Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Winterverhalen (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Winterverhalen
Afbeelding van WinterverhalenToon afbeelding van titelpagina van Winterverhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.05 MB)

Scans (13.30 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Winterverhalen

(1981)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]

Het vermoorde wonder

Toen de verre torenklok haar slagen begon uit te galmen, spitste Bernt zijn oren. Schaars maanlicht gleed door de halfronde raampjes van de stal binnen, en er brandde een petroleum-lichtje. Naast hem fluisterde Kees, de technicus in de microfoon: ‘Loopt de band, Japie...?’ De stilte in de stal was volkomen. ‘Ja,’ lispelde Kees geluidloos, ‘oké...’

‘Beng..., beng..., beng...’ riep de klok.

Bernt voelde zich gespannen en toch een beetje lachwekkend. Dat een modern mens op Kerstmis in een koeiestal te land kon komen - alleen uit bijgeloof...!

Zij hadden op een verjaardag zitten praten over Kerst-sagen. Iemand had verteld, hoe de mensen vroeger geloofden dat dieren om twaalf uur precies in de Kerstnacht konden spreken. ‘Zou iemand dat ooit echt geloofd hebben?’ vroeg een dame. En een ander in het gezelschap had gezegd: ‘Jullie zult me uitlachen, maar bij Dirk Grund, in het dorp waar ik verleden jaar Kerstmis vierde, is een stier, die op Kerstnacht spreekt.’

Er was een daverend gelach losgebarsten. ‘Heb je 't zelf gehoord? Heeft 'ie niks voorspeld over de politiek? Wist 'ie iets over de komende mode?’

Geschaterd hadden ze!

Die man was ernstig gebleven. ‘Ik weet het zeker! Jij bent toch een radio-man, Bernt? Zorg dat je erheen gaat, kerel! Met een handapparaat!’

Hernieuwde vrolijkheid. Stom was hij geweest, Bernt - dat hij uiteindelijk had geluisterd. En met twee technici was gegaan. Boer Grund had zich afwijzend getoond. Pas na lang praten had hij hun toegestaan, in de stal post te vatten. En daar zaten ze nou. In een donkere, stinkende koeiestal, bij het vak van de stier. ‘Beng..., beng...,’ riep de klok.

- Toen, toch nog afschuwelijk onverwachts, wendde de stier - tot dan toe een stom dier aan een ketting - zijn kop, en blikte hen aan. Het schaarse petroleum-schijnsel glom op zijn ogen. Hij trok de lippen

[pagina 146]
[p. 146]

raar strak weg, zodat het wangvlees in dikke plooien stond. ‘Vrede!’ zei de stier.

Bernt voelde het kippevel over zijn hele lijf. ‘W-wat zegt u...?’ vroeg hij gedempt. Kees antwoordde haastig: ‘Ja..., vrede op aarde...!’ Bernt bedwong een zenuwachtige lachkriebel.

‘Nee,’ zei de stier, met weer die rare grimas van lippen en wangen. Zijn tong sloeg de woorden log weg: ‘vrede - overal.’

Er zonk een zwijgen, waaraan de microfoon betekenisvol deel had. De ketting rammelde. ‘Ik zal niet lang meer leven,’ zei het dier peinzend, ‘dat doet niemand, die de mensen verschrikt met prediking...’

De klok in de verte zweeg. De mannen hoorden de stier diep zuchten. Niemand sprak meer. Om kwart over twaalf gaf Bernt Kees een teken. Die nam de microfoon. ‘Ben je daar, Japie... Stop maar.’

Dat was het ganse avontuur. Bernt legde even zijn hand op de warme flank van het dier. Er was geen reactie. De mannen namen hun apparatuur en slopen de beschaduwde ruimte door, waar het mysterie zijn onmodern geheim weefde. Hadden zij het werkelijk meegemaakt...?

Zij gingen de martelgang van allen, die niet geloofd kunnen worden. Zelfs de man in de opname-wagen sprak over goedkope mopjes. In de studio werd de band afgedraaid, in het bijzijn van directeur en programmaleider. Moest enige mens in ernst luisteren naar de barse ouwemannen-stem, die ‘Vrede!’ zei? - De directeur hoofdschudde: ‘Hoe hebben jullie nou zoiets kunnen doen, jongens...?’

Want niemand geloofde het. Bernt en Kees zwoeren, de waarheid te betrachten. Ten slotte ging er eind januari een deputatie geleerden naar de boerderij van Dirk Grund.

‘Die stier?’ zei Grund. ‘Heb ik laten slachten. Voor de fok kon ik een betere krijgen.’

Afweer...? - Voor de fok. - Bernt kreeg vochtige ogen. Was hij gèk - of had die stier in de Kerstnacht het woord ‘Vrede’ uitgesproken...? Maar het dier had immers ook gezegd, dat hij niet lang meer zou leven...

Bernt snoot zijn neus. Het wonder was gekeeld. Alles wat restte was een geluidsband met een brommerige stem. De techniek had gefaald, in het registreren der ontroering. Jammer. -


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken