Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Middelnederlandsche dramatische poëzie (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Middelnederlandsche dramatische poëzie
Afbeelding van Middelnederlandsche dramatische poëzieToon afbeelding van titelpagina van Middelnederlandsche dramatische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.06 MB)

Scans (38.55 MB)

XML (2.30 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Middelnederlandsche dramatische poëzie

(1907)–P. Leendertz (jr.)–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina π5]
[p. π5]

Voorrede.

Toen ik aan de zeer vereerende uitnoodiging van de redactie der Bibliotheek van Middelnederlandsche Letterkunde gevolg gaf, om een herdruk te bezorgen van Prof. Moltzer's uitgave der Middelnederlandsche Dramatische Poëzie, bleek het al spoedig, dat van een eenvoudigen herdruk geene sprake kon zijn. In de dertig jaren, die sinds de verschijning van dat werk zijn verloopen, is onze kennis van de middeleeuwsche taal en letterkunde zoo toegenomen en zijn de denkbeelden omtrent de eischen aan eene uitgave te stellen, zoo gewijzigd, dat een herdruk een anachronisme zou zijn. Er was eene geheel nieuwe uitgave noodig.

Behalve de titel is van de vorige uitgave zoogoed als niets gebleven. Alle teksten zijn opnieuw - en herhaalde malen - met de hss. en oude drukken vergeleken, eene andere wijze van uitgeven is gevolgd, de inleiding, aanteekeningen en woordenlijst zijn geheel nieuw.

Eigenlijk past de titel niet meer. Terwijl Moltzer ongeveer alles gaf, wat toen van Middelnederlandsche drama's bekend was, is dat hier niet meer het geval. Zelfs zijn hier niet alle stukken opgenomen, die hij heeft uitgegeven.

Het Paaschspel is weggelaten, omdat het geen Middelnederlandsch

[pagina π6]
[p. π6]

is, en De Eerste Bliscap van Maria, omdat Prof. De Vreese daarvan eene nieuwe uitgave heeft voltooid.

Sommige drama's, die zeker of misschien nog Middelnederlandsch zijn, zal men hier niet vinden, omdat daarvan in den laatsten tijd reeds uitgaven verschenen zijn, b.v. Elckerlijc, Moorkensvel en enkele tafelspelen. Andere als Nyeuvont en de werken van De Roovere zijn uitgesloten, omdat zij van een anderen aard zijn en niemand ze hier toch zoeken zou.

Daarentegen zijn Plaijerwater, Nu Noch en de beide tafelspelen wel opgenomen, ofschoon zij misschien reeds uit de zestiende eeuw zijn, omdat zij nu eenmaal in dezen bundel zijn en door menigeen noode gemist zouden worden.

Mariken van Nieumeghen, dat vroeger niet als een middeleeuwsch drama herkend was, mocht natuurlijk niet ontbreken. En ook het Spel van Sainct Jooris en het fragment Van den Somer ende van den Winter behooren geheel in deze verzameling thuis.

Moltzer's verhandeling over de geschiedenis van het drama, hoezeer dit onderwerp zeker nog wel eens behandeld mag worden, heb ik weggelaten, omdat de inleiding van eene uitgave m.i. daarvoor niet de plaats is.

Na dit alles zal het zeker niet gewraakt worden, dat Moltzer's naam niet meer op den titel voorkomt, evenmin als die van Hoffmann von Fallersleben, Willems, Mertens, Van Vloten, Hermans en Verwijs. Dat ik echter van het werk van al die mannen een dankbaar gebruik gemaakt heb, spreekt vanzelf, al wordt het niet overal afzonderlijk vermeld.

Zeker had ik dit werk niet durven ondernemen, als ik niet vertrouwd had, dat ik hulp en medewerking zou ondervinden, waar ik die noodig had. Dat vertrouwen is niet beschaamd en het is mij een aangename plicht hier openlijk dank te betuigen aan allen, die mij door hunne hulpvaardigheid en welwillendheid het werk mogelijk gemaakt hebben.

In de eerste plaats moet ik hier noemen de besturen van de

[pagina π7]
[p. π7]

Bibliothèque Royale te Brussel, de Universiteitsbibliotheek te Gent, de Königliche Hof- und Staatsbibliothek te München, de Stadtbibliothek te Lübeck, de Stadtbibliothek te Keulen, de Universiteitsbibliotheek te Göttingen, het Museum Plantijn te Antwerpen, de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage en den ZeerEerwaarden Heer A. Schellekens, pastoor der St.-Barbarakerk te Breda, welke alle de voor deze uitgave benoodigde handschriften en oude drukken voor geruimen tijd te mijner beschikking stelden, alsmede aan het Bestuur der Universiteitsbibliotheek te Amsterdam, waar ik al die handschriften en boeken heb kunnen gebruiken.

Ook het geheele personeel der laatstgenoemde bibliotheek, dat door zijne voorkomende hulpvaardigheid het werken aldaar zoozeer veraangenaamt, mag ik hier niet vergeten.

Hun allen breng ik hiervoor mijn hartelijken dank, evenals aan het bestuur van de Koninklijke Teekenschool te Antwerpen, aan Zijne Hoogheid den Hertog van Aremberg te Brussel en aan Mrs. M.E. Christie Miller te Britwel, die welwillend vergund hebben, dat te mijnen behoeve de kostbare handschriften en boeken in hun bezit werden onderzocht, geëxcerpeerd en gedeeltelijk afgeschreven.

Grooten dank ben ik ook verschuldigd aan Prof. Dr. W. de Vreese te Gent, Prof. Dr. Ch. Lecoutere te Leuven en de heeren Rob. Proctor - die, helaas, dezen dank niet meer vernemen kan -, R.E. Graves te Ealing W. en A.E.H. Swaen, thans te Groningen, voor de vriendelijke hulpvaardigheid, waarmede zij die handschriften en boeken voor mij geraadpleegd hebben, die niet hierheen verzonden konden worden.

Prof. De Vreese heeft niet alleen voor mij eene nauwkeurige en herhaalde collatie gemaakt van het hs. van Plaijerwater en een afschrift van het fragment van den Somer ende van den Winter, maar heeft mij bovendien nog verplicht door menige belangrijke mededeeling uit zijne rijke kennis van handschriften, watermerken enz.

Maar boven allen heb ik Prof. Dr. J. Verdam te danken, die de vriendelijkheid had van alle vellen eene proef door te zien en mij

[pagina π8]
[p. π8]

zijne opmerkingen daarover mede te deelen. Hoeveel ik daaraan verplicht ben, zullen zij begrijpen, die de onbekrompen hulpvaardigheid van dezen geleerde kennen.

Nog velen zou ik kunnen noemen, wier vriendelijke hulp ik heb ondervonden, wanneer ik een beroep deed op hunne meerdere kennis. Ook al is hun naam niet altijd genoemd, waar ik van hunne mededeelingen gebruik maakte, toch mogen zij zich overtuigd houden van mijne erkentelijkheid.

En hiermede bied ik mijn werk den beoefenaars en vrienden der Middelnederlandsche letterkunde aan. Moge het slechts niet zooveel betoonde belangstelling onwaardig blijken!

 

P. LEENDERTZ Jr.

Amsterdam, 1907.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Een cluijte van plaijerwater

  • over Lippijn

  • over Gloriant

  • over Buskenblaser

  • over Lanseloet van Denemerken

  • over Die Hexe

  • over Drie daghe here

  • over Truwanten

  • over Vanden winter ende vanden somer

  • over Rubben

  • over Nu noch

  • over Mariken van Nieumeghen

  • over Die sevenste Bliscap van Onser Vrouwen

  • over Het Hulthemse handschrift

  • over Het spel vanden Heilighen sacramente vander Nyeuwervaert

  • over Spel van de V vroede en V dwaeze Maegden

  • over Tafelspeelken van twee personagen om up der drij conijnghen avond te spelen

  • over Tafelspeelken van twee personagien, eenen man ende een wijf, ghecleet up zij boerssche

  • over Een scoon spel van sainct Jooris

  • over Van den Somer en van den Winter