Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dye hystorien ende fabulen van Esopus (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dye hystorien ende fabulen van Esopus
Afbeelding van Dye hystorien ende fabulen van EsopusToon afbeelding van titelpagina van Dye hystorien ende fabulen van Esopus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.04 MB)

ebook (27.60 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Rijns



Genre

proza

Subgenre

fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dye hystorien ende fabulen van Esopus

(2013)–Gheraert Leeu–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§ (41) Hier beghint dat derde boeck van die subtijle fabulen van Ezopus Die eerste | fabule is vanden leeu ende vanden herde die leert Dat die machtighe ende rijcke en | sullen niet ondancbaer wesen van die weldaden die si van cleyne ende scamele luyden | [20] ontfanghen hebben Ende en sullen niet vergheten die cleyne luyden daer af te lonen | Waer af dat Ezopus vertelt eene aldusdanighe fabule |



illustratie

HEt was een leeu die nae eenre beesten loopende was ende in dat loopen so | liep hij eenen doorne in sine voeten. die welcke hem te[mael seer quet]sedeGa naar voetnoot182 | ende die wonde die veruuylde also in hem dat hi niet meer wanderen en mochte.

[Folio B5v]
[fol. B5v]

Dit gheuoelende die leeuwe quam tot enen herde die sine Scapen daer omtrent | was hoedende den welcke hij begonste vrienscap te doen met sinen stertte hem | toonende den voet die ghequetst was Ende als die herde dit sach soe was hij | vtermaten zeer veruaert ende werp den leeu toe een scaep op dat hij hem also | [5] quijt werden mochte Mer die leeu en begheerde gheen eten. mer meer gheme- | dicyneert ende ghenesen te werden van sinen voete Ende als die herde die quet- | suere sach so toech hij den doorne met eender naelden subtijlijcken wt den voe | te ende werp daer wt die veruuylnisse zaluende sijn wonde Ende ter stont daer | na als die leeuwe ghenesen was Ende die leeu om te dancken den herde van- | [10] der duechden die hi hem ghedaen ende bewesen hadde soe custede hij sijn han | den Ende ghinck weder omme int bosch sijnre vaerden. Cortelijcken daer nae | soe ghebuerdet dat dese selue leeuwe gheuanghen wert ende ghebracht te roe | men ende wert gheset by den anderen beesten om die ouerdadighe menschen | te verslijnden Ende het gebuerde dat dese herde een misdaet bedreuen hadde | [15] waer om dat hij veroerdelt wert om van dese beesten verschoert ende verssondenGa naar voetnoot183 | te werden Ende als hij onder die beesten gheworpen wert Soe wert hem die | voerghenoemde leeu kennende Ende beschermde hem vanden anderen beesten | ende begonde hem met sinen sterte groote vrienscap te doen hem leckende ende | bewarende dat hij vanden anderen fellen dyeren niet verschoort en werde Dit | [20] siende die herde soe bekennede hij dattet was die leeuwe die hij inden bossche | ghenesen hadde Die welcke hem loonen wilde van dat goet dat hi hem tot an- | deren tyden ghedaen hadde Waer af dat die romeynen zeer verwondert wa- | ren ende wilden weten hier af die sake wattet beduyden mochte Ende die her | de verteldet hem als vore ghescreuen staet waer om si doe den herde die mys- | [25] daet vergheuende vry ende los tot sinen huyse lieten gaen Ende den leeuwe | weder om inden bossche Ende hier om eest kenlijcken dat alle menschen danc- | baer sullen wesen ende goet doen den ghenen daer hem duecht eer ende goet | af ghebuert is gheweest Want ondancbaerheyt is eene sonde die den almach- | tighen god te mael zeer mishaghende is |

voetnoot182
Tekst onleesbaar door inktvlekken. De tekst is vergeleken met de druk uit Darmstadt: ‘te mael seer quetsede’.
voetnoot183
verssonden lees:verslonden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken