Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Uit 's levens ernst en kluchten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12,83 MB)

Scans (17,29 MB)

ebook (17,36 MB)






Genre
poëzie

Subgenre
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Uit 's levens ernst en kluchten

(1904)–Eliza Laurillard

Vorige Volgende
[p. 145]

Mijnheer de houder.

 
Mijnheer De Houder is een wijze;
 
Hij zegt maar niet op alles ja,
 
Maar gaat, bij elk verzoek of voorstel,
 
Den staat der zaak nauwkeurig na.


illustratie

 
Zoo geeft hij dus ook nooit zijn hulpe,
 
Als wijsheid weigering gebiedt;
 
Verkeerd te geven, doet men kwaad meê;
 
Dus, dan geeft hij veel liever niet.
[p. 146]
 
Men vraagt hem om een kleine gave,
 
Ten bate van 't mishandeld dier.
 
‘Wel, neen!’ zoo luidt zijn ernstig antwoord,
 
‘Voor dieren? Neen ik! - Hoor eens hier:


illustratie

 
Door menschen wordt zoo veel geleden,
 
Zooveel ellend, zooveel gemis,
 
Dat, - neem dit oordeel mij niet kwalijk! -
 
Die zorg voor dieren ziek'lijk is.’ -


illustratie

[p. 147]
 
Steun wordt gezocht en geld gezameld
 
Voor 't liefdewerk van 't Roode Kruis.
 
‘Neen!’ zegt hij, ‘kom me dit niet vragen,
 
Want daar ben 'k zeker niet van t'huis;
 
Ik zeg: men moet geen oorlog voeren,
 
Maar neemt gij nu gekwetsten op,
 
Dan geeft ge een premie aan het slachtwerk;
 
Dat is de onzinnigheid ten top.’ -


illustratie

 
Een warm en ijv'rig vriend der Zending
 
Vraagt hem een gaaf voor 't Heidendom.
 
‘Mijnheer!’ is 't antwoord, vastberaden,
 
‘Kom met dit aanzoek nooit weerom;
 
Er zijn in eigen land en natie
 
Nog zooveel heid'nen! - 't heeft geen pas,
 
Zooveel te doen voor verre volken,
 
Alsof het hier niet noodig was.’ -
 
Hem wordt de nood eens mans beschreven,
 
Onlangs ontslagen uit de cel.
[p. 148]
 
‘Verlangt gij, dat ik dááraan doen zal?’
 
Zoo spreekt hij, - ‘neen! ik dank je wel,
 
Een eerlijk mensch heeft vaak behoeften,
 
Waar niemand ooit met ernst op let;


illustratie

 
Maar boeven helpt men; - fraaie liefde,
 
Die zoo een loon op 't misdrijf zet!’


illustratie

[p. 149]
 
‘Mijnheer! indien 'k eens honderd gulden
 
Van u ter leen ontvangen mocht,’....
 
‘Neen, man! die iets van mij wil leenen,
 
Die heeft een slecht adres gezocht;
 
In dit geval kan 'k ook niet geven,
 
Maar anders, ziet ge? in 't algemeen,
 
Geef ik nog liever vijftig gulden,
 
Dan dat ik vijf en twintig leen.’ -
 
‘Mijnheer!’... ‘Och, hemel! weêr een noodkreet
 
't Wordt voor mijne oogen geel en groen,
 
Van al die nooden, al die vragen, - -
 
Ik kan toch niet aan alles doen!’



illustratie


Vorige Volgende