Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wonderschelp (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wonderschelp
Afbeelding van De wonderschelpToon afbeelding van titelpagina van De wonderschelp

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Illustrator

Nans van Leeuwen



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wonderschelp

(1950)–Jan Laurens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 3]
[p. 3]

De wonderschelp

 
Waar de blonde duinen blinken
 
Woont het dwergje Piggelmee,
 
In een pot, nog nèt als vroeger,
 
Tien minuten van de zee.
 
 
 
Algelegen van de wereld,
 
Zonder vriend en zonder buur,
 
Daar woont Piggelmee al eeuwen
 
Met zijn vrouwtje Tureluur.
 


illustratie

 
's Winters rans'len regenvlagen
 
Op het grijze landschap neer,
 
En de wind gaat met een lage,
 
Ontevreden stem tekeer...
 


illustratie

[pagina 4]
[p. 4]
 


illustratie

 
Alle dieren in hun holen
 
Sidderen van vocht en kou;
 
Piggelmee zit, diep verscholen,
 
In zijn huisje, naast z'n vrouw.
 
 
 
En hoewel 't heus bitter koud is
 
In zo'n omgekeerde pot,
 
Stemt een kop VAN NELLE'S KOFFIE
 
Hen tevreden met hun lot.
 


illustratie

 


illustratie

 
Ook al denken ze soms even
 
Wat weemoedig aan hun straf,
 
Toen ze 't mooie huis verloren,
 
Dat het Tovervisje gaf...
 


illustratie

[pagina 5]
[p. 5]
 
Eensklaps, op een mooie morgen,
 
Slaat de winter op de vlucht;
 
Piggelmee loopt blij te fluiten:
 
't Voorjaar tintelt in de lucht!
 


illustratie

 


illustratie

 
En hij trekt op klepperklompjes
 
Uren voort langs duin en strand;
 
Aan zijn voeten speelt de branding
 
Met een zeester op het zand...
 
 
 
Lachend zwaait hij met zijn puntmuts
 
Als een duinkonijn hem groet,
 
Nieuwtjes hoort hij van de meeuwen,
 
Die hij dagelijks ontmoet.
 


illustratie

[pagina 6]
[p. 6]
 
Na zijn urenlange tochten
 
Komt hij tegen schemer thuis
 
En dan geurt VAN NELLE'S KOFFIE
 
Pittig door het dwergenhuis.
 


illustratie

 


illustratie

 
't Vrouwtje zit dan stil te luist'ren
 
Naar wat Piggelmee vertelt,
 
En ten slotte zúcht ze even,
 
Graag had ze hem vergezeld!
 
 
 
‘Altijd wonen in de duinen,
 
Nooit de wijde wereld zien...
 
Piggelmee, ik wou op reis gaan:
 
't Is nog niet te laat misschien...’
 


illustratie

[pagina 7]
[p. 7]
 
Op een avond liep ons ventje
 
Huiswaarts over 't brede strand.
 
Telkens bleef hij even dralen,
 
Peinzend aan de waterkant.
 
 
 
En de golven zongen ruisend
 
Op een nooit gehoorde wijs:
 
‘Piggelmee, je moet gaan varen!
 
Duinkabouter, ga op reis!’
 


illustratie

 
Kijk: een schip gleed in de verte
 
Naar de ondergaande zon,
 
't Ventje zuchtte in zich zelve:
 
‘'k Wou maar, dat ik reizen kon!’
 


illustratie

[pagina 8]
[p. 8]
 
‘Want mijn vrouwtje is niet gelukkig
 
In die oude pot van steen:
 
Ze verlangt naar verre landen
 
Over zee! Dáár wil ze heen!’
 
 
 
‘Wou je wèrkelijk graag reizen?’
 
Klonk het fluist'rend achter hem,
 
Piggelmee schrok zich een hoedje!
 
Van wie wàs die vreemde stem?
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Wou je wèrkelijk gaan reizen?
 
Varen op de wijde zee?’
 
Raad eens, wie daar had gesproken...
 
't Was... de Blauwe Mosselfee!
[pagina 9]
[p. 9]
 
Uit een schelp omhooggerezen
 
Stond ze achter hem op 't strand
 
En ze hield een zilv'ren schelpje
 
In haar uitgestoken hand.
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Piggelmee, je mag op reis gaan,’
 
Zei de Blauwe Mosselfee;
 
‘Varen mag je over 't water
 
En je neemt je vrouwtje mee!’
 
 
 
‘'k Wil een wonderschelp je geven,
 
Die verandert in een schip,
 
Als je hem gewoon omhoogwerpt
 
En je roept dan: - Eun Deun Dip!’
 


illustratie

[pagina 10]
[p. 10]
 
‘Door de lucht en over 't water,
 
- Hoe het kàn begrijpt geen mens! -
 
Brengt het schip je waar je heen wilt,
 
Hélemaal naar je eigen wens’.
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Driemaal mag je een wens uitspreken,
 
Maar dàn - na die derde keer -,
 
Heeft het schip zijn kracht verloren
 
En het wordt een schelpje weer!’
 
 
 
Piggelmee stond blij te dansen:
 
Varen! En zijn vrouw mocht mee!
 
Morgen zouden zij op reis gaan...
 
‘Dank je, dank je, Mosselfee!’
[pagina 11]
[p. 11]
 
Vlug, zo snel zijn klompjes wilden,
 
Liep hij huiswaarts op een draf.
 
‘Kijk eens, vrouwtje, kijk eens even,
 
Wat de Mosselfee ons gaf!’
 
 
 
En die avond, bij een kaarsje,
 
Zat het eenzaam dwergenpaar
 
Met een wereldbol op tafel
 
In - gelukkig bij elkaar.
 


illustratie

 


illustratie

 
China, Honduras, Turkije,
 
Noordpool, Zuidpool, Evenaar...
 
‘Vrouwtje, waarheen wil je varen?’
 
‘Manlief... och, zeg jij het maar!’
[pagina 12]
[p. 12]
 


illustratie

 
Uren zaten ze te praten
 
Maar ze namen geen besluit.
 
Eind'lijk moesten ze naar bed toe
 
Want hun laatste kaars ging uit.
 
 
 
‘Morgen zullen we beslissen’,
 
Zei het ventje met een lach,
 
‘Welterusten, Tureluurtje,
 
Morgen komt er wéér een dag!’
 


illustratie

 


illustratie

 
Maar er kwam niet veel van slapen
 
In het smalle dwergenbed:
 
Piggelmee ving - in zijn dromen -
 
Zeven haaien in één net!
[pagina 13]
[p. 13]
 
d' And're morgen, vóór half zeven,
 
Stond het tweetal op het strand.
 
Piggelmee hield héél voorzichtig
 
't Wonderschelpje in zijn hand.
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Toe maarl’ zei het dwergenvrouwtje.
 
Piggelmee riep: ‘Eun deun dip!’
 
Beiden stonden ze even spraak'loos
 
Want daar làg hun Wonderschip...
 
 
 
Grote, helderwitte zeilen
 
Spanden stevig aan de mast.
 
't Vrouwtje holde naar de loopplank:
 
‘Piggelmeel Kom, hou me vast!’
[pagina 14]
[p. 14]
 
Ja, daar zaten zij nu beiden,
 
Maar waar moesten ze naar toe?
 
Piggelmee zat te verzinnen:
 
Van het denken werd hij moe!
 


illustratie

 


illustratie

 
‘'k Wéét het!’ juichte Tureluurtje,
 
‘Pig! Ik wéét waarheen ik ga!
 
Kabels los! We steken over
 
Naar mijn neef in Canada!’
 
 
 
Plots kwam er een dikke nevel
 
Met een rommelend geluid,
 
En ze zagen, met zijn beiden,
 
Nog geen meter voor zich uit
 


illustratie

[pagina 15]
[p. 15]
 
‘Help! wat gaat me nú gebeuren!’
 
Riep vrouw Tureluur ontdaan.
 
Piggelmee was óók geschrokken:
 
Hoe moest dit wel verder gaan?
 
 
 
Maar gelukkig..... Even later
 
Trok de ergste nevel op
 
En zover hun ogen reikten
 
Zagen zij: het ruime sop.
 


illustratie

 


illustratie

 
Door het water gleden vissen:
 
Schelvis, kabeljauw en schol.
 
En een kwal dreef als een mooie
 
Paarsgekleurde parasol...
[pagina 16]
[p. 16]
 
Kijk: aan bakboord zwom een grote
 
Zouteharing - kleuterschool,
 
Op een fijn vacantiereisje
 
Van IJmuiden naar de Pool.
 
 
 
Vóór het schip verscheen een walrus
 
Met een witte zeilpet op.
 
‘Voorrang geven aan scholieren!’
 
Riep hij met een basstem. ‘Stop!’
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Als ik goed zie, bent U beiden
 
Niet in deze buurt bekend.
 
Weet U, dat U rèchts moet houden?
 
Ik ben hier verkeersagent!’
[pagina 17]
[p. 17]
 
‘Canada? Dat is niet ver meer
 
En U vindt het met gemak!
 
Eerst rechtuit! En dan rechts - af slaan
 
Bij een diep gezonken wrak!’
 


illustratie

 


illustratie

 
En zo was 't, want even verder
 
Zagen ze toen recht vooruit,
 
Hoe een zaagvis plankjes zaagde
 
Uit een oude vissers - schuit.
 
 
 
Toen rechts - af. Het schip ging verder
 
En het vond zijn eigen koers;
 
In de verte blonk de kustlijn
 
Door een zilv'ren nevelfloers.
[pagina 18]
[p. 18]
 
Op een rots, vèr boven 't water,
 
Waar een berkenbos begon,
 
Zagen zij een omgevallen
 
Groengeverfde regenton.
 


illustratie

 


illustratie

 
En zodra het schip gemeerd lag
 
Klommen zij langs 't kronkelpad
 
Naar die ton, waar bij het tuinhek
 
Steven, 't Stekelvarken, zat.
 
 
 
‘Goedenmorgen!’ zei het vrouwtje,
 
(Steven tikte aan zijn hoed)
 
‘Wij zijn naar m'n neef aan 't zoeken,
 
Die hier ergens wonen moet’.
 


illustratie

[pagina 19]
[p. 19]
 
‘'k Zou het héél erg prettig vinden
 
Als U ons de weg beschreef,
 
Want U zult hem zéker kennen:
 
Piggelmanus heet mijn neef’.
 
 
 
‘Piggelmanus? Ja, die ken ik!’
 
Stekelsteef dacht even na;
 
‘Maar 'k geloof, dat Piggelmanus
 
Niet meer woont in Canada’.
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Deze ton was ééns zijn woning,
 
Maar die staat al lang te huur:
 
Hij vertrok vóór honderd jaren
 
In het middernacht'lijk uur!’
[pagina 20]
[p. 20]
 
‘Ga bij Pluim, de Eekhoorn vragen,
 
Die woont niet ver uit de buurt.
 
Hij is schuw, je moet maar zeggen,
 
Dat je door mij bent gestuurd’.
 
 
 
Pluim de Eekhoorn, juist aan 't eten,
 
Sprong tot op de laagste tak.
 
‘Piggelmanus? Is vertrokken
 
Op een nacht, met pak en zak’.
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Verder kan ik je niet helpen,
 
Nooit kreeg ik van hem bericht,
 
Maar misschien is Flip de Vleermuis
 
Wel wat beter ingelicht’.
 


illustratie

[pagina 21]
[p. 21]
 
Flip de Vleermuis was aan 't slapen
 
En hij hing op zijn gemak,
 
Helemaal onderste - boven,
 
Aan een dikke dennetak.
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Flip de Vleermuis, word eens wakker!’
 
Riep het vrouwtje Tureluur,
 
‘Is 't geen schande, nog te slapen?
 
't Loopt al tegen 't middag - uur!’
 
 
 
Flip ontwaakte. Eén oog open.
 
‘Mens, wat is er aan de hand?
 
Dat je zo ontaard moet gillen:
 
Zijn er dieven? Is er brand?’
[pagina 22]
[p. 22]
 
‘Ik heb nachtdienst, moet je weten,
 
Daarom rust ik overdag.
 
't Is dus onzin, te beweren
 
Dat ik nu niet slapen mag!’
 


illustratie

 


illustratie

 
‘'k Wil U vragen, Flip de Vleermuis,’
 
Sprak toen Piggelmee beleefd,
 
‘Of U iets van Piggelmanus,
 
Onze neef, vernomen heeft.’
 
 
 
‘Want hij heeft zijn ton verlaten,
 
Niemand woont daar nu meer in.
 
't Stekelvarken kon niet helpen,
 
Pluim de Eekhoorn evenmin.’
[pagina 23]
[p. 23]
 
‘Piggelmanus?’ zei de Vleermuis,
 
‘'k Heb hem onlangs nog gezien.
 
Maar je kunt hem niet bereiken,
 
Of heb je een vliegmachien?’
 
 
 
‘Gisternacht nog, toen ik eenzaam
 
Langs de dennentoppen vloog,
 
Zag ik Piggelmanus zitten
 
Op de maan, dus hoog en droog.’
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Kom!’ riep toen het dwergenvrouwtje,
 
‘Piggelmee, we gaan naar 't schip!
 
Ik wil Piggelmanus vinden!
 
Naar de maan! 't Is maar een wip!’
[pagina 24]
[p. 24]
 


illustratie

 
Piggelmee liep buiten adem
 
Achter Tureluurtje aan
 
En sprong juist nog in het scheepje,
 
Toen zij riep: ‘'k Wil naar de maan!’
 
 
 
Rommelend sloot zich de nevel:
 
Mist en wolken, rook en damp!
 
Piggelmee hing in de touwen:
 
Wat was dít nu voor een ramp?
 


illustratie

 


illustratie

 
Pijlsnel voelden zij zich zweven,
 
Wiegewank'lend door de lucht.
 
Vogels vluchtten naar de verten,
 
Door de wolken ging hun vlucht...
 


illustratie

[pagina 25]
[p. 25]
 
't Werd al donker. Daar beneden
 
Lag de wereld, diep en ver;
 
Zonder ook maar vaart te mind'ren
 
Schoten ze langs de Avondster.
 


illustratie

 


illustratie

 
't Werd àl donkerder. Als vuurwerk
 
Spatte een komeet uiteen:
 
Sterrenbeelden en planeten
 
Vlogen gierend langs hen heen!
 
 
 
Vastgebonden aan een ketting
 
Brulde woest de Grote Beer.
 
Hij blies vlammen uit zijn neusgat
 
En ging rinkelend tekeer...
 


illustratie

[pagina 26]
[p. 26]
 
't Vrouwtje, zielig weggedoken,
 
Huilde in haar lapjes - schort.
 
Toen riep Piggelmee van achter:
 
‘Zie je, dat het lichter wordt?’
 


illustratie

 


illustratie

 
En jawel! Daar wàs de maan al.
 
Piggelmee greep in zijn baard.
 
Maar gelukkig: 't werd géén botsing,
 
't Scheepje minderde reeds vaart.
 
 
 
En nu zweefden ze heel rustig
 
Over 't goudgeel mane - gras.
 
Vrouwtje Tureluur dorst nú pas
 
Goed te kijken waar ze was...
[pagina 27]
[p. 27]
 
Op de maan is 't altijd winter
 
En je hoort er geen geluid....
 
't Is er koud!!! Hun adem dreef er
 
Als een wolkje voor hen uit.
 
 
 
Op de maan kun je uren turen
 
Zonder dat je er iemand ziet.
 
Op het maangras moet je slapen
 
Want ook huizen zijn er niet...
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Ik zat liever thuis!’ zei 't vrouwtje,
 
‘Met een breikous en een boek!’
 
‘Stop!’ riep toen het dwergenventje,
 
‘Wie zit ginder op de hoek?’
[pagina 28]
[p. 28]
 
Daar zat bij een sprokkelvuurtje,
 
Met een druppel aan zijn neus,
 
Piggelmanus braaf te dutten.
 
Kijk maar goed: het was hem heus!
 
 
 
‘Heidaar!’ riep vrouw Tureluurtje,
 
Blij dat ze hem eind'lijk zag,
 
‘Heb je 't hier nog al gezèllig?
 
Piggelmanus, goeden dag!’
 


illustratie

 


illustratie

 
‘'t Is geen dag!’ zei Manus droevig,
 
‘Maar je komt toch juist van pas:
 
'k Zit om naald en draad te springen,
 
'k Heb geen knoop meer aan mijn jas!’
 


illustratie

[pagina 29]
[p. 29]
 
‘En gezéllig? 'k Weet wel beter:
 
Ik zit nu al honderd jaar
 
Eenzaam op de maan te passen.
 
't Is mijn plicht, al klinkt het raar!’
 


illustratie

 


illustratie

 
‘Ik moet feit'lijk naar de kapper,
 
'k Zie er niet erg fraai meer uit.
 
Als je mij soms wilt vervangen
 
Vaar ik verder met die schuit.’
 
 
 
‘Niets daarvan!’ riep Tureluurtje,
 
‘Want dan kwam ik nooit meer thuis,
 
En, ik wil het wel bekennen,
 
Ik verlang alweer naar huis!’
[pagina 30]
[p. 30]
 
‘Maar als dat je soms kan troosten:
 
'k Heb hier nog een pakje thee.
 
't Is de beste, van VAN NELLE,
 
Dáárom bracht ik ze ook mee!’
 


illustratie

 


illustratie

 
Piggelmanus zei: ‘Daar heb ik
 
Nu al jaren naar verlangd.
 
't Water zal subiet gaan koken;
 
Tureluurtje, wèl bedankt!’
 
 
 
‘Goede reis en welterusten
 
Vaar maar verder met je schuit:
 
Met VAN NELLE'S THEE houd ik het.
 
Hier nog héél wat jaren uit!’
 


illustratie

[pagina 31]
[p. 31]
 
Toen vond Piggelmee, verstandig:
 
‘'k Ben van al dat reizen moe.
 
Dus vaarwel, neef Piggelmanus,
 
Wij gaan naar ons huisje toe.’
 
 
 
‘Waar wij varen, waar wij reizen,
 
Noordwaarts, Zuidwaarts, Oost en West:
 
Thuis is 't, bij VAN NELLE'S KOFFIE
 
Altijd nog het allerbest!’
 


illustratie

 


illustratie

 
Dikke mist omsloot het scheepje,
 
Maar dat duurde niet te lang:
 
Want ze voelden, hoe ze daalden.
 
Warme wind streek langs hun wang.
[pagina 32]
[p. 32]
 
En dáár zagen zij beneden,
 
In het glanzend morgenlicht,
 
Molens, dorpen, torens, steden,
 
Als een kleurig vèrgezicht.
 
 
 
Aan de voet der blonde duinen
 
Vonkte zonlicht uit de zee.
 
Meeuwen buitelden en riepen:
 
‘Hou je roer recht, Piggelmee!’
 


illustratie

 


illustratie

 
Even later, neergestreken,
 
Wiegelde het schip bedaard,
 
Statig pronkend met zijn zeilen
 
Als een pauw met waaier - staart.
[pagina 33]
[p. 33]
 
Loopplank uit! Ze stonden samen
 
Op het zilverblanke strand:
 
't Schip was àchter hen verdwenen,
 
Vóór hen lag hun duinenland.
 


illustratie

 


illustratie

 
Aan hun voeten spoelde een schelpje
 
Als een nietig voorwerp aan.
 
Piggelmee is met zijn vrouwtje
 
Naar de keulse pot gegaan...
 
 
 
En daar kookte 't koffiewater
 
Binnen een minuut of tien.
 
Piggelmee zei: ‘'t Was wel prettig
 
Piggelmanus weer te zien.’
 


illustratie

[pagina 34]
[p. 34]
 
‘Ook het reizen was gezellig,
 
Maar ik vind het toch weer fijn,
 
Na die vele avonturen
 
In mijn eigen huis te zijn.’
 


illustratie

 


illustratie

 
't Vrouwtje lachte en verklaarde:
 
‘'k Heb me wèrk'lijk best vermaakt,
 
Maar ook ik vind, dat de koffie
 
Thuis het allerbeste smaakt!’
 
 
 
En zo zitten dan tenslotte
 
Piggelmee en Tureluur
 
Heerlijk samen uit te rusten
 
Van dit grote avontuur...
[pagina 35]
[p. 35]
 
Waar de blonde duinen blinken
 
Woont het echtpaar Piggelmee
 
In een pot, weer nèt als vroeger,
 
Tien minuten van de zee.
 
 
 
Lente, zomer, herfst en winter
 
Spoeden zich, van jaar tot jaar.
 
Lang en heel gelukkig leven
 
Deze dwergjes bij elkaar....
 


illustratie

 


illustratie

 
Wàt zij dromen en beleven:
 
Altijd is 't een goed besluit;
 
Want VAN NELLE'S THEE EN KOFFIE
 
Dáárop loopt het altijd UIT!
 


illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken