Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schotsche ruiten (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schotsche ruiten
Afbeelding van Schotsche ruitenToon afbeelding van titelpagina van Schotsche ruiten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (12.25 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schotsche ruiten

(1887)–Eliza Laurillard–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 223]
[p. 223]

Eene vergissing bij nacht.

[pagina 225]
[p. 225]


illustratie

Eene vergissing bij nacht.

 
In des heeren Meijer's woning
 
Zijn twee gasten: Juffrouw Visch,
 
't Meisje van een zoon, die heden
 
In den vreemde werkzaam is;
 
En, behalve die: de baker,
 
Die hier niet als baker toeft,
 
Maar als tijd'lijke verpleegster
 
Van een kind, dat hulp behoeft.
 
 
 
Nacht is 't; heel 't gezin is rustend;
 
Over tweeën is 't al wel;
 
En, - daar wordt de rust verbroken,
 
Want daar klinkt op eens de schel.
 
‘Hoor je dat?’ zoo vraagt de vader;
 
‘Ja,’ zegt moeder, ‘'k schrik er van!’
 
Weêr wordt aan de schel getrokken.
 
‘Ga eens kijken, lieve man!’ -
[pagina 226]
[p. 226]
 
Meijer, om te kunnen kijken,
 
Schuift een raam op en aanschouwt
 
Op de stoep een heer, die steeds nog
 
In zijn hand den schelknop houdt. -
 
‘Hei! Wat moet u?’ vraagt de huisheer;
 
‘'k Haal,’ zegt de andre, ‘juffrouw Vis;
 
Vraag haar, of ze met mij meêgaat,
 
Want zij weet, wat de afspraak is.’
 
‘Kerel!’ is 't niet vriend'lijk antwoord,
 
‘Volg je weg! Ben jij een heer?
 
Wat is dat? Je moest je schamen!’
 
En 't geopend raam smakt neêr.
 
Maar weêr doet de schel zich hooren;
 
De echtvriendin komt hij haar man;
 
En 't metaal klinkt nog eens weder, - -
 
Meijer wordt er razend van;
 
Met zijn gade snelt hij buld'rend
 
Naar beneden, - zoekt en tast,
 
Wáár de schel hangt, en vol woede
 
Houdt hij nu den klepel vast.
 
Maar de vreemde heer blijft rukken,
 
Roepend: ‘'t Is om juffrouw Vis!’
 
En het antwoord komt van binnen,
 
Trillende van ergernis:
 
‘Onbeschaamde! Zal 't nou uit zijn
 
Met dat nachtelijk schandaal?
 
'k Zeg je, als jij nog eens durft schellen,
 
Dat 'k terstond een diender haal!’
 
En nu roept de man daarbuiten:
 
‘Hoor dan toch, waarom ik kom:
 
't Is om juffrouw Vis, de baker;
 
Nu begrijp je toch, waarom.’ - -
[pagina 227]
[p. 227]
 
't Echtpaar staat onthutst, verlegen;
 
't Is hun, of een ster verschiet; -
 
Ziet ge? een baker heet steeds baker,
 
Haar geslachtsnaam noemt men niet; -
 
Maar, jawel - - Vis, - - Vis - - jawel, hoor!
 
Nu werd alles juist gevat;
 
Ja, - - haar naam was haast de naam ook,
 
Dien de aanstaande dochter had.
 
V - I - S, Vis, was de baker,
 
't Meisje had daarbij C, H;
 
Dus, die namen en hunne uitspraak
 
Stonden onderling zeer na.
 
Dàt was de oorzaak der vergissing,
 
En, toen die eens was erkend,
 
Was natuurlijk heel de stemming,
 
Heel de toon-aard omgewend.
 
‘Neem 't niet kwalijk!’ riep heer Meijer,
 
‘'t Had toch ook zoo'n vreemden schijn.’
 
En mevrouw vroeg, door de deur heen:
 
‘Wilt u soms een glaasje wijn?’ -
 
Vraag, waarbij 't verstand niet werkte,
 
Maar alleen het teêr gemoed,
 
Dat, als 't iemands doel miskende,
 
Gaarne 't onrecht weêr vergoedt.
 
‘'k Dank u vriendlijk,’ was het antwoord,
 
Dat de man daarbuiten gaf;
 
‘Roep nu maar, - de tijd is dringend, -
 
Roep nu maar de baker af.’
[pagina 228]
[p. 228]
 
Zoo geschiedde. En toen, - zij volgde
 
Haastig den gehaasten man; - -
 
Vrede was het slot van 't voorval
 
En geen diender hoorde er van.


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken