Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Theatrum stultorum (1669)

Informatie terzijde

Titelpagina van Theatrum stultorum
Afbeelding van Theatrum stultorumToon afbeelding van titelpagina van Theatrum stultorum

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

ebook (3.54 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Theatrum stultorum

(1669)–Jan de Leenheer–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De Sotheydt
Van de Neder-landers, aengaende hunne kleederen.

Sinne-beeldt.
Eenen Kleer-maecker, die voor de Maen een kleedt wilt snyden.

 
Onstandt-vastigh is de Maen,
 
Noyt vol-herdigh blyft sy gaen.
 
O Ghy Sot, ghy key der keyen!
 
Die een passend' kleedt wilt sneyen,
 
Ende maecken voor de Maen,
 
Die noyt blyft standt-vastigh staen.
 
Nu moet sy twee horens draghen,
 
En soo voeren haeren waghen;
 
Van half rondt soo groeyt-se vol,
 
En wordt eenen silv'ren bol.
 
Phoebe sietmen smilten, wassen;
 
Gheen kleedt kan haer altydt passen,
 
Hoe-je 't maeckt, en hoe-je 't snydt,
 
Daerom spaert den aerrebydt.
 
VVilt naer Gheel' oft Poperinghen,
 
Als een dwaes mensch henen springhen,
[pagina 127]
[p. 127]
 
Die een kleedt dat dient altijdt,
 
Voor een Neder-lander snydt.
 
Noyt en sult ghy dese dinghen,
 
VVel uyt-voeren, wel vol-bringhen,
 
VVant hy is ghelyck de Maen,
 
Noyt standt-vastigh blyft hy staen.
 
Nu soeckt hy uyt alle hoecken,
 
Kleyn tassetten, smalle broecken,
 
Broecken die den sachten bil,
 
Persen teghen synen wil.
 
Nu wilt hy die anders draeghen,
 
Hebben gansch naer syn behaeghen,
 
Flodderachtigh aen het lyf,
 
Ghelyck rocken van een wyf.
 
VVyt bynaer een vyftigh ellen,
 
Alsmen die wat ruym sou tellen;
 
Die een schip ghelijck behoort,
 
Souden wel doen zeylen voort.
 
Hoeden die het hooft bedecken,
 
Zyn oock wonder by dees' Gecken;
 
VVant nu is hy wyt van rant,
 
Nu heel smal, en kort van kant.
 
Nu heel kael, nu gansch vol wollen,
 
Nu heel hoogh en op-gheswollen;
 
Nu heel leegh, heel licht, heel klyn,
 
Ghelijck de pis-potiens zyn.
 
VVie en sou niet lustigh grimmen,
 
Als hy let op dese Simmen,
 
Als hy alles wel door-siet,
 
Dat in Neder-landt gheschiet?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken