam Tjeerdtje's hand en legde die op de vreemde ronde knobbel in zijn zij.

Ze knikte, met een lachje in de ooghoeken. ‘Je hebt weer te veel gegeten,’ zei ze, luchtig tegenover zijn beangst gezicht. Maar er trok kippevel over haar rug. Hun leven was zo goed geweest. Zo geweldig goed en verdiept door hun liefde...! Was de grens te zien...?

‘Je moet toch maar es even naar dokter gaan,’ zei ze.

‘Ach wat,’ wierp hij tegen, ‘'t zal een vetbult zijn!’

‘Daarom juist,’ zei Tjeerdtje. ‘Je moet proberen, d'r aan de andere kant ook een te krijgen, anders groei je scheef!’

Ze stuurde hem die ochtend naar dokter.

 

De arts bekeek de bult. ‘Nou, Jellema,’ zei hij peinzend, ‘daar moet even in gesneden worden.’

‘Wat?!’ vroeg Wybe ontzet. ‘Gesneden? In mijn vlees?! Nee, dokter!’ Want hij was een grote held als het op werken aankwam en op slachten en handelen, maar een snee in zijn eigen lichaam werd niet gedekt door heldhaftigheid.

‘Nou,’ hernam de dokter, ‘dan moet je maar es naar Franeker gaan.’ Want Franeker was een oord van wijsheid, waar kundige artsen en professoren woonden.

Daar voelde Wybe ook niets voor, want hij kon zich de wijze mannen in Franeker niet anders voorstellen dan met het mes in de vuist.

Tjeerdtje echter zette door. Ze sprak er niet veel over, niet meer dan een paar keer. Hun jongste zoon kwam thuis even binnenlopen. ‘Ja’ zei zijn moeder, ‘je vader is niet helemaal in orde, hij heeft een bult in de zijde. We gaan overmorgen even naar Franeker, want hij wil de dokter er niet in laten snijden.’

Dat begreep hun jongste best. ‘Zou ik ook niet willen,’ antwoordde hij. Tjeerdtje kneep de lippen samen. Van manvolk, al had je het ook zelf voortgebracht, kon je geen hulp verwachten.

 

Of die jongen er nu over had gepraat...? - Die avond kwamen de twee andere zoons binnenlopen. ‘Nou, hoe is 't?’ informeerden ze, zich op de kuise stoelen zettende bij de ronde tafel.

‘O, best,’ zei hun vader.

[pagina 15]
[p. 15]

Moeder zweeg, overleggend, hoe ze het dreigende in haar gedachten duidelijk moest maken zonder angst te zaaien. Ze bleef erover zwijgen. Tot de oudste zei: ‘Ik meende gehoord te hebben, vader, dat je naar de professor in Franeker zou gaan!’

‘Ei, welnee!’ ontkende zijn vader blank.

‘Ei, jawél,’ verbeterde zijn vrouw, met een bestraffende blik. ‘Het is niet erg, maar we moeten bijtijds naar de dokter.’ Ze stond op en schonk een paar bekers warme melk in.

De mannen zwegen, want ze wisten, dat moeder geen antwoord wenste, als ze iets had gezegd, en zo demonstratief daarna iets te drinken inschonk. Ze tuurden allen op tafel en begonnen een gewrongen gesprek over koeien.

 

De professoren in Franeker waren van heel ander oordeel dan de dokter: zij achtten snijden niet meer dienstig. Ze spraken met vrouw èn man, want per slot mocht een patiënt toen nog best weten, wat hem wachtte. En bovendien stonden de Jellema's bekend als vrome mensen, en die kunnen wel tegen een stootje.

‘'t Is al ver,’ zei de woordvoerder. ‘Hoe oud ben je, Jellema?’

‘Vijftig, dokter,’ antwoordde Wybe, voor wie de kamer rond de ogen draaide. Hij had heel veel mensen om zich heen zien sterven - maar zelf opgeroepen te worden! - da was zo schrikwekkend eenvoudig en wreed - hij kon er opeens niet van spreken. Hij knikte op alle instructies. Daar stond Tjeerdtje naast, met haar oorijzer en haar kanten kap. ‘En als er nou tòch es in gesneden werd?’ vroeg ze.

De professor haalde de schouders op. ‘Je hebt altijd kans op geluk,’ zei hij. ‘Maar wij raden het af: als er in gesneden wordt, zaait het zich uit.’ Dat was hun oordeel.

 

De ernst was toch wel merkbaar geweest, in Tjeerdtje's gezicht; toen ze thuiskwamen, zaten alle drie de zoons te wachten.

‘En?’ vroegen ze.

Wybe rechtte zijn rug en schraapte zijn keel. Hij had onderweg aldoor gezwegen: ‘'t Hoeft niet gesneden te worden,’ zei hij fier.

Maar kon je daar drie jonge Friezen mee afschepen?

Ze zochten hun moeder op, toen vader naar 't land ging om de koeien te verzorgen. ‘'t Is héél ernstig,’ legde Tjeerdtje uit. ‘De dokters willen hem niet meer snijden.’ Ze had hoogrode konen,

[pagina 16]
[p. 16]

haar ogen staarden iets te strak het venster uit. ‘Ze vinden het te laat.’

De jongens hoorden het aan. Waren ze nog te kort getrouwd - nam hun eigen leven hen te veel in beslag - hebben jonge mensen nooit kijk op het bestaan van ouderen...?

‘Ja, zo gaat het!’ zei de middelste hoofdschuddend. ‘Vader ziet er nog zo jong uit voor zijn jaren! En nou dus al...!’

 

Maar die avond zat Tjeerdtje haar man aan te kijken bij het licht van de olielamp, en ze dacht aan de voorbije jaren. Hij had zo'n goed gezicht, met zijn lichte ogen onder de dichte, donkere wimpers en zijn strakke mond...! Moest een mens zich altijd neerleggen bij de wijze beslissing van medemensen...? Hun eigen dokter had toch nog willen snijden...!

Ze dacht eraan, hoe Wybe haar had geholpen, toen ze haar eerste kind kreeg. Het kleine jonkje was volwassen, en nu zelf vader. De bloesem was tot vrucht gerijpt en afgevallen. Wat gebleven was, bleek de band tussen haar en Wybe. Moest ze lijdzaam aanzien, dat hij van haar heenging? Wybe voelde die blikken wel, en hij keek eensklaps op.

Voordat hij iets had kunnen zeggen, vroeg zijn vrouw: ‘Vertrouw je mij?’

Nou, wat was dat nou voor gekke praat...?

‘Zou je mij m'n gang laten gaan, als 't voor je bestwil was...?’ drong ze aan.

Hij moest daarover nadenken, wat misschien niet vleiend is geweest voor Tjeerdtje's trouwe liefde. ‘Ja,’ zei hij eindelijk. ‘Natuurlijk!’

‘Goed,’ zei ze, en haar ogen lieten hem niet los, ‘dan zal ik je morgen helpen. Het zal pijn doen, Wybe, en je mag schreeuwen zo hard als je wil! Maar ik maak je beter! Ik wil je nog niet missen - ik zàl je behouden!’

Haar woorden maakten hem bang. Maar hij was die hele middag veel banger geweest voor iets anders; ze troostten hem ook. Hij legde zijn harde hand op de hare - wat geen Fries gauw deed.

‘Best,’ zei hij.

Ze fronste de wenkbrauwen. ‘Meen je dat?’

Hij knikte langzaam. ‘Ja,’ zei hij plechtig, alsof het een trouwbelofte gold.

[pagina 17]
[p. 17]

En zo is het gebeurd, dat de volgende ochtend om half zeven, vóórdat ze hadden ontbeten, vrouw Tjeerdtje Jellema haar man over de regenput liet leunen. ‘Je mag brullen, maar bij God, je beweegt je niet!’ zei ze dreigend.

‘Nee,’ antwoordde Wybe bleek. Hij leunde op een kussen, waar ze lappen omheen had gewikkeld, voor de nettigheid. En in zijn handen hield hij een ander kussen, waarin hij maar moest knijpen. Tjeerdtje had een aardappelmesje gedurende een half uur staan slijpen op de buitenmuur, en het toen afgewassen met brandewijn. Het glom, alsof het 't zonlicht in tweeën moest splitsen. Ze ontblootte de rug, waar de bult zichtbaar was. Ze kneep de lippen op elkaar, en sneed met snelle bewegingen het gezwel met een kleine cirkel er omheen diep weg.

Wybe gilde en brulde zo verschrikkelijk, dat de buren van negen huizen ver kwamen aanstormen. Ze vonden zijn vrouw met een spons, gedrenkt in brandewijn, diep in de wond gedrukt. Ze wikkelde een lange reep linnen om haar mans lijf, en dat verband drukte de spons onbeweeglijk in de bloedende kuil.

Toen Wybe zich mocht oprichten, viel hij flauw. De buren droegen hem in de bedstee.

Tjeerdtje werkte die dag niet. Ze zat starend voor de bedstee en hield een ijskoude hand vast, die daar slap uit hing. ‘Ik heb het goed bedoeld,’ fluisterde ze tegen de zoons, die ontzet binnenkwamen. ‘Hij wordt beter, hij geneest.’

De oudste vroeg: ‘Maar moeder, hoe kon je dat nou doen?’

Ze glimlachte dapper en een beetje wrang. ‘Niemand anders deed iets voor hem,’ antwoordde ze, als een vaag verwijt. ‘Ik wíl, dat hij beter wordt! Ik wíl het!’

Wybe genas. En hij heeft nog twee-en-dertig jaar geleefd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken