Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mnemosyne (ca. 1840-1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mnemosyne
Afbeelding van MnemosyneToon afbeelding van titelpagina van Mnemosyne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

Scans (17.92 MB)

ebook (3.61 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mnemosyne

(ca. 1840-1850)–Abraham Johannes Lastdrager–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Staaltjes van bijgeloof in onzen tijd.

In het stadje Pruissisch Holland, bij Dantzig, had, eenige jaren geleden, een welgesteld Israëliet tot dienstbode een Christenmeisje, dat plotseling verdween. In plaats van te vermoeden dat het meisje om de eene of andere reden zich heimelijk verwijderd had, of wel dat haar een ongeluk overkomen was, meende haar vader dat zij zich in de magt van den Israëliet bevond, en eischte op hevigen toon en onder verschrikkelijke bedreigingen hare uitlevering. Zelfs beweerde hij, dat de Israëliet zijne dochter vermoord had, omdat hij, ter vermeerdering van zijnen rijkdom, Christenbloed moest drinken! De arme mat mogt, zoo veel hij wilde, zijne onschuld betuigen, de vader

[pagina 88]
[p. 88]

bleef volhouden dat hij het arme meisje had geslagt, en zou den Jood vermoord hebben, zoo niet de politie tusschen beide gekomen ware en eenen bode naar Dantzig gezonden had, om te vernemen of zij daar ook gezien was. Tot geluk van den beangstigden zoon abrahams luidde het antwoord, dat het meisje metterdaad te Dantzig gekomen was, maar, van geen pas voorzien zijnde, weder naar huis zou gezonden worden.

 

De vrouw van zekeren adam jäger van Gittenbach, in het Hanausche, bevond zich den 10den December 1836 te Wächterbach, van waar zij over Witgenborn naar Waldensberg wilde gaan. Toen zij op den weg daarheen bij een aan den dijk staand visschershuisje was gekomen, begon het te sneeuwen en hard te waaijen, weshalve zij in dat huisje, waarvan de deur openstond, ging schuilen; maar naauwelijks was zij daar binnen, of de wind wierp de deur digt en zij zag zich opgesloten. Dit verontrustte haar in den beginne niet zeer, want de weg was niet eenzaam, en dus zou, dacht zij, de een of andere voorbijganger haar wel spoedig verlossen.

Zij maakte tot dat einde van tijd tot tijd gerucht; doch haar roepen en kloppen bleef zonder gevolg. Aan voorbijgangers ontbrak het zeker niet, en dezen vernamen ook wel degelijk het gebons en geschreeuw, maar dat deed hen des te sneller voortloopen; want deze plek stond bekend als een oord waar het niet pluis was. Immers, daar hadden zich eens drie mannen verdronken; in één woord, het spookte er. En van wie kon nu dat geschreeuw en gebons, later dat kermen en klagen, anders komen, dan van de hier nog rondwarende geesten der zelfmoordenaars, die de voorbijgangers tot zich wilden lokken, om hen mede in het verderf te slepen! Men begon eindelijk zelfs de plek te mijden. Zoo verliepen zeven dagen.

[pagina 89]
[p. 89]

Zeven dagen en nachten bragt de ongelukkige, zonder spijs of drank, in de hut door! De honger en dorst kwelden haar vreesselijk, en zij was bijna geheel magteloos, toen eindelijk, op den avond van den 17den December, een inwoner van Witgenborn daar langs kwam en, schoon ook weder door de vrees voortgejaagd, het middel ter harer verlossing werd. Zijn verhaal van het onheilspellende gekerm, dat uit dat huisje gehoord werd, kwam gelukkig ter ooren van een verstandig man, den eigenaar van een' nabijgelegen molen. Deze besloot met de noodige voorzorg de zaak nader te onderzoeken. Hij verzamelde tot dat einde den volgenden dag al zijne knechts, wapende hen met knuppels en bullepezen, en begaf zich met hen naar het visschershuisje, alwaar men de arme vrouw in den jammerlijksten toestand vond. Zij werd terstond naar den molen gebragt, en daar door goede verpleging in het leven behouden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken