Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Dye hystorien ende fabulen van Esopus
Toon afbeeldingen van Dye hystorien ende fabulen van Esopuszoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23,04 MB)

ebook (27,60 MB)

XML (0,82 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Rijns



Genre

proza

Subgenre

fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dye hystorien ende fabulen van Esopus

(2013)–Gheraert Leeu–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[Folio e4v]
[fol. e4v]

§ (6) Die seste fabule is vanden leeuwe. vander Coe. vander gheyten | ende vanden scape. dye ons leert twoirt dat men ghemeynlijc- | ken seyt dattet niet goet en is met heeren pruymen oft kersen eten | Oick mede dattet niet goet en is dat een arm mensche metten | [5] rijcken machteghen eeneghe deel oft deylinghe hebbe Waer | af dat esopus vertelt eene fabule aldus |



illustratie

DIe coe die gheyte ende dat scaep ghinghen op een tijt te samen iaghen met | ten leeuwe ende vinghen eenen hert Ende alst quam dat sij souden deylen seyde die | leeu totten anderen Mijn heeren ende lieue vrienden ghij sult weten dat dat eerste | [10] deel mij alleene toebehoort ouermits dat ic ben een heere Dat ander ouermits | dat ick ben die starcste Dat derde ouermits dat ick snellijcker dan ghij gheloopen | hebbe Ende die hem vermeten wille te tasten aen tvierde sal mijn doot vyant we- | sen Ende in deser manyeren soe nam hij dat gheheel hert nae hem alleene Ende hier | omme soe bewijst ons dese fabule dat die arme scaemel luyden hem metten rijc | [15] ken machtegen niet versellen en sullen want die machteghe den armen nem- | mermeer ghetrouwe en is. |


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken