Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Middelnederlandsche dramatische poëzie (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Middelnederlandsche dramatische poëzie
Afbeelding van Middelnederlandsche dramatische poëzieToon afbeelding van titelpagina van Middelnederlandsche dramatische poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.06 MB)

Scans (38.55 MB)

XML (2.30 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Middelnederlandsche dramatische poëzie

(1907)–P. Leendertz (jr.)–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 132]
[p. 132]

(Ene sotte boerde ende ene goede sotternie).
(Truwanten).

 
(Die vrouwe).
 
Ga naar margenoot+Comt voert! den hals moeti breken,
105[regelnummer]
Dat dus langhe vasten mijn beesten.
 
Hebdi nu gheweest in feesten?
 
Comt voert! ons vrouwe moet u bedroeven!
 
De maerte.
 
Swicht, vrouwe! laet u ghenoeghen
 
Met dat ic desen bundel draghe.
110[regelnummer]
In ginc noit in ghenen daghe
 
Om voederinghe al dus verre.
 
Tonrecht sidi op mi erre,
 
Wat niesent en rustic mine voete.
 
Die vrouwe.
 
Ay hoere, dat men u berren moete!
115[regelnummer]
Wat quader trijpsac sidi!
 
De maerte.
 
Vrouwe, waer omme smitti miaant.
 
Sonder verdiente? dats mi leet.
 
Ramp moetti hebben in u sweet!aant.
 
In wil niet versproken sijn.
120[regelnummer]
Maer gheeft mi mijn gheldekijn,
 
Dat mi es worden suer ende swaer.
 
Die vrouwe.
 
Keren, hets een quaet jaer.
 
Al soude die duvel alles wouden,
 
Niet langher en willic u houden:
125[regelnummer]
Gaet weech, die duvel moet u geleiden!
 
De maerte.
 
Vrouwe, nu willic van u scheiden.
 
Nu hulpt god diet al verleent.
[pagina 133]
[p. 133]
 
Ende hoe saen benic verbeent,
 
Dat ic ute minen dienste dus scheide.
130[regelnummer]
Dat mi brueder Everaet seide,
 
Dunct mi dat ic nu bevinde.
 
Wanneer ic sinen tsau bekinde,aant.
 
Moetic met sire minnen dolen.
 
Ic moet noch gaen te sire scolen
135[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ende haesten mi ter clusen waert. -
 
Hoerdijt, brueder Everaet?
 
Nu benic hier, god gheefts mi vrome.
 
Die brueder.
 
Ay minneken, sijt groet willecome,
 
Nu willic van mijnre clusen scheiden.
140[regelnummer]
Achter lande salic u leiden
 
Ghelijc of ghi waert suster Lute.
 
Ic can soe menegerande clute,
 
Dies al die liede niet en weten.
 
De maerte.
 
Wat! brueder Everaet, sidi beseten?
145[regelnummer]
Wildi mi leren nu truwanten?
 
Die brueder.
 
Swijcht, minneken, bi allen santen,
 
Truwanten en es ghene pine.
 
Hout, doet ane dese slavine;
 
Ic soude u node qualijc raden,
150[regelnummer]
Want bider liever gods ghenaden,
 
Es int lant een goet morseel;
 
Wi selens hebben beide ons deel.
 
Oec sal menich edelen traen
 
Van wine doer ons stroetken gaen.
155[regelnummer]
Nu volghet mi, suster Lutgaert!
 
De maerte.
 
Gherne, brueder Everaet!
 
Die brueder.
 
Hulpt god, hoe moede siwi van gane!
 
Want te sente Jans te Latrane
 
Ende te Jherusalem ten heileghen grave
[pagina 134]
[p. 134]
160[regelnummer]
Hebben wi gheweest vele droever dage.
 
Moeten wi doghen in alder tijt?
 
Ay, dat ghi werden moet verblijdt,
 
Wilt mi ende suster Luten gheven
 
Van uwen goede, daer wi bi leven.
165[regelnummer]
Brinct ons iet leckers in onse caken,
 
Want gerne waren wi te ghemake.
 
Ghelaten hebben wi alle pine
 
Ende meinen voert truwante te sine.
 
Ga naar margenoot+Het hulpt ons alte wel dlorinen.
170[regelnummer]
Men vinter noch, die node pinen,
 
Want wi hebben vele ghesellen
 
Beide in clusen ende in sellen,
 
Die de werelt quantsijs begheven;
 
Maer ginghese vollen ofte weven,
175[regelnummer]
Si souden bat met selken saken
 
Gode onsen here ghenaken.
 
Maer swesters, baghinen, lollaerde,
 
Si sijn alsoe loei van aerde,
 
Datse qualijc pinen moghen,
180[regelnummer]
Maer si drinken wel grote toghen,
 
Als sire connen ane gheraken.
 
Hier met willicx een inde maken,
 
Want ic wel te vele mocht spreken.
 
Die wel doet, en derf ghenen wisch uutsteken.
 
Die duvel.
185[regelnummer]
Hoert, ghi heren over al,
 
Ic hebbe bracht inden val
 
Desen brueder met minen treken:
 
Sine heilicheit heeft hi nu besceten.
 
Al draechti nu grau abijt,
190[regelnummer]
Het sal noch comen wel den tijt,
 
Dat hi rekeninghe doen sal,
 
Ende sijn brueders groet en smal,
 
Die dus truwanten achter lande
 
Ende eten der lieden sonden ende scande;aant.
195[regelnummer]
Dies selen si noch voren singhen
 
Ende in minen ketel springhen.
 
Nota .c.xcvj. v.
[tekstkritische noot]126. schiden

margenoot+
235a
[tekstkritische noot]199. scheiden - 157. Die brueder ontbr. - 159. Jhrlm
margenoot+
235b
[tekstkritische noot]191. rekenighe
margenoot+
235c

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Een cluijte van plaijerwater

  • over Lippijn

  • over Gloriant

  • over Buskenblaser

  • over Lanseloet van Denemerken

  • over Die Hexe

  • over Drie daghe here

  • over Truwanten

  • over Vanden winter ende vanden somer

  • over Rubben

  • over Nu noch

  • over Mariken van Nieumeghen

  • over Die sevenste Bliscap van Onser Vrouwen

  • over Het Hulthemse handschrift

  • over Het spel vanden Heilighen sacramente vander Nyeuwervaert

  • over Spel van de V vroede en V dwaeze Maegden

  • over Tafelspeelken van twee personagen om up der drij conijnghen avond te spelen

  • over Tafelspeelken van twee personagien, eenen man ende een wijf, ghecleet up zij boerssche

  • over Een scoon spel van sainct Jooris

  • over Van den Somer en van den Winter


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Truwanten