Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mnemosyne (ca. 1840-1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mnemosyne
Afbeelding van MnemosyneToon afbeelding van titelpagina van Mnemosyne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

Scans (17.92 MB)

ebook (3.61 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mnemosyne

(ca. 1840-1850)–Abraham Johannes Lastdrager–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 54]
[p. 54]

Op arbeid rust zegen.

De jonge cyrus had van zijn' vader de landvoogdij over Klein-Azie verkregen, en hield zijn verblijf te Sardes, de toenmalige hoofdstad van Lydië. Daar ontving hij eens een bezoek van den Spartaanschen veldheer lysander. De prins bewees den beroemden Spartaan alle eer en achting, en geleidde zijn' gast overal zelf rond, om hem de merkwaardigheden der stad, het paleis en de tuinen te doen zien. De laatsten wekten, door de orde en schoonheid van hunnen aanleg, inzonderheid de bewondering van Lysander. ‘Alles bekoort en verrukt mij hier,’ zeide hij, zich tot cyrus wendende, ‘maar het meest de zuivere smaak en het vernuft van den man, die dit alles heeft aangelegd.’ Ik zelf antwoordde cyrus, zedig blozende, heb het plan er toe ontworpen, en de uitvoering bestierd. ‘Hoe,’ riep lysander uit, ‘is het mogelijk, dat gij, in den luister en de vermaken van het Persische hof opgevoed en omgeven van al den glans der hoogheid, u tot tuinier hebt willen vernederen en in de stille bezigheden der natuur genoegen kondet vinden?’ Dat u dit niet verwondere, hernam cyrus; deze onschuldige bemoeijingen zijn in de uren van rust mijne uitspanning en mijn vermaak. Ik geloof, dat de natuur mij mijn ligchaam en mijne leden niet zonder doel heeft gegeren, en daarom gebruik ik ze, zoo veel ik kan, tot den arbeid. Nooit zet ik mij aan tafel, zonder dat ik mij vooraf door wapenoefeningen, die mijnen stand voegen, of door veldarbeid, die mij nader tot de natuur en de menschen brengt tot zweetens toe vermoeid heb. Lysander vatte de hand

[pagina 55]
[p. 55]

van cyrus, en zeide: ‘Gij zijt uwen verheven rang waardig; want in u vindt men verstand en grootheid vereenigd!’

 

In het jaar 1690 woonden in het Nassauscha dorpje Helmerhausen drie jongelingen, met name, klaus, helmers en preis, die op het denkbeeld kwamen om bij de veehoederij, die hun beroep was, nog eenige andere bezigheid ter hand te nemen, en zoo doende dubbeld nuttig te wezen en iets meer te verdienen. Daar zij zich veeltijds in hel bosch ophielden, viel hun in, om in hunne ledige oogenblikken houten lepels te vervaardigen. Zoo gezegd, zoo gedaan. In den beginne ging hun 't werk langzaam van de hand; zoodat zij elken dag niet meer dan één lepel konden afwerken, en de opbrengst van hun' arbeid heteekende weinig, doch dit schrikte hen niet af. Weldra kregen zij beter den slag er van, en leerden ook aan hunne mededorpelingen het maken van zulke lepels, toen dezen door het welslagen van hunne pogingen opmerkzaam waren geworden. Zoo vermeerderde allengs het getal der lepelmakers aldaar tot veertig.

Het benoodigde hout moest nu elders aangekocht worden, en kostte een' gulden de kar, waarvan zij 2000 lepels konden snijden, die vijftien gulden opbragten. Wegens de handigheid, die de bewoners van het dorp meer en meer in het handwerk verkregen, bepaalden eindelijk de huisvaders, dat elk dagelijks zestig lepels moest leveren, en dan over zijn verderen lijd naar welgevallen kon beschikken. Wilde iemand dus, te zijnent, nog meer lepels maken, dit zou hem tot zijn eigen voordeel strekken.

De lepels werden verhandeld aan de reizende kooplieden, die jaarlijks in deze oorden kwamen, om het linnen te koopen dat de vrouwen, uit zelf gewonnen vlas, weefden en voor haar gezin

[pagina 56]
[p. 56]

niet noodig hadden. Deze kooplieden vingen uit eigen beweging aan, den handel in lepels bij dien in linnen te voegen; en dit nam allengs zoo toe, dat er eindelijk geheele wagenvrachten van Helmershausen naar Keulen vertrokken, van waar zij naar Holland en van daar meestal naar de Westindische koloniën verscheept werden. Zoo ontlook een nieuwe tak van welvaart uit de arbeidzaamheid van drie eenvoudige knapen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken