Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ik en mijn speelman (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ik en mijn speelman
Afbeelding van Ik en mijn speelmanToon afbeelding van titelpagina van Ik en mijn speelman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.95 MB)

Scans (10.70 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ik en mijn speelman

(1927)–Aart van der Leeuw–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 105]
[p. 105]

Twee-en-twintigste hoofdstuk
Een bulging voor den koning, en ons afscheid van Tiberius.

Het frissche, koele groen en de dauw, welke beurtelings purperen en blauwe juweelen aan de halmen gehecht heeft. Dan rijst de zon op, die in een oogenblik dat laatste sieraad van den nacht doet verdwijnen en ons zijn verwatenheid in het gezicht schijnt.

Ik zelf loop van de vechtpartij na te genieten, als een kwajongen, die met een gehavend wambuis naar huis sluipt. In mijn gedachten vervolmaak ik de slagen, de stooten, en het spijt me alleen maar, dat ze nog niet een beetje beslissender uit zijn gevallen.

Immers, hoe dikwijls heb ik het niet hooren verzekeren, dat een vijand, dien je uit de wereld hebt geholpen, je heel wat meer baat brengt dan een vriend, dien je gewonnen hebt.

Zwijgend gaan we verder, en het lood van twee doorwaakte nachten weegt mij in de schoenen, mat mij af.

Bij een sappig elzenboschje vleien wij ons neder, en terwijl Valentijn brood met ham uit zijn knapzak aan den dag toovert, mompelt hij:

‘Als ik bij een poging tot doodslag nog de misdaad

[pagina 106]
[p. 106]

van diefstal gevoegd heb, is dit voornamelijk ten behoeve van dezen heldhaftigste en tegelijk hongerigste der drie vrienden geschied.

En voordat wij zelve beginnen te eten, geeft hij Tiberius het beste deel.

Na den maaltijd strekken wij ons uit. Tiberius draait zich een nest in de bladeren, wij schudden wat mos op als kussen.

Een oogenblik later wandel ik met mevrouw de Soubise langs de buksboomhagen van een statigen tuin. Als wij op de plaats zijn gekomen, waar het marmer van een godenbeeld zich in het bekken van een vijver weerspiegelt, en wij den man zijn genaderd, die op een stok van jaspis leunend naar het parelen van de springbron staart, stelt ze mij voor aan den koning. De linkerhand aan de borst gedrukt, en met de rechter mijn steek zwaaiend, zoodat zijn pluimen door het stof vegen, maak ik mijn buiging. En hij, die de zon is der volkeren, knikt mij toe.

Bitter teleurgesteld word ik wakker, een gloeienden band om de slapen en een smaak als van asch op de tong.

Valentijn, die midden op het pad staat uit te kijken, roept mij toe:

‘De hond is weg.’

Hij fluit op zijn vingers. Maar in de stilte, die volgt, hooren wij niets dan de stem van een meisje, dat, naar

[pagina 107]
[p. 107]

den jubelenden toon van haar liedje te oordeelen, zeker ijverig aan den arbeid is, en ergens in de nabijheid een schot van een jager blijkbaar, die een haasje in een koolland heeft ontdekt.

‘Het geeft niet om langer te wachten,’ zegt nu mijn makker, ‘hij vindt ons nog wel.’

Echter eerst nog roept hij, en een echo antwoordt, driemaal luid:

‘Tiberius!’

Een geruisch in de bladeren, een jankend dier op ons toehinkend, dat het achterlijf na zich sleept en een dik bloedspoor op het grijze, droge zand van den landweg afteekent. In de uiterste inspanning van het laatste wat hem aan kracht nog is gebleven, struikelt hij nader, omdat zijn meester hem geroepen heeft.

Ik verroer mij niet, een machtelooze droefheid bekruipt me en snoert me de keel dicht. In de weinige jaren, die ik geleefd heb, is dit de eerste maal, dat ik tegenover het onherroepelijke gesteld word, dat de erbarminglooze aanklopt met zijn vingerknokkel, en ik den dood in het gelaat zie.

Valentijn knielt neer; Tiberius legt den kop op zijn knieën. Een tong komt te voorschijn en likt de zacht streelende hand. Dan strekt hij zich, na zwakjes met den staart te hebben gekwispeld, in de zon uit en beweegt zich niet meer.

‘Zien wat gebeurd is,’ roep ik ademloos.

[pagina 108]
[p. 108]

Wij volgen het bloedspoor. En als wij door de heesters heengedrongen zijn, raapt Valentijn een kanten das van den grond op. Ze blijkt gescheurd en stuk gereten. Wij herkennen ze beiden.

‘Achter den man aan,’ schreeuw ik met een rood gezicht. En ik zet het op een loopen, meer nog om de plek van mijn schrik en mijn afschuw te ontvluchten, dan in de hoop mijn vijand te vatten. Maar Valentijn grijpt me driftig bij de mouw vast en bijt me toe, dat er eerst nog iets noodigers voor ons te doen is.

We keeren terug, waar Tiberius grauw en onaanzienlijk onder een wolk van dansende vliegen op de naakte baar van den stoffigen grond uitgestrekt ligt. We zoeken een plaats uit, waar de aarde weeker is. We buigen voorover, en met de handen hollen we een grafkuil uit. Dan tillen we den hond op, Valentijn den kop steunend en ik hem bij de achterpooten dragend, en leggen hem voorzichtig neer. Waarna we hem als in een bed toedekken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken