Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Appelmoesstraat is anders (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Appelmoesstraat is anders
Afbeelding van De Appelmoesstraat is andersToon afbeelding van titelpagina van De Appelmoesstraat is anders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.37 MB)

XML (0.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Appelmoesstraat is anders

(1978)–Joke van Leeuwen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 4]
[p. 4]

[De Appelmoesstraat is anders]

Dit is de Appelmoesstraat.

Het is maar een klein straatje.

Er staan vijf huizen, netjes op een rijtje.

Ze zien er precies hetzelfde uit.

[pagina 5]
[p. 5]

Toch zijn er drie verschillen.

Zie jij ze?



illustratie

[pagina 6]
[p. 6]


illustratie

In het eerste huis woont meneer Doppertje.

Die zegt nooit ‘dag’ of ‘hallo’ of zo iets,

die roept altijd ‘Boe’.

Hij probeert je bang te maken,

want dat vindt hij leuk.



illustratie

[pagina 7]
[p. 7]


illustratie

Dan zegt hij opeens: ‘Ik ben het maar, hoor,’

en gaat hij heel hard lachen,

zó hard

dat je écht een beetje bang wordt.



illustratie

[pagina 8]
[p. 8]


illustratie

In het tweede huis woont familie Musseknus

met vier honden en twee poezen

en een schildpad.

Nu is het huis zo vol, dat er eigenlijk

niemand meer bij kan.

Jij ook niet.



illustratie

[pagina 9]
[p. 9]


illustratie

Dat is jammer,

want het is best gezellig

met vier honden en twee poezen

en een schildpad

in je huis.



illustratie

[pagina 10]
[p. 10]


illustratie

In het derde huis woont mevrouw Diertje.

Die is vreselijk slordig.

Ze wil wel opruimen,

maar ze wil eerst haar bril vinden,

want als ze haar bril niet heeft

ziet ze niet goed

hoe ze moet opruimen,

[pagina 11]
[p. 11]


illustratie

maar als ze niet opruimt

vindt ze haar bril niet.

 

Help maar even:

waar is haar bril?



illustratie

[pagina 12]
[p. 12]


illustratie

In het vierde huis woont Mientje Melk

met haar vader en moeder.

Mientje kan heel goed rugzwemmen.

Ze heeft twee zilveren bekers met

gouden randjes gewonnen.

Maar haar vader en moeder willen

dat ze het allerbeste van allemaal

kan rugzwemmen.

Daarom oefenen ze elke dag in het zwembad.



illustratie

[pagina 13]
[p. 13]


illustratie

Als er bezoek is, zegt mevrouw Melk:

‘Mientje, laat je zilveren bekers met

gouden randjes eens zien.

Onze Mientje kan namelijk

heel goed rugzwemmen

maar nog niet

het allerbeste van allemaal.’



illustratie

[pagina 14]
[p. 14]

In het vijfde huis woont niemand,

[pagina 15]
[p. 15]

maar dat zal niet lang meer duren...

[pagina 16-17]
[p. 16-17]

Welk weggetje gaat naar de Appelmoesstraat?



illustratie

[pagina 18]
[p. 18]


illustratie

Daar komt iemand aan

met een kar vol spulletjes.

‘Dag,’ zegt ze, ‘ik kom hier wonen,

ik ben Mierendella van Malen tot Mosterdsaus,

maar zeg maar Miep

of mevrouw Miep

maar niet tante Miep

want ik ben je tante niet.’

[pagina 19]
[p. 19]


illustratie

Ze heeft van alles bij zich:

een grote witte vogel die Vis heet,

planken,

een plant met een moeilijke naam:

Filomena Fleureflora Fantasia,

en nog veel meer.

 

Appels, dat begint met een a,

een boek en een bad, dat begint met een b,

de citroen met een c en de doos met een d.

Kun je zo doorgaan tot de z van zaag?



illustratie

[pagina 20]
[p. 20]


illustratie

Ze stopt voor het vijfde huis

en brengt haar spulletjes naar binnen:

de grote witte vogel die Vis heet,

en het bad



illustratie

[pagina 21]
[p. 21]


illustratie

en de plant met de moeilijke naam

(Filomena Fleureflora Fantasia),

alles,

behalve de planken,

want daar bouwt ze een schutting van.



illustratie

[pagina 22]
[p. 22]


illustratie

Ze bouwt zo'n hoge schutting

dat je niet meer kunt zien

wat ze aan het doen is.

Maar je kunt haar wel horen:

ze timmert en zaagt

en zingt liedjes van tiddeldie en o-beebie-jes

en soms roept ze ‘AU’

maar als je vraagt ‘Wat is er?’

dan roept ze ‘O, niks!’

[pagina 23]
[p. 23]


illustratie

Wat staat er op de schutting?

Als je de letters overtrekt

volgens de nummers 1 tot 9

dan kun je het lezen.

 

Ze is uuuren bezig

maar dan zegt ze opeens:

‘Ziezo, dat is dat.’

Ze haalt de schutting weer weg.

Nu kun je zien wat ze gedaan heeft.



illustratie

[pagina 24]
[p. 24]


illustratie

[pagina 25]
[p. 25]


illustratie

‘Zo is het helemaal naar mijn zin,’

zegt Miep

(die eigenlijk

Mierendella van Malen tot Mosterdsaus heet),

‘komen jullie nu maar langs

voor een kopje thee

of zo

dan kun je zien

hoe mooi mijn huis is.’

 

Kijk, daar komt al iemand.



illustratie

[pagina 26]
[p. 26]


illustratie

Het is meneer Doppertje.

‘Boe,’ zegt hij.

‘Je lijkt wel een koe,’ zegt Miep.

‘O mevrouw Miep,’ zegt meneer Doppertje,

‘ik wil mijn huis ook anders maken,

het moet een griezelhuis worden

waar iedereen bang van is.

Wil je me helpen?’

‘Nou goed dan, omdat jij het bent,’

zegt Miep.



illustratie

[pagina 27]
[p. 27]


illustratie

Ze zetten een bord

voor het huis van meneer Doppertje.

Boe staat erop.

Nu durft niemand dichtbij te komen

om te kijken wat ze doen.

Ze zijn uuuren bezig

maar dan zegt Miep opeens:

‘Ziezo, dat is dat.’

Nu ziet het huis van meneer Doppertje er zo uit:



illustratie

[pagina 28]
[p. 28]


illustratie

[pagina 29]
[p. 29]


illustratie

‘Is het zo naar je zin?’ vraagt Miep.

‘Ja,’ zegt meneer Doppertje,

‘maar

misschien durft nu niemand meer

bij me thuis te komen.’

‘Dat is dan jammer,’ zegt Miep.



illustratie

[pagina 30]
[p. 30]


illustratie

Meneer Musseknus is de tweede

die even langs komt.

‘O mevrouw Miep,’ zegt hij,

‘wij willen ons huis ook anders maken,

wij hebben vier honden en twee poezen

en een schildpad,

er is veel te weinig plaats.

Wil je ons helpen?’

‘Nou goed dan, omdat jij het bent,’

zegt Miep.



illustratie

[pagina 31]
[p. 31]


illustratie

Het wordt avond.

Alles wordt donker.

Daarom kan niemand meer zien

wat ze doen.

Ze zijn uuuren bezig

maar dan zegt Miep opeens:

‘Ziezo, dat is dat.’

Als het weer licht wordt, kun je zien

hoe het huis van familie Musseknus eruitziet.

[pagina 32]
[p. 32]


illustratie

[pagina 33]
[p. 33]


illustratie

‘Is het naar jullie zin?’ vraagt Miep.

‘Ja,’ zegt mevrouw Musseknus,

‘maar

nu kunnen we niet meer door de voordeur.’

‘Dat is dan jammer,’ zegt Miep.



illustratie

[pagina 34]
[p. 34]


illustratie

Mevrouw Diertje is de derde

die even langs komt.

‘O mevrouw hoe-heet-je-ook-alweer,’ zegt ze,

‘het is zo'n rommel bij me thuis

en ik weet niet

hoe ik het weer netjes moet maken.

Wil je me helpen?’

‘Nou goed dan, omdat jij het bent,’

zegt Miep.



illustratie

[pagina 35]
[p. 35]


illustratie

Ze gooien alle spulletjes naar buiten.

Het wordt zo'n hoge berg

dat je niet meer kunt zien wat erachter gebeurt.

Ze zijn uuuren bezig

maar dan zegt Miep opeens:

‘Ziezo, dat is dat.’

Ze ruimen alle spulletjes weer op.

Nu ziet het huis van mevrouw Diertje er zo uit:



illustratie

[pagina 36]
[p. 36]


illustratie

[pagina 37]
[p. 37]


illustratie

‘Is het naar je zin?’ vraagt Miep.

‘Ja,’ zegt mevrouw Diertje,

‘maar

nu kan ik niet meer door de ramen kijken.’

‘Dat is dan jammer,’ zegt Miep.



illustratie

[pagina 38]
[p. 38]


illustratie

Mevrouw Melk is de vierde

die even langs komt.

Ze heeft Mientje meegenomen

en Mientje heeft de zilveren bekers

met gouden randjes meegenomen.

‘Laat ze eens zien aan tante Miep,’ zegt mevrouw Melk.

Dan zegt ze: ‘We willen ons huis ook anders maken

zodat Mientje vaker kan rugzwemmen.

Anders wordt ze nooit de allerbeste van allemaal.

Wil je ons helpen?’

‘Nou goed dan, omdat jij het bent,’

zegt Miep.



illustratie

[pagina 39]
[p. 39]


illustratie

Ze draaien alle kranen open.

Er ligt een grote plas water op de stoep.

Daarom kan niemand dichtbij komen

om te kijken wat ze doen.

Ze zijn uuuren bezig

maar dan zegt Miep opeens:

‘Ziezo, dat is dat.’

Als het water op de stoep is opgedroogd

kun je zien wat ze gedaan hebben.



illustratie

[pagina 40]
[p. 40]


illustratie

[pagina 41]
[p. 41]


illustratie

‘Is het naar jullie zin?’ vraagt Miep.

‘Ja,’ zegt Mientje,

‘maar

ik heb een vriendinnetje

dat niet kan zwemmen.’

‘Dat is dan jammer,’ zegt Miep.



illustratie

[pagina 42]
[p. 42]


illustratie

Nu komt er niemand meer

even langs.

Miep is moe,

poe poe wat is ze moe.

‘Nu heb ik wel genoeg huizen anders gemaakt,’

denkt ze.

Dan valt ze in slaap

op haar balkonnetje.

Ze slaapt uuurenlang

en droomt zeven dromen achter elkaar

die ze allemaal weer vergeet.



illustratie

[pagina 43]
[p. 43]


illustratie

Ze wordt wakker gemaakt

door geluiden

die van de straat komen.

Ze kan haar ogen wel dichthouden

maar haar oren niet.

‘Wat is er nou toch aan de hand?’

denkt ze.



illustratie

[pagina 44]
[p. 44]


illustratie

Er staan een heleboel mensen op haar stoep.

Ze willen allemaal hun huis anders maken.

Er is een dikke meneer bij

die alles te smal vindt

en een lange meneer

die alles te laag vindt

en een deftige meneer

die alles te gewoon vindt

en een vuile jongen

die alles te netjes vindt

[pagina 45]
[p. 45]


illustratie

en een barones

die een huis met torentjes wil

en twee kinderen

die glijbanen willen in plaats van trappen

en een verlegen mevrouw

die een huis vol wegkruip-hoekjes wil

en een luie meneer

die een huis vol zachte matrassen wil

en een mevrouw

die van haar huis een vogelkooi wil maken

en nog een paar mensen, maar ik weet niet

wat die willen.



illustratie

[pagina 46]
[p. 46]


illustratie

‘O nee,’ denkt Miep.

‘Dat zijn veel te veel mensen,

en ik ben veel te moe.’

Eerst probeert ze zich te verstoppen

maar dat lukt niet zo goed.

Dan, als niemand kijkt



illustratie

[pagina 47]
[p. 47]

glijdt ze gauw van de bladzij af

en verstopt zich in de boekenkast.



illustratie

[pagina 48]
[p. 48]


illustratie

Nu staan al die mensen

nog steeds te wachten.

 

Of toch niet allemaal?

Is er al iemand weggegaan?

[pagina 49]
[p. 49]


illustratie

Dus als je toevallig eens

door de Appelmoesstraat loopt

en je ziet al die mensen staan,

zeg je dan even

dat Miep niet thuis is?

En als ze dan vragen

of jíj ze wilt helpen...



illustratie

[pagina 50]
[p. 50]

maak dan maar een tekening voor ze

van een dikke-mensen-huis

en een lange-mensen-huis

en een deftige-mensen-huis

en een vuile-kinderen-huis

en een torentjes-huis

en een glijbanen-huis

en een wegkruiphoekjes-huis

en een luie-matrassen-huis

en een vogelkooien-huis

 

en vraag dan ook maar even aan die andere mensen

wat ze willen.



illustratie

[pagina 51]
[p. 51]


illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken