Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de brieven. Deel 8: 1688-1692 (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de brieven. Deel 8: 1688-1692
Afbeelding van Alle de brieven. Deel 8: 1688-1692Toon afbeelding van titelpagina van Alle de brieven. Deel 8: 1688-1692

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.68 MB)

XML (1.26 MB)

tekstbestand






Editeur

J.J. Swart



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de brieven. Deel 8: 1688-1692

(1967)–Anthoni van Leeuwenhoek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina t.o. IV]
[p. t.o. IV]


illustratie
Titelplaat van: ‘Catalogus van het vermaarde cabinet van vergrootglazen,.... nagelaten door wylen den Heer antony van leeuwenhoek,.... Welke verkogt zullen worden op Maandag den 29. Mey 1747, binnen de Stad Delft,....’ - Brief 113 [66], van 12 januari 1689, blz. 88.
Frontispiece of: ‘Catalogus Rarissimorum & Exquisitissimorum Microscopiorum, .... anthonius a leeuwenhoek,.... Quaeque vendentur Delfis, Die Lunae 19 Maji 1747,....’ - Letter 113 [66], of 12th January, 1689, p. 89.


[pagina V]
[p. V]

Voorwoord voor Deel VIII
Preface to Vol. VIII

[pagina VI]
[p. VI]

Voorwoord

Slechts weinig méér dan de voorgenomen tijd na het verschijnen van Deel 7 van ‘Alle de Brieven van Antoni van Leeuwenhoek’ ligt Deel 8 voor de lezer op tafel. Het omvat de brieven 110 tot en met 119, geschreven tussen 7 september 1688 tot en met 7 maart 1692, omvattende dus een periode van juist drie en half jaar. Van de tien opgenomen brieven zijn er zeven door Leeuwenhoek zelf van nummers voorzien: zijn nummers 65 tot en met 71. De overige zijn zg. tussenbrieven, die door Leeuwenhoek, zonder nummering, aan verschillende geleerden uit zijn tijd zijn toegezonden. Hieronder verdient in het bijzonder de brief aan Magliabechi, van 18 september 1691, ons nummer 115, de aandacht. Men vindt er een verscheidenheid van onderwerpen in aangeroerd, evenals de vermelding van een vrij groot aantal personen uit Leeuwenhoek's tijd.

Brief 110 (65) geniet algemene bekendheid. Het is de reeds meermalen gepubliceerde brief over Leeuwenhoek's waarnemingen over de bloedsomloop. Hem ontging immers reeds toen niet de overgang van het arteriële bloed naar het veneuze stelsel door de capillairen. Zijn object van waarneming was de larve van de kikvors en hij heeft, zoals ‘sijn ordinair is’ niet verzuimd de ontwikkelingsstadia van het ei tot het ‘donderpadje’ en tot de kikvors daarbij nauwkeurig te observeren en te beschrijven.

Brief 113 (66) handelt wezenlijk over hetzelfde onderwerp, de bloedcirculatie, maar nu bij verschillende andere dieren. De zg. ‘aalkijker’ wordt in deze brief uitvoerig beschreven en uiteraard is de bloedsomloop in de staart van een aal bijzonder voorwerp van studie, al heeft hij er in voorafgaande brieven reeds aandacht aan besteed.

Brief 114 (67) gaat over de mechanische en hydrostatische problemen, die de bloedsomloop biedt. Leeuwenhoek wijdt hierin ook alle aandacht aan de bloedcirculatie van hogere dieren, in het bijzonder van de vleermuis.

Brief 119 (71) is gewijd aan de levenscyclus van de korenmot; op basis van het fundamentele onderzoek ontwerpt hij hierin niet alleen een stelsel om dit schadelijke insekt te bestrijden, maar ook beschrijft hij een daarmee genomen proef.

Tot zover over de (globale) inhoud der brieven van Deel 8. Van alle opgenomen Leeuwenhoek-nummers was het manuscript wederom aanwezig in de archieven van de Royal Society te Londen, zodat deze originele stukken zonder uitzondering de basis voor de bewerking zijn geweest. Onveranderd en onvermoeid heeft Dr. B.C. Damsteegt de Nederlandse taalkundige bewerking verzorgd. De heer E. van Loo verrichtte wederom de vertaling in het Engels. Men kan niet dankbaar genoeg zijn voor hun bereidheid deze essentiële grondslagen van de langdurige bewerking van ‘Alle de Brieven’ bij voortduring te

[pagina VII]
[p. VII]

Preface

Only slightly later than the planned time after the appearance of Volume 7 of ‘The Collected Letters of Antoni van Leeuwenhoek’, Volume 8 is presented to the reader. It contains the letters 110 up to 119 inclusive, written between 7 September, 1688 and 7 March, 1962 inclusive, thus covering a period of just three and a half years. Out of the ten letters included, seven were numbered by Leeuwenhoek himself: his numbers 65 up to 71 inclusive. The others are so-called intermediate letters, which were sent by Leeuwenhoek, without numeration, to several scholars of his time. Among these it is in particular the letter to Magliabechi of 18 September, 1691, our no. 115, which deserves attention. A variety of subjects are touched upon, and a fairly large number of contemporaries of Leeuwenhoek are mentioned.

Letter 110 (65) is widely known. It is the repeatedly published letter on Leeuwenhoek's observations about the circulation of the blood. In fact, already at that time the passage of the arterial blood to the venous system via the capillaries did not escape his notice. His object of observation was the larva of the frog, and as ‘is his custom’, he did not fail to observe and describe accurately the stages in the development from the egg to the tadpole and to the frog.

Letter 113 (66) essentially deals with the same subject, the circulation of the blood, but this time in various other animals. The so-called eelspy-glass is described at length in this letter, and of course the circulation of the blood in the tail of an eel forms a special subject of study, although he had already devoted attention to it in preceding letters.

Letter 114 (67) deals with the mechanical and hydrostatic problems involved in the circulation of the blood. Leeuwenhoek here also devotes much attention to the circulation of the blood of higher animals, in particular that of the bat.

Letter 119 (71) is devoted to the life cycle of the corn-moth; on the basis of the fundamental investigation not only does he devise a system for combating this noxious incset, but he also describes an experiment performed with it.

So far about the (broad) contents of the letters of Volume 8. Of all the Leeuwenhoek-numbers included, the manuscript again was present in the archives of the Royal Society in London, so that these original documents without exception formed the basis for the preparation. As usual, Dr. B.C. Damsteegt untiringly saw to the Dutch linguistic preparation of the next. Mr. E. van Loo again translated it into Englisch. The Commission cannot be grateful enough for their willingness to continue to lay these essential foundations of protracted preparation of ‘The Collected Letters’. The unity of the work is considerably promoted by it. We owe no less a debt of gratitude to

[pagina VIII]
[p. VIII]

willen verzorgen. De eenheid in het werk wordt er aanzienlijk door bevorderd. Niet minder dankbaar zijn wij voor de revisie van de Engelse tekst door Prof. Dr. Hugh Nicol. Ook door zijn voortdurende waakzaamheid over het juiste gebruik van het Engels, dat de vaak moeilijk weer te geven gedachtewendingen van Leeuwenhoek moet volgen, zijn wij zeer erkentelijk.

De vele deskundigen die heden ten dage geraadpleegd moesten worden om Leeuwenhoek's versatiele belangstelling te plaatsen in het kader van de hedendaagse kennis hebben wederom met grote bereidwilligheid medewerking verleend. Men vindt hun namen in de lijst van medewerkers vermeld.

Dr. J.J. Swart had op de gebruikelijke wijze de redactie in handen. In een haastige en daardoor vaak tot oppervlakkigheid geneigde samenleving is het niet eenvoudig inhoud en technische uitvoering op peil te houden en daarbij al te ernstige vertragingen te voorkomen. Het nu gereedgekomen deel moge het resultaat demonsteren.

In de financiële mogelijkheden kwam geen wijziging. Het waren wederom de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en het Hendrik Muller's Vaderlands Fonds, die de geldelijke onderbouw leverden. Zij weten zich verzekerd van de dank der Leeuwenhoek-commissie en indirect van degenen, die prijsstellen op bezit en studie van de serie van ‘Alle de Brieven van Antoni van Leeuwenhoek’.

 

De Commissie werd in 1965 aangevuld met Prof. Dr. J. Dankmeyer, zodat de Commissie er in haar huidige samenstelling als volgt uitziet:

Prof. Dr. H.W. Julius, voorzitter,
Prof. Dr. F. Verdoorn, secretaris-penningmeester,
Prof. Dr. J. Dankmeyer, lid,
Prof. Dr. H. Engel, lid,
Prof. Dr. G.C. Heringa, lid,
Prof. Dr. R. Hooykaas, lid,
Prof. Dr. W.K.H. Karstens, lid,
Prof. Dr. J. Lanjouw, lid,
Prof. Dr. G.A. Lindeboom, lid,
Prof. Dr. J.R. Prakken, lid,
Mej. Dr. M. Rooseboom, lid,
Dr. A. Schierbeek, lid,
Dr. W.H. van Seters, lid,
Redacteur: Dr. J.J. Swart.  

H.W. Julius.

[pagina IX]
[p. IX]

Prof. Dr. Hugh Nicol for the revision of the Englisch text. We are very thankful for his constant watchfulness over the correct use of the Englisch language, which has to follow Leeuwenhoek's turns of thought, which are often difficult to render.

The numerous experts who had to be consulted at present in order to place Leeuwenhoek's versatile interests within the framework of present-day knowledge again gave their collaboration very willingly. Their names are mentioned in the list of co-workers.

Dr. J.J. Swart edited the work in the usual way. In a hurried society, often inclined to superficiality, it is not a simple matter to keep the contents and the technical production up to the mark, preventing at the same time serious delay. The volume now completed demonstrates the result.

The financial possibilities have not undergone any change. It was again the Koninklijke Akademie van Wetenschappen, the Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, and the Hendrik Mullers's Vaderlands Fonds which provided the financial basis. They may rest assured of the thanks of the Leeuwenhoek-commission, and indirectly of those who desire to possess and study the series of ‘The Collected Letters of Antoni van Leeuwenhoek’.

 

In 1965 Prof. Dr. J. Dankmeyer was added to the Commission, so that it is now composed as follows:

Prof. Dr. H.W. Julius, chairman,
Prof. Dr. F. Verdoorn, secretary and treasurer,
Prof. Dr. J. Dankmeyer, member,
Prof. Dr. H. Engel, member,
Prof. Dr. G.C. Heringa, member,
Prof. Dr. R. Hooykaas, member,
Prof. Dr. W.K.H. Karstens, member,
Prof. Dr. J. Lanjouw, member,
Prof. Dr. G.A. Lindeboom, member,
Prof. Dr. J.R. Prakken, member,
Miss Dr. M. Rooseboom, member,
Dr. A. Schierbeek, member,
Dr. W.H. van Seters, member.
Editor: Dr. J.J. Swart.  

H.W. Julius


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken