Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Probleem in Aerdenberg (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Probleem in Aerdenberg
Afbeelding van Probleem in AerdenbergToon afbeelding van titelpagina van Probleem in Aerdenberg

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

Scans (11.23 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Probleem in Aerdenberg

(1972)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

V

Toen de wagen voor het politiebureau in Aerdenberg stopte om inspecteur Menters uit te laten, kwam de heer Crommer met driftige stappen naar buiten gebeend, en vroeg kortaf: ‘Zoudt u zo vriendelijk willen zijn, even binnen te komen, heren?’

Hij leek me erg opgewonden. Zijn gezicht was van een onheilspellende kleur, en zijn ogen gingen haast schuil onder de gefronste wenkbrauwen.

‘Zeker,’ antwoordde Burgheem, die over het algemeen zo opvallend zwijgzaam was, dat we hem haast niet opmerkten. Terry knikte vriendelijk naar de commissaris, die echter niet gediend scheen van zulke vrijpostigheden. Hij blikte nors een andere kant op.

Onder het diepste stilzwijgen marcheerden we achter elkaar naar de kamer van de commissaris. Hij bood ons ieder een stoel en sloot de deur voorzichtig.

Toen wendde hij zich gewichtig om, en stelde de verpletterende vraag: ‘Wie van u is Terry van der Linden?’

‘Ik,’ zei Terry. Zonder blikken of blozen.

‘U geeft zich uit voor detective, niet?’ ging Crommer voort met een schampere glimlach.

‘Ik heb enige malen het werk van een detective met goed succes gedaan,’ verbeterde Terry hoffelijk. En hij voegde erbij: ‘En dat is de reden, voor zover ik weet, dat de mensen mij een detective noemen.’

‘Hoe dan ook, -’ de heer Crommer wuifde naar hem met een dik, boos handje, ‘u schijnt van zins te zijn, deze zaak.... op te lossen!! als ik wel ben ingelicht.’

Burgheem nam kalm het woord, en vroeg: ‘Wie heeft u ingelicht, commissaris?’

‘Dat gaat u niet aan,’ baste Crommer. ‘Het enige waar-

[pagina 47]
[p. 47]

over ik u wens te onderhouden, is, dat ik me in mijn vak beledigd acht, als u zich gaat occuperen met.... detectives. U moest beter weten. Een ontwikkeld man als u!....’

Burgheem boog het hoofd, en repliceerde zachtmoedig: ‘U zult toch niet van mij verlangen, dat ik Henri van Doff, die naar mijn mening onschuldig is, zonder meer laat verdenken door de politie, meneer Crommer. Dat moest ú beter weten. Ik heb veel vertrouwen in de macht en de wetenschap van het politiecorps. Maar Henri van Doff zal ik tot het laatste trachten te zuiveren van verdenking.’

‘Waarom pleegde u dan geen overleg met mij!’ snauwde de commissaris, een beroerte nabij.

‘Omdat u als hoofd van de politie niet te vinden zoudt zijn geweest voor een overleg betreffende de hulp van detectives,’ weerlegde Burgheem.

Terry richtte zich op, en vroeg: ‘Mag ik ook eens wat zeggen, meneer Crommer?’

‘Kom op,’ gromde deze.

‘Per slot van rekening is zowel meneer Burgheem als zijn cliënt, meneer Van Doff, vrij te doen wat ze willen, aangaande de hulp van een detective, nietwaar?’

‘Ja, - er bestaat nog zoiets als beleefdheid en een daaruit voortvloeiend vertrouwen,’ beet Crommer hem toe.

‘Zeker,’ erkende mijn neef zachtmoedig. ‘Maar uw spreektrant zal deze gevoelens zeker niet versterkt hebben. En zelfs al had u zonder enig voorbehoud gelijk dan nog zie ik hierin geen reden voor u, zich over deze privé-aangelegenheid van meneer Van Doff zo op te winden.’

De commissaris liep met dreunende stappen op en neer voor ons, en zweeg een paar seconden. ‘Wat mij onaangenaam treft,’ zei hij toen kortaf, ‘is, dat uw hulp is stilgehouden. We hebben gisteren kennis met u gemaakt, als vrienden van de Van Doffs. En of u dat nu bent of niet, laat me ijskoud, maar het was een leugen, dat u alleen uit belangstelling kwam! En met die leugen, hebt u alle mogelijke gegevens uit ons gekregen, die we anders zeker en vast niet zouden hebben verstrekt! De gedachte alleen, dat ik aan een beroeps-detective inlichtingen heb verschaft!....’

‘Daar zit 'm de fout,’ antwoordde Terry. ‘U geeft wel veel te veel feiten bloot tegenover leken, die er niets mee

[pagina 48]
[p. 48]

nodig hebben. Maar als ik als beroepsman bij u zou komen om inlichtingen, gaf u me geen woord.’

‘U kunt niet verwachten, dat een rijks-instelling concurrentie verdraagt van een gewoon burgermannetje,’ sneerde de commissaris.

‘Ze zou samenwerking kunnen toestaan met een begaafd speurder,’ zette Terry hem schaakmat, niet zonder pedanterie.

Dit wond Crommer dan ook vreselijk op. ‘Begaafd speurder?’ schreeuwde hij, met een hoge uithaal. ‘Bahaha! Ik zou er haast om lachen!’

‘Kom nou,’ vermaande Terry gemoedelijk, ‘u en lachen!!’

‘U bent een fantast meneer!’ brulde de man der Wet. ‘En ik zal u niet verder helpen. Dat is alles, wat ik u te zeggen heb.’

‘Ja, waarom zegt u dat dan niet meteen?’ wilde Terry weten. ‘Dat is toch veel kernachtiger! Het spijt me overigens want ik zou met uw hulp nog veel gauwer klaar zijn geweest. Nu zal het zeker nog vier dagen duren, voordat ik u een volledige verklaring van de toedracht zal kunnen voorleggen.’

‘Vier dagen?!’ herhaalde meneer Crommer schamper. ‘Waarom niet in vier minuten?!’

‘Omdat ik geen toverfee ben,’ lichtte Terry hem nederig in. Voordat de ander iets had kunnen repliceren, ging hij voort: ‘Het spijt mij van harte, dat wij u zo hebben opgewonden. Dat was zeker niet mijn bedoeling, meneer Crommer. Ik zal dag en nacht tot uw dienst staan met mijn ervaringen en inlichtingen, en hoop nog steeds, dat u een minder vijandige houding zult aannemen tegenover ons. Want denkt u zich de smaad eens in, als ik aan het licht zou moeten brengen, dat ik de ware moordenaar ontdekt heb, ondanks de politie....’

De commissaris stond een ogenblik voor hem stil en knipte met de ogen. ‘Zo,’ zei hij langzaam. ‘Is dat uw bedoeling!’

‘Nee,’ verbeterde Terry zeer afgemeten. ‘Dat is mijn bedoeling niet, meneer. Dat acht ik beneden mijn waardigheid. U hebt als mens en als ambtenaar van mij veel te verwachten, maar niets te vrezen. Goeiemiddag.’

Hij draaide zich op zijn hielen om en was zo snel de deur uit, dat Burgheem en ik gewoonweg moesten hollen om hem in te halen.

[pagina 49]
[p. 49]

Hij bleek boos te zijn. ‘Dat verdomde mannetje!’ zei Terry. ‘Je zult zien, dat hij me absoluut tegenwerkt.’

‘We hebben in het uiterste geval de burgemeester achter ons,’ herinnerde mr. Burgheem hem. En hij besloot: ‘Laten we die dus meteen maar eens gaan opzoeken, dan kunt u kennis maken.’

‘En denkt u, dat deze dan niet tegen mijn inmenging gekant zal zijn?’ vroeg Terry bitter.

‘Als vriend van mij zeker niet,’ stelde Burgheem hem gerust.

De burgemeester, meneer Pael, was net zo dik als de commissaris, maar zijn humeur was even onverwoestbaar vrolijk als dat van de heer Crommer wankel. Toen Burgheem ons voorstelde en er meteen bij vertelde, dat Terry detective was, en dat hij veel van hem verwachtte voor Henri van Doff, straalde het burgemeestersgezicht van een allervriendelijkste lach, en hij knikte enthousiast.

‘Dacht u iets te kunnen bereiken?’ vroeg hij.

‘Zeker,’ gaf Terry toe, ‘mits ik geen tegenwerking ondervind van - sommige mensen.’

Hierop maakte mr. Burgheem enkele dingen duidelijk. En intussen bleef het gezicht van de heer Pael zo opgewekt, dat ik begon te geloven, het als een afwijking in zijn gelaatsspieren te moeten beschouwen.

‘Ja,’ zei hij op het laatst, ‘het is natuurlijk wel' een ongewone, en daardoor moeilijke situatie, heren.... Wat zijn eigenlijk uw plannen, meneer Van der Linden?’

‘Ik zou graag het huis willen zien, van binnen,’ lichtte Terry toe. ‘De kamers van de beide broers. De woonvertrekken. En ik zou natuurlijk graag een beetje vrijheid hebben in mijn beweging.

Ik bedoel: het kan voorkomen, dat ik op de een of andere ongelegen tijd in het huis moet zijn. Dan is het dérangerend, als er een politie-agent zou staan, die me de toegang tot de kamer weigerde.’

‘Ja,’ knikte meneer Pael. ‘Ja, ja....’ en hij glimlachte zo plezierig alsof we met z'n vieren bezig waren, een smakelijk menu op te stellen. Toen nam hij de hoorn van zijn telefoonapparaat en vroeg een nummer aan. ‘Twee, juffrouw,’ zei meneer Pael. En nadat de verbinding tot stand was gekomen,

[pagina 50]
[p. 50]

begon hij opnieuw: ‘Ja, Jan. Is de commissaris daar ook?.... Ja....’

We begrepen dat nummer twee het politiebureau was, en zwegen eerbiedig.

‘Ja,’ hernam de burgemeester. ‘Ja, Crommer. Met Pael... Ja, ja.... en met jou?.... nou, best, hoor! En de vrouw ook in orde?.... Gelukkige kerel!.... Ja, hahahahaha!.... Zeg, wanneer zou ik je eens even kunnen spreken?.... Wat?.... Heb jij iets vreemds met me te bepraten?.... Nou, dat mag ik horen.... Over het algemeen ben je gauw geneigd, iets gewoon te vinden, dus.... hahaha.... O, heb je geen tijd.... Per telefoon?.... ja -’ hij hield de hoorn even afgedekt, en verzocht ons uiterst zonnig, een ogenblikje in een aangrenzende kamer te willen gaan.

We deden dit, en het spijt me, te moeten zeggen, dat we daar niets van het volgende gesprek konden verstaan. We wachtten ongeveer een klein kwartier, en toen stond Pael plotseling weer voor ons, zo mogelijk nog opgewekter, en deelde ons mee, dat we vrij in het huis konden gaan, en doen wat we wilden. En of we misschien ook lust hadden in een kopje thee?

We hadden overal lust in. Ik denk nog vaak aan meneer Pael, als ik zijn naam in de krant lees of hoor noemen. Zulke mensen moesten er meer zijn. Tijdens het kopje thee vroeg hij aan Terry: ‘Is het heus waar, dat u in vier dagen hier klaar denkt te zijn?’

Daaruit konden we dan meteen eens zien, waarover Crommer zich het meest had opgewonden. Terry antwoordde bevestigend, onder voorbehoud, dat hij natuurlijk ook maar een mens was, en dus niets met zekerheid kon zeggen.

We dronken uitstekende thee en praatten gezellig. De heer Pael toonde een onverzadigbare belangstelling voor detectivebijzonderheden, en Terry maakte van de gelegenheid gebruik, zijn kennis te luchten, en deze machtige man meteen in een zo gunstig mogelijke stemming te brengen, zodat hij ons verder ook van dienst zou willen zijn.

Pael hing aan zijn lippen; hij leefde zo mee met de verhalen dat hij soms, als Terry iets erg spannend vertelde - wat volgens mijn mening wel eens wat aangedikt was - zijn lippen geluidloos bewoog, alsof hij eigenlijk het verhaal souf-

[pagina 51]
[p. 51]

fleerde. En dat allemaal met een vreselijk opgewekt gezicht.

Nu en dan, als hij het niet meer kon verstouwen, zei hij: ‘Nou, nou, nou!’ En dat scheen hem dan flink op te luchten.

Toen we eindelijk vertrokken, was het niet anders dan met de beste wensen van de burgemeester, die ons de belofte had ontwrongen, hem van alle eventueel interessante ontdekkingen op de hoogte te houden. Hij liet ons zelf uit, en we kregen bij wijze van afscheid allen een klap op de schouder; mr. Burgheem ook. Zodat een juist voorbijkomende inboorling schaamteloos bleef staan om ons heengaan te observeren.

Burgheem was in een opgewekt humeur. ‘Dat heb je fijn opgeknapt,’ prees hij Terry. En hij bemerkte zelf niet, dat hij hem tutoyeerde.

Trouwens ik geloof dat Terry het ook niet merkte. We waren veel te blij, dat de zaak weer een beetje gered was.

Terry en ik begaven ons regelrecht naar het huis van de Van Doffs. Om het ijzer te smeden, zolang het überhaupt in ons bereik was, want noch mijn neef noch ik meenden te mogen geloven dat Crommer zich permanent zou laten temmen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken