Alle de brieven. Deel 8: 1688-1692

[p. 358]

Naam- en zaakkegister¹⁾.

A.

Aalkijker, bouw 80, 92.

Aambeelt 82, 242.

Aas, swaarte 292.

*Accademia del Cimento 200

Aderen, carper 106.

Aderen, kikvors 12, 28-36.

Adertak 102, 146.

Ael 68-80, 90-94, 134-136, 184-186.

Ael bloedvaten 68, 72

Ael *borstvin 70.

Ael circulatie bloet 68-78.

Ael hert 72, 134.

Ael hooft 76, 90.

Ael huidslijm 94.

Ael ommeloop bloet 70-80.

Ael staartvin 68-80,92

Ael tempo bloedcirculatie 134-136.

Ael voorteeling 184-186.

Agterlijf, korenmot 288.

*‘Anatomia et contemplatio’ 180.

*‘Anatomia seu interiora rerum’ 180.

Anatomicus 144.

*Andersen, K. Th. 316.

*Anguilla anguilla Linn. 72.

*Animalculistische theorie 14.

*Animale ziel 110.

*Animale *geest 184.

Appel-bloesem, wormkens 322.

*Aristoteles 110.

Arterien 144-150.

Arterien ael 68-78.

Arterien baars 96-98.

Arterien brasem 50.

Arterien carper 104-106

Arterien garnaad 106-108

Arterien kikvors 22-38, 54.

Arterien konijn, oor 194

Arterien snoek 100.

Arterien visjes 40-48, 54.

Arterien vleermuis 156-166, 200.

Arterien voorn 50, 100-104.

Attestatie notabelen 54.

*Avena 338.

1) Met een sterretje zijn aangeduid de woorden en namen die niet door Leeuwenhoek zijn genoemd, doch in de aantekeningen voorkomen.

B.

Baars 94-98, 130.

Baars afmeting 130.

Baars bloedvaten 96-98.

Baars circulatie bloet 94-96.

Baars staartvin 94-96.

Baarmoeder, ael 186.

Baerden, grasjes 338.

*Baker, H. 92.

Bakkers 276, 286, 306, 310.

Bamboes 262.

Basis 142

Basten, gras, inwendige 338.

Basten, uitwendige 338.

Bedervinge 324.

Bedervinge water 124.

Beenderen, vissen 128.

Beentgens, bot 112.

*Bellini, L. 146.

*Bender, E. 288, 304.

*Bernard, Ch. 252.

Bestrijding, korenmot 292.

Betel 262

Betoveringe 210.

*Bibio marci (Linn.) 322.

*Biblioteca nazionale centrale, Florence 172

Bier, dun 336.

Bier, kleijn 228.

Bisschop van Londen 180.

Blaas 230.

Blaassteen 224-226, 230-232, 336.

*Black, E.A. 316.

Bladders 264.

Blaeu, Johannes 188.

[p. 359]

Blaeu, Pieter 188.

Blaeu, Willem 172, 188.

*Blankaart, S. 130, 198, 202.

Bloedeloos schepsel 110.

*Bloedlichaampjes, rode kikvors 24-32.

*Bloedlichaampjes, vis 114.

*Bloedlichaampjes, vleermuis 160.

Bloedsomloop, brasem 50.

Bloedsomloop, continueele 34.

Bloedsomloop, kikvors 22, 26, 34-38.

Bloedsomloop, lel van haan 194.

Bloedsomloop, ritme 32.

Bloedsomloop, vleermuis 200-202.

Bloedsomloop, voorn 50, 100.

Bloedvaatstelsel, kikvors 34.

Bloedvaatstelsel, staartvin visjes 46.

Bloedvaten 198-200.

Bloedvaten ael 68-76.

Bloedvaten baars 96-98.

Bloedvaten basis van haar 196.

Bloedvaten kikvors 36.

Bloedvaten lel van haan 194

Bloedvaten menbrane 78.

Bloedvaten rok 52, 80.

Bloedvaten snoek 100.

Bloedvaten visjes 40-48.

Bloedvaten vleermuis 160-168, 202.

Bloet, verdunninge 262.

*Blois, A. de 120.

*Boitet, R. 88.

*Bontekoe, C. 262

*Book-lice 318.

*Borstvin, aal 70.

Bot, beentgens 112.

Bot, bloetcirculatie 110-114.

Bot, staarten 112.

Bot, vinne 112.

Botten, bloesem 322-324.

Boyle, R. 62, 64.

*Boyle-letters 66.

Brand, in graan 182.

Brand, *steen- 182.

Brand, *stuif- 182.

Brasem, bloedsomloop 50.

Brasem, schobbens 50.

Brasem, staartvin 50.

*Bronckart, J.J. 136, 138.

Buik, kikvors 20, 26.

C.

Calculatie 292.

*Cantharides 264.

*Cantharidine 264.

Capelletge 322.

*Capillair 52, 114, 126, 146.

Caput mortuum, jichtknobbel 220-222.

Caput mortuum, lange peper 246.

Caput mortuum, spaanse vliegen 268.

Caput mortuum, thé 258-260.

Caput mortuum, witte peper 250.

*Carbone, D. 172.

Carper (Karper), circulatie bloet 104.

Carper (Karper), hert 104.

Carper (Karper), staartvinne 104.

*Celkernen 12.

Chijl 204, 260-262, 336.

*Chironimus 320.

Chirurgijns 196.

*Chomel, N. 10, 246, 264, 294.

Chylvaten, openen in darm 202-296, 336.

*Ciliaten 320.

Circulatie bloet 56, 60, 64, 68, 122, 144-150, 192, 334.

Circulatie ael 68-70, 76-78.

Circulatie baars 94.

Circulatie bot 110-112.

Circulatie carper 104.

Circulatie garnaad 106-108.

Circulatie krabbe 110.

Circulatie schol 110-112.

Circulatie tempo 130-140.

Circulatie vissen 126.

Circulatie vleermuis 156-160, 200-202.

Circulatie vliegende vissen 124.

Citroenen 318.

*Clay, R.S. 88, 92.

Coffee 226.

*Cohen Stuart, C.P. 252.

*Cole, F.J. 2, 66, 118, 146, 272.

Comptoir 40, 218, 222, 246, 248, 254, 256, 280, 284, 304, 306, 310, 318.

*‘Continuatio epistolarum’ 62, 64.

Continueele loop, bloet 154.

*Corbet, A.S. 276.

[p. 360]

*Cotton, R.T. 318.

*Crose, J.C. de la 2.

*Court, T.H. 88, 92.

D.

Darmen, kikvors 26.

Demonstratien 142.

*Demonstratie-mikroskopen 88.

*‘Den waaragtigen omloop des bloeds’ 60, 180.

*Descartes, R. 198.

Destillatie, droge, jichtknobbels 218.

Destillatie, lange peper 246.

Devoir 194.

Diameter 140.

*Diarhee, vee 182

Dieren, viervoetige 136.

*Dijksterhuis, E.J. 144.

*Dioscorides, P. 240.

*Dobell, C. 272, 320.

Doctor medicinae 144.

Dodekop, jichtknobbel 220-222.

Doir 12.

Doodsoorzaak, vissen 124.

*Doofpot 294.

*Dooierplaatjes 12.

Doorstootinge, bloet 148.

Draetjes, silvere 338.

Drek, wolf 308.

*Druk 142.

Drukker 140.

Drukkinge 140, 142.

*Ductus thoracicus 204.

Duegt, thé 260.

Duijm (als maat) 298.

E.

*Echo-localisatie, vleermuis 162.

Eenden, loop bloet 202.

Eglantier 338.

Eierleggen, korenmot 288-290.

Eijeren, kaasvlieg 326.

Eijeren, kikvors 6-16.

Eijeren, korenmot 286-288, 292, 296-306, 310.

Eijeren, mot 314.

Eijeren, vliegen 322.

Eijeren, vogel 14.

Eijeren, wittgens 324.

Eijernest, korenmot 268-288.

Eijer-schale, korenmot 300, 308.

*Enchelyscopium 88.

*Endotheelcellen 152.

*Epifyse 128.

*Erythrocyten, 198.

*Erythrocyten, vissen 52.

*Erythrocyten, vogels 52.

*Etherische olie, peper 246.

Excrementen, wolf 278, 300.

Extract, jichtknobbels 222.

F.

Fermentatie, bloet 196-198.

*Fulton, J.F.2.

G.

Garnaad, bloedlichaampjes 110.

Garnaad, circulatie bloet 106-108.

Garnaad, hoornen 108.

Garnaad, poot 108.

Garnaad, *scaphognathen 108.

Garnaad, staart 106.

Garnaad, *telson 106-108.

Garnaad, *trek 126.

*Garnaal, zie Garnaad.

Gecontinueerd bloedvat 78, 100.

Geest, dierlijke 184

Geest, lange peper 246.

Geest, spaanse vliegen 266-268.

Geest, theeblad 256.

Geest, witte peper 250.

Geneesmeester 208, 210, 224, 226, 228.

Generatio spontanea, bestrijding 184.

Gereedschap 116.

Geslagt, mannelijk 230.

Geslagt, vrouwelijk 230.

Gesontheijt 296.

Gevogelte 324.

Gevogelte veeren 302.

Gewelt 142.

Gistinge 198.

Globelagtige deelen 214

Globule 216.

Globule bloed 10, 12, 18, 24, 28, 42, 98, 110, 148, 150, 158, 160, 206.

[p. 361]

Globule vet 76.

*Goodfield, G.J. 142.

*Graaf, R. de 146.

Graan 312.

Graat-beentge, vis 44.

Gras, saet/zaet 336, 338.

Grasaartje, bouw 336-338.

Graveel 226-228.

Groei, vissen 128.

Groente 14, 126.

H.

Haan, bloedvaten 194.

Haan, kam 194.

Haan, lel 194.

Haan, ommeloop bloet 194.

*Haarvaten 114.

Haeuw, peper 242.

Hair (als maat), breete 72, 102.

Hair (als maat), van ons hooft 74, 78, 96, 108, 158, 166, 194, 200.

Hair (als maat), van mijn baart 202.

Hair (als maat), paarts- 314.

Handelen, koorn 290.

*Hanke, K. 280.

*Hartcontractie, abnormale 38.

*Harting, P. 92.

*Hartsoeker, N. 2, 66, 118, 190, 212, 234, 272.

Harveus (Harvey, W.) 16, 130, 198.

Havergras 338.

*HCN 296.

Heelmeester 208, 224, 228.

Heer(-en), Hoog Edele 312.

Heer(-en), uijt Oost-indien 250.

Heer(-en), voornaam 224, 226.

Heer(-en), voorname geleerde 34, 36.

Heinsius, A. 56, 60.

Helm 218.

*Hering, M. 288.

Hert 132-140, 152-154.

Hert ael 134-136.

Hert carper 104-106.

Hert kikvors 26-36.

Hert snoek 100.

Hert visagtige deelen 134.

Hert visjes 40, 44.

Hert vleermuis 166.

Hert voorn 104.

*Heymans, C. 136, 138.

*Heyne, K. 240, 262.

Hitte, peper, 236, 242, 244.

Holligheijt, darmen 206.

Hooft, ael 76, 90

Hooft, kikvors 20.

Hooft, mottge 324.

Hooft, vleermuis 162.

Hooft, wolf 278, 282.

Hoog leraar anatomie 202.

*Hooke, R. 230.

*Hoole, S. 2, 66, 118, 190, 212, 234, 272.

Hoornen, garnaad 108.

Hoornen, korenmot 302.

Hoornen, mottge 324.

Huidslijm, aal 94.

Huygens, Ch. 80, 89.

Hydrostatica bloedsomloop 140-148.

I.

IJdel 154.

*Injectiespuit 146.

Inspatten, quiksilver 146.

Instrumenten 114.

J.

*Jacobus II 180.

*Jansonius, H.H. 238.

Jichtknobbels 214-224.

Jichtknobbels caput mortuum 220-222.

Jichtknobbels dodekop 220-222.

Jichtknobbels droge destillatie 218.

Jichtknobbels extract 222.

Jichtknobbels genezing 224.

*Journal de médecine 60.

K.

Kaas, -kooper 328.

Kaas, -korsten 326.

Kaasvlieg, eijeren 326, 328.

Kaasvlieg, maeije 324-328.

Kaasvlieg, make 324-328.

Kaasvlieg, popke 326-328.

Kaasvlieg, tonneke 326-328.

Kaasvlieg, verandering 326.

*Kaempfer, E. 262.

[p. 362]

Kaff 338.

*Kalender, Gregoriaanse 192.

*Kalender, Juliaanse 192.

Kalk, jigtige 214, 224, 228.

Kalk, -steenen 336.

Karper, zie Carper.

Kervil-saetjes 334, 336.

Kerrvorst van Beieren 180.

Kieuwen, uitwendige, kikvors 20-24

Kikvors 6-36, 138.

Kikvors bloedvaatstelsel 35.

Kikvors bloedvaten 36.

Kikvors bruine 6.

Kikvors buik 26.

Kikvors darmen 26.

Kikvors doir 12.

Kikvors eijeren 6-16.

Kikvors groene 8.

Kikvors *hartritme 26.

Kikvors hert 26-36.

Kikvors hooft 20.

Kikvors kuijt 6, 8.

Kikvors metamorphose 16.

Kikvors mont 20, 26.

Kikvors oogen 20, 26.

Kikvors ommeloop bloet 20, 26-40.

Kikvors *reukgroefjes 20.

Kikvors staart 20, 26, 36.

Kikvors staartbeen 34.

Kikvors tanden 24.

Kikvors te ruggeloop bloed 38.

Kikvors uitwendige kieuwen 20, 22.

Kikvors wormen 6, 12-40.

*Kiliaen, C. 6, 8, 72.

Klaeuw, vleermuis, 156, 200-202.

Klander 278, 314-316.

Klander voorteelinge 276.

Klapvliesen 148.

*Kleremot 308.

*Kolfcellen, vissenhuid 94.

Kommetje (op aalkijker) 88-92.

Konijnen, hairkens 194-196.

Konijnen, ooren 194-196.

Koning van Groot Brittannië 180.

Koninklijke Societeyt 12, 184, 186, 334.

Kool, verbrande doove 250.

Koorn 310, 312, 316, 336.

Koorn-graan 290.

Koorn-koopers 276, 278, 306, 308.

Koorn-solder 282, 286, 288, 292, 294, 296, 310.

Koper, geel 82-86.

Korenmot, zie ook Wolf 276-314.

Korenmot, agterlijf 288.

Korenmot, bestrijding 292.

Korenmot, eierleggen 288-290.

Korenmot, eijeren 286-288, 292, 296-300, 310.

Korenmot, eijernest 286-288.

Korenmot, eischaal 300, 308.

Korenmot, hoornen 302.

Korenmot, *legbuis 290.

Korenmot, lighaam 302.

Korenmot, mannekens 286, 304.

Korenmot, pooten 302.

Korenmot, rups 278.

Korenmot, schorssen eijeren 300.

Korenmot, veeren 284, 302.

Korenmot, verpopping 280.

Korenmot, versamelen 304, 308.

Korenmot, vleugels 284.

Korenmot, vleugelschubben 302.

Korenmot, vlinder 284.

Korenmot, wieken 284, 302-304.

Korenmot, wijfkens 286, 304.

Krabbe, bloet 110.

*Kracht 142.

Kreit-steenen 336.

*Kroonevelt (-veld) H. van 2, 66, 118, 120, 190, 212, 234, 272, 332.

Kuijt, kikvors 6, 8.

Kwik, inspatten 146.

L.

*Langerak, J.A. 2, 66, 118, 190, 212, 234, 272, 332.

Last, als gewicht 292.

Leeuwenhoek, A. van 54, 172.

*Legbuis, korenmot 290.

Leibnitz, G.W. 180.

*Lemery, N. 264.

*Leniger, H.A. 252.

*Leukocyten 24.

Levende ziel 110.

*Lieberkuhn, J.N. 92.

Lieden, arme 230.

Lighaam, korenmot 302.

Lighaam, 's menschen 218.

[p. 363]

*Longjacht, vee 182.

Lucht, in bloed 334.

Lugt, belletgens 198.

Lugt, -blaasjens 334.

Lugt, in bloedvaten 198.

Lugt, -pompe 334.

Luijsen, eijeren 318.

Luijsen, graansolder 318-320.

Luijsen, hoornen 318.

Luijsen, verandering 320.

Luyden, arme 336.

*Lyons, Sir Henrë 186.

*Lytta vesicatoria (L.) Fabr. 264.

M.

*MacGillavry, D. 264.

*Macromeren 10, 12.

Magliabechi, A. 172, 180.

Maeije, in kaas 324-328.

Make(n), in kaas 324-328.

*Malpighi, M. 146.

Man, gemene 322.

*Mandibulae, wolf 276.

Mannekens, korenmot 286, 304.

*Maximiliaan II, Emmanuel 180.

*Mechanistische wijze 236.

Medicament 128, 228.

Medicijns 196, 202.

Meel, peper 236, 238.

Melkvaaten 202-206.

Menbrane, bloedvat 78, 148-150.

Menbrane, melkvat 202, 206.

Menbrane, vleermuis 156-162.

Menschen, gemiddelde 230.

Menschen, podagreuse 336.

Menschen, rijke 230.

Menschen, van seer geringe middelen 230.

*Mesenchymcellen 18.

*Metamorfose, kikvors 16.

*Methylbromide 296.

*Meyer, L. 72.

*Micromeren 10.

Microscope 186, 216.

Microscopium 334.

Mijt, op klander 314-320.

Mist 278.

Modena 182.

Moer 84.

*Moll., J W. 238.

Mont, kikvors 20, 26.

Mot 324.

Mot eieren 314.

Mot korenmot 276-314.

Moxa 224.

*Mucine 94.

Mugge, angel 6.

Muscul, kikvors 38.

Muscul, mensch 208.

*Musschenbroek, J. van 88.

N.

Nageltgens, kopere 82.

*Natriumuraat 218.

*‘Natuurs verborgentheden ontdekt’ 120.

Nieren 226, 228.

Niersteen 226-228.

*Nucleoalbumine 94.

O.

*Oldenburg, H. 186.

Olij 218, 220.

Olij lange peper 246.

Olij spaanse vliegen 266-268.

Olij theeblad 256.

Olij witte peper 250.

Ommeloop bloet 122, 138, 192.

Ommeloop ael 70-80.

Ommeloop bot 112.

Ommeloop garnaad 108.

Ommeloop kikvors 20-26, 34-38, 54.

Ommeloop lel van haan 194.

Ommeloop snoek 98.

Ommeloop vis 54.

Omwinsel, korenmot 284-286, 294-296.

Ongediert 6, 324.

Ongeschiktheijt 244.

Ontwikkeling kikvorsei 10.

Oogen, kikvors 20, 26.

Oogen, mottge 324.

*Oordeksels, vleermuis 162.

Ooren, konijn 194-196.

Ooren, vleermuis 162.

*Oorschelpen, vleermuis 162.

Oost-indien 250.

[p. 364]

Oostindische zeeën 122.

*Operculum 24.

*Orderen van verwisseling 16.

Ormus 262.

*Overwintering, wolf 282.

P.

Paling, zie Ael.

Papenbroek, P. 180.

Parallellogrammen 250.

Pees, uit wond 208-210.

Peper, bast 248, 268-270.

Peper, caput mortuum 246, 250.

Peper, droge destillatie 246.

Peper, geest 246, 250.

Peper, gemeene 240, 242, 248.

Peper, haeuw 242.

Peper, hitte 236, 242-244.

Peper, lange 240-242, 250.

Peper, meel 236, 238.

Peper, meelagtige stoffe 242.

Peper, olij 246, 250.

Peper, prikkelinge 236.

Peper, puel 242.

Peper, saad-huisje 242.

Peper, sout-deelen 242-250.

Peper, swarte 238, 240, 248, 268-270.

Peper, werkinge 236.

Peper, witte 240, 248-250, 268-270.

Peper, zout 186.

Persien 312.

Persinge 140-144.

*Petri, R.J. 92.

*Pharmacopee, Nederlandsche 264.

*Philips, J.C. 88.

Philosophical Transactions 4, 64, 66, 120, 186, 190, 212, 234.

*Pieris 322.

Pijp, holle lode 140.

*Piophila casei (Linn.) 326.

*Piper betle Linn. 262.

*Piper longum Linn. 240.

*Piper nigrum Linn. 240.

*Piper retrofractum Vahl 240.

*Piperine 236, 238, 240, 244.

Pis 230.

Pis-gat 230.

Plaatgens, kopere 84, 86.

Plaatgens, silvere 84, 86.

Plaatsnijder 216.

*Plankton 128.

Pleijster 264.

Pont, Delfts 292, 296.

Poot(-en) (-gens), garnaad 108.

Poot(-en) (-gens), vleermuis 156.

Poot(-en) (-gens), wolf 298-302.

Popkens, kaasvlieg 325, 328.

Popkens, wolf 282-284.

Postpapier, als diktemaat 98.

Pot, gebakken aarde 294.

Prikkelinge, peper 236.

*Psocids 318.

*Puccinia graminis Pers. 182.

Puel, peper 242.

*Pungites pungites (Linn.) 40.

Puterfactie 278.

Q.

Quadraaten 250.

Quiksilver, inparsinge 148.

Quiksilver, inspatten 146, 150.

R.

Ramazzini, B. 172, 182.

*Rana esculenta Linn. 8.

*Rana temporaria Linn. 6.

Regen-bak 320.

Regenwater, micro-organismen 320.

Resistentie 96-98.

*Reukgroefjes, kikvors 20.

Rijpen 322.

*Riolanus, J. 198.

Ritme, bloedsomloop 32.

Ritme, bloedvoortstuwing 152-154.

Rivier de Mosa 72, 100.

Roest, koren 182.

Roest, *zwarte 182.

Rogge 310.

Rok, bloetvat 52, 80, 96-98, 148-154, 166.

Rok, melkvat 202, 206.

*Römer, L.S.A.M. 2.

Rook, swavel 292, 296.

*Rooseboom, M. 2, 88.

*Rosa rubiginosa Linn. 338.

Royal Society 12, 184, 186, 334.

Ruek, swavel 292.

[p. 365]

Rugge, mes, als maat 224.

Ruijgte 126.

Ruspen, appel-bloesem 322.

S.

Saad-huisje, peper 242.

Sak 166, 278, 296, 298, 304, 306, 318, 326.

Salven 264.

Sanden 204, 206.

Sand (Sant), als maat 30, 32, 98, 112, 186, 198, 202, 206, 214, 216, 228, 254, 288, 318, 320, 322.

*Scaphognathen, garnaal 108.

*Schaak, J. van 92.

Schaarkens, wolf 276.

Schagjens 284, 302.

Schepsel, levende 324.

Schepsel, vliegend 284, 306, 308, 320.

*Schierbeek, A. 2, 58.

Schobbens, brasem 50.

Schobbens, vleermuis 158.

Schobbens, voorn 50, 102.

Schol, bloedcirculatie 110-112.

Schors(-sen), eij wittge 322.

Schors(-sen), eij wormke 312.

Schors(-sen), eijeren korenmot 300.

Schravesande, C. 56.

Schroef 84, 86, 90.

*Schubben, vissen 94.

Segreijnleer 10.

Semelen 206.

Senuwen, kikvors 12, 34, 38.

Senuwen, mottge 324.

*Seters, W.H. van 88, 92.

Silversmit 116.

*Sint Lucas Gildekamer te Delft 88.

*Sirih 262.

Snelheijt, bloet in aderen 132, 138.

Snoek, afmeting 130.

Snoek, hert 100.

Snoek, loop bloet 98.

Snoek, staartvin 98-100.

*SO2 292.

Sout, gemeen 220, 222, 256, 268.

Sout, peper 186.

Sout, thé 252-260.

Sout, vast 220, 246, 248, 258, 268.

Sout, vlug 248, 256, 258.

Sout-deelen 218-224.

Sout-deelen irreguliere 248.

Sout-deelen ongeschikte 250.

Sout-deelen peper 242-250.

Sout-deelen scharpe 214.

Sout-deelen Spaanse vliegen 266-268.

Sout-deelen thé 254-250.

Sout-figuren 220-224.

Sout-figuren spaanse vliegen 268.

Sout-figuren thé 254, 260.

Spaanse vliegen 262-268.

Spaanse caput mortuum 268.

Spaanse pooten 264.

Spaanse sout-deelen 266-268.

Specerien (-ijen) 186, 262.

Speculatie 284.

Spek 150.

*Spierrok 152.

*Spiritus animalis 184.

Sprank 102, 144, 146.

*Spreektempo Leeuwenhoek 132.

Sprinkaderkens 206.

Spruytjens, pluymagtige 336.

Staart, bot 112.

Staart, garnaad 106

Staart, kikvors 20, 26, 36.

Staartbeen, kikvors 34.

Staartvin, ael 68-89, 92.

Staartvin, baars 94.

Staartvin, brasem 50.

Staartvin, karper 104.

Staartvin, snoek 98-100.

Staartvin, visje 40-48.

Staartvin, voorn 50, 100-102.

Stanley W. 180-192.

*Star, P. van der 90.

Steekinge 242.

*Steensnijders 226.

Stekel-baarsjens 6, 40.

Stekel-baarsjens *tiendoornige 40.

Sterfte, vissen 130.

Stevin, S. van 144

Stijfte, vleugel mottge 324.

Stijfte, vleugel vleermuis 162, 170.

*Stijl, nieuwe 192, 334.

*Stijl, oude 192, 330, 334.

Stoffe, kalkagtige 216, 218.

Stoffe, lijmagtige 214, 216.

Stoffe, meelagtige 242.

[p. 366]

Stremming, bloet 72-78, 96, 102.

Stremming, darm en maag 246, 260.

Stremming, sout 226.

Stremming, sout deelen 244.

Stremming, steen 226.

Stremming, vleermuis 158-168.

*Stuitklier, watervogels 150.

Subject 90.

Swammerdam, J. 16, 146.

*Swammerdam-Nachlass 58.

Swavel 292-296, 310.

Swavelen, koorn-solders 296.

Swavelen, wijn-vaaten 294.

*Synchroniteit hart- en oogbeweging 26.

T.

*Tams. W.H.T. 276.

Tanden, kikvors 24.

Tanden, zeehaije 24.

Tapeten 154.

*Targioni-Tozzetti, G. 192

Taruw 276-282, 294, 300, 308, 310, 314, 316.

Tavernier, J.B. 312, 314.

Teel-leden, mottge 324.

Tegensprekers 140.

Teijkenaar 18, 20, 86, 286, 298, 300.

*Telson, garnaal 106, 108.

*Temperatuur, verhogingen 126.

*Temperatuur, verlagingen 126.

Tendo 208-210.

Te rugge loop, bloet 38, 160, 166.

Thé, bladonderzoek 256-260.

Thé, deugt 260.

Thé, *samenstelling 252.

Thé, sout 252-256.

Thé, sout-deelen 254-260.

Thé, swart verbrande 258.

Thevenot, M. 58, 60.

*Tilletia tritici (Bjerk.) Wint. 182.

*Tinaea biselliella Hummel 308.

*Tinaea granella Linn. 276-314.

*Tinaeidae 300.

Tonge 244.

Tonge steekinge 242.

Tonnekens, kaasvlieg 326-328.

Tonnekens, korenmot 294.

Tonnekens, wolf 282-284.

*Tragi, vleermuis 162.

*Trek, garnalen 126.

*Trek, vissen 126.

Triangel, gelijksijdige 250.

*Troctes divinatoria Müll. 318.

*Truncus arteriosus 38.

*Tschirch, A. 236-238.

Tuijnders 322.

*Tyroglyphus farinae Linn. 316.

U.

*Uffenbach, Z.K. von 88.

Uijtspantsel 162, 170.

Uitzetten, water 200.

*Ukers, W.H. 253, 262.

*Unitaristisch principe 14.

*Ustilago tritici (Pers.) Jens. 182.

V.

Vaaten, wiek mottge 324.

*Vaatverwijding 74.

*Valk, E. 272.

Vallensis C. 56.

*Vandevelde, A.J.J. 2, 66, 118, 190, 212, 234, 272.

Varkenshair, als maat 202, 204, 208.

*Veer, K. van der 240, 262.

Veer, kopere 82, 86, 90.

Veeren 150.

Veeren korenmot 284, 302.

Veeren mottge 324.

Venae, 144-150.

Venae, ael 68-78.

Venae, baars 96-98.

Venae, brasem 50.

Venae, carper 104-106.

Venae, garnaad 108.

Venae, kikvors 22-36, 54.

Venae, konijn, oor 194.

Venae, snoek 100.

Venae, visje 40-48, 54.

Venae, vleermuis 156-168.

Venae, voorn 50, 100-104.

Verandering, kaasvlieg 326.

Verandering, luis 320.

Verandering, swarte vliegen 324.

Verandering, wolf 278, 282.

Verdunninge, bloet 262.

[p. 367]

Vergrootglas 70, 84, 86, 90, 98, 102, 112, 132, 134, 164, 194, 208, 216, 238, 242, 254-260, 264, 282, 284, 288, 298-302, 318, 322, 334, 336.

*Verkolje, J. 120.

Vermoeijtheit, vissen 126.

Versamelen, kikvors 8.

Versamelen, korenmot 304, 308.

Versamelen, micro-organismen 320.

Verschieten, koorn-graan 290.

Verstervinge, staart carper 106.

Verstervinge, staart nsoek 100.

Verstervinge, vliegende vis 124.

Verstoppinge 204.

Versweringe 204.

Versweringe vis 124.

*‘Vervolg der Brieven’ 180.

Vinne, bot 112.

Vinne, vliegende vis 124.

*Vinstralen 114.

Visagtige deelen, hart 134.

Visje, bloedsomloop 40-42, 50.

Visje, bloedvaten 40-48.

Visje, *bouw 46.

Visje, graat-beentge 44.

Visje, hert 40.

Visje, staartvin 40-48.

Vis-korven 130.

Vissen, 138.

Vissen, beenderen 128.

Vissen, circulatie bloet 126.

Vissen, doodsoorzaak 124.

Vissen, groei 128.

Vissen, sterfte 130.

Vissen, *trek 126.

Vissen, vermoeijtheijt 126.

Vissen, versweringe 124.

Vissen, voedingswijze 128.

Vleer-muijs, bloetcirculatie 156-160, 200-202.

Vleer-muijs, bloetstremming 158-168.

Vleer-muijs, bloetvaten 160-168.

Vleer-muijs, *echo-localisatie 162.

Vleer-muijs, hert 166.

Vleer-muijs, hooft 162.

Vleer-muijs, klaeuwen 200, 202.

Vleer-muijs, menbranen 156-162.

Vleer-muijs, *oordeksels 162.

Vleer-muijs, ooren 162.

Vleer-muijs, *oorschelpen 162.

Vleer-muijs, vlerk 162.

Vleer-muijs, vleugels 154.

Vleer-muijs, vliegen 168.

Vleer-muijs, wieken 154, 168, 170, 202.

Vlerk, vleermuis 162.

Vleugels, korenmot 284.

Vleugels, vleermuis 154.

Vleugelschubben, korenmot 302.

Vliegen, gemeene 264.

Vliegen, kaas- 326.

Vliegen, spaanse 262-258.

Vliegen, swarte 322, 326, 328.

Vliegen, vleermuizen 168-170.

Vliegende vissen, circulatie bloet 124.

Vliegende vissen, verstervinge 124.

Vliegende vissen, vinnen 124.

Vliegende vissen, *vliegbeweging 124.

Vliegende vissen, vliegen 122-124.

Vliegende vissen, wieken 124.

*Vlinders, vleugelschubben 128.

Voedingswijze, vissen 128.

Vogel, ei 14.

Volmaaktheijt 324.

Voorn, bloetsomloop 50, 100.

Voorn, hert 104.

Voorn, schobbens 50, 102.

Voorn, staartvin 50, 100-102.

Voorn, stremminge bloet 102.

Voorname (Geleerde) Heeren 24, 48, 80.

*Voorstad, A. 2, 66, 118, 120.

Voorteelinge, klander 276.

Voorteelinge, korenmot 292.

Voorteelinge, ruspen 322.

Voorteelinge, wolf 312.

Voorteelinge, wormkens 324, 328.

Voortstootinge bloet, 152,

Voortstootinge bloet, ael 68, 70, 76.

Voortstootinge bloet, garnaad 108.

Voortstootinge bloet, kikvors 22, 32-38, 40.

Voortstootinge bloet, visje 44.

Voortstootinge bloet, vleermuis 158.

Voortteling, ael 184-186.

Voortteling, wormpje in graan 184.

*Vriend-Vermeer, W. 2

Vuijer 246, 294.

Vuijer heet 218.

Vuijer stark 216, 256.

[p. 368]

W.

Waller, R. 186, 330, 332, 340.

Wand, bloedvaten 52, 80, 96-98, 148-152.

*Ware-mot 308.

Wasch 148, 150.

Water, stark 226.

Water, uitzetten 200.

Wateren, gestaelde 336.

Wateren, soete of versche 320.

Waterblasen 264.

Waterloosing 230.

Waterpesen 230.

Waterwigt 144.

*Watt, Sir George 240.

Weer, mistig 310.

Weij (bloedwei) 160, 164.

Werelt, geleerde 328.

Werkinge, peper 236.

Werktuigen 80, 86, 90, 92.

Werktuigen garnaad 108.

Werktuigen vleermuis 162.

Werktuigen wolf 278, 298, 300.

White Hall 192.

Wieken, korenmot 284, 302-304.

Wieken, mottge 324.

Wieken, vleermuis 154, 168-170, 202.

Wieken, vliegende vis 124.

Wijfkens, korenmot 286, 304.

Wijn-edik 228.

Wijn-koopers 294.

Wijn-vaaten 294.

Wijsgerig oog 72.

*Windketelfunctie aorta 152.

Wittge 322-324.

Wittge eijtgens 322.

Wittge wormke 322.

Wolf, bestrijding 292.

Wolf, drek 308.

Wolf, excrementen 278, 300.

Wolf, gespin 278.

Wolf, hooft 278, 282.

Wolf, *mandibulae 276.

Wolf, mot 284-288.

Wolf, omwinsel 284.

Wolf, overwintering 282.

Wolf, pooten 298-300.

Wolf, popkens 282-284.

Wolf, schaarkens 276.

Wolf, spinsel 282.

Wolf, tonnekens 282-284.

Wolf, verandering 278, 282.

Wolf, werktuig 278, 298, 300.

Wolf, worm (wormkens) 276-282, 286, 296-312.

Wonde 208.

Woort, viersillabig 132.

Worken 8, 14, 38.

Worm(ke), appelbloesem 322.

Worm(ke), kaas 324-328.

Worm(ke), kikvors 6, 12-28, 32, 36.

Worm(ke), regenwater 320.

Worm(ke), wolf 276-282, 286, 298-312.

Z.

Zaad, mannelijk 14.

*Zacher, F. 288, 300, 316.

Zeehaije 24.

Ziel, bewegende 328.

Ziel, levende 328.

Zout, peper 186.

*Zuigkracht, thorax 154.

*Zuignap, kikkerlarven 18.

*Zwavelstok 294.